...

De cijfers komen van de Stichting Farmaceutische Kerngetallen (SFK). Die hanteert de multidisciplinaire richtlijn (MDR) polyfarmacie bij ouderen die stelt dat er sprake is van polyfarmacie als de patiënt vijf of meer geneesmiddelen chronisch gebruikt. De term 'chronisch gebruik' wordt dan weer gehanteerd als iemand meer dan 3 keer per jaar hetzelfde geneesmiddel neemt of als er een hoeveelheid van een geneesmiddel wordt verstrekt dat goed is voor 90 dagen opeenvolgend gebruik. Polyfarmaciepatiënten vormen 10 procent van de apotheekbezoekers. Dat aantal stijgt naargelang de leeftijd van de patiënt. Tussen 41 jaar en 64 jaar is één op de twaalf bezoekers polyfarmaciepatiënt en dat getal loopt op tot één op de vijf voor 65- tot 69-jarigen. Bij de 75-plussers is dat aantal gestegen tot één op de drie. Het SFK merkt daarbij op dat een goede medicatie-opvolging bij polyfarmaciepatiënten onontbeerlijk is. Bij polyfarmaciepatiënten die ouder zijn dan 65 jaar, zelfstandig wonen en minimaal één risicofactor vertonen (zoals verminderde nierfunctie, verminderde cognitie, verhoogd valrisico of signalen van verminderde therapietrouw) moet er geregeld een medicatiebeoordelingsgesprek plaatsvinden. Dat is sinds begin januari 2012 in Nederland trouwens als een erkende en vergoede prestatie voor apothekers vastgelegd. Polyfarmaciepatiënten moeten in Nederland hun medicatie voor een deel zelf betalen. Voor wie drie of meer geneesmiddelen gebruikt, ligt het eigen risico voor 2013 op 350 euro. Dat is 130 euro meer dan in 2012. www.sfk.nl