...

Apotheker Cuyckens diende op 20 november 2002 een klacht in bij de Raad voor de Mededinging tegen Omega Pharma wegens vermeend misbruik van machtspositie betreffende de prijszetting en de veronderstelde inkrimping van het gamma van grondstoffen voor magistrale bereidingen en verpakkingsmateriaal dat gebruikt wordt door apothekers. Een eerste seponeren van deze klacht door het toenmalige Auditoraat op 10 december 2010 werd door de Raad voor de Mededinging vernietigd op 21 april 2011. Het Auditoraat van de huidige Belgische Mededingingsautoriteit hernam in 2013 het onderzoek, en nam op 31 maart 2015 opnieuw een sepotbeslissing. Het College stelt in zijn beslissing vast dat de feiten vermeld in de oorspronkelijke klacht jegens Omega Pharma verjaard zijn. Omega Pharma droeg in 2009 de controle over de onderneming in de groep die de betrokken activiteit verder zette over aan een andere groep. Zoals het Auditoraat oordeelt het College dat de vraag van apotheker Cuyckens om de klacht uit te breiden tot de onderneming die de betrokken activiteit verder zette, onontvankelijk was. Het Auditoraat onderzocht evenwel of de zaak niet ambtshalve kon worden verder gezet, maar oordeelde - na onderzoek - dit niet te doen in het licht van de beschikbare middelen en prioriteiten. Het Mededingingscollege herinnert in zijn beslissing aan zijn eerdere beslissingen over de door de Wetgever gewenste beoordelingsmarge van het Auditoraat betreffende het al dan niet openen of sluiten van zaken. Het College oordeelde in het licht van deze criteria dat het Auditoraat in deze zaak gerechtigd was de klacht te seponeren en geen ambtshalve onderzoek te openen.