...

Sensoren en een app laten toe hartpatiënten op de voet te volgen. De patiënt noteert de klok rond quasi-automatisch gegevens en communiceert ze naar de arts. Loopt er iets mis, dan kan hij onmiddellijk ingrijpen. Dat redt levens. Patiënten op gezette tijdstippen herinneren aan hun medicatie verhoogt bovendien de therapietrouw. Via mHealth kunnen cardiologen semi-automatisch grote patiëntenpopulaties monitoren. Vele vragen In de praktijk valt dit soms tegen. Onderzoek toont aan dat de patiënt de gebruikte devices vaak niet ziet zitten omdat ze weinig comfortabel, lelijk of totaal ongewenst zijn. En dus stoppen ze er snel mee. En de metingen moeten uiteraard een accurate, betrouwbare maatstaf vormen voor hartritme en fysieke activiteiten. Het grootste nadeel is allicht dat de patiënten niet wijs geraken uit de via hun smartphone geregistreerde gegevens. Waardoor artsen overstelpt worden door ongeruste telefoontjes. Om al die redenen aarzelt of weigert de overheid potentieel interessante mHealth-toepassingen terug te betalen. Het gros van de tools wordt trouwens niet rigoureus geëvalueerd. In de toekomst moet dat absoluut veranderen. Vele vragen komen aan bod. Aanvaarden patiënten de mHealth-toepassing? Maken ze er effectief gebruik van? Valt ze makkelijk te integreren in het dagelijks leven? Worden parameters accuraat en betrouwbaar gemeten? Engageert het de patiënt echt tot gedragsverandering? De meest essentiële vraag is natuurlijk of de mHealth-toepassing de zorgkwaliteit en de gezondheidsuitkomst verhoogt. Klinische proeven Bij dit alles staat het perspectief en de ervaring van de eindgebruiker centraal. Toepassingen moeten immers vooral correct gebruikt worden en de 'patient empowerment' verhogen. De gouden standaard van de wetenschappelijke methode, met name de gerandomiseerde, gecontroleerde klinische proef, is ook hier van toepassing. Maar medische technologie evolueert zeer snel en klinische proeven zijn duur en tijdrovend. Niet denkbeeldig is dat de geteste technologie al achterhaald is op het moment dat de resultaten gepubliceerd worden. Toch blijft het essentieel dat de effectiviteit van mHealth-producten bewezen wordt. Anders weigeren artsen ze voor te schrijven en weigert de overheid terugbetaling. Zo keurde de Amerikaanse Food and Drugs Administration een aantal apps goed. Dat vergemakkelijkte de invoering ervan in de klinische praktijk. Twee uitdagingen Het panel van experten dat zich in aanloop naar de hackathon - van 18 tot 20 maart in Brussel - over deze kwestie boog, ziet twee belangrijke uitdagingen. Om de kinderschoenen te ontgroeien is er vooreerst een sterke toename nodig van het aantal klinische proeven. Alle oplossingen om deze proeven gemakkelijker, sneller en goedkoper te maken zijn welkom. Een tweede uitdaging betreft het vergemakkelijken van de keuzemogelijkheden van artsen en patiënten. Er zijn immers duizenden apps op de markt. Een systeem dat een beter overzicht biedt van de beste mHealth-oplossingen in een specifieke context of behoefte is nodig. Sommige ziekenhuizen creëerden bijvoorbeeld al hun eigen app-store.