...

"De patiënt voelt niets van deze bezuinigingen. Integendeel, volgend jaar daalt de patiëntenfactuur met 18 miljoen euro", maakt Maggie De Block zich sterk. De minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken stelt dat ze 408,3 miljoen euro heeft bespaart, maar ook voor 164,3 miljoen nieuwe initiatieven heeft gepland. De totale begroting voor de gezondheidszorg bedraagt 23,617 miljard euro in 2016. De 'nieuwe initatieven' omvatten volgende maatregelen: 40,2 miljoen wordt opzij gezet voor de ziekenhuisinformatica in het kader van het 'Actieplan e-gezondheid'; 25 miljoen voor maatregelen in het akkoord artsen-ziekenfondsen die de toegankelijkheid van de zorg, innovatieve behandelingen of EBM ondersteunen. De minister trekt ook voor andere beroepsgroepen een budget uit: 10 miljoen voor de meest dringende behoeften bij de paramedische beroepen; 12 miljoen voor de permanentietoeslagen bij de ambulancediensten. De minister wil ook streven naar een meer gelijkwaardige verloning van verpleegkundigen en van zorgpersoneel, dat wil zeggen dat ze bijvoorbeeld salarisverschillen tussen gelijk opgeleid personeel in verschillende ziekenhuisafdelingen wil wegwerken, op grond van de analyses van het Instituut voor Functieclassificatie (IFIC). Daar wordt geen bedrag bij genoemd. Verdere maatregelen: 4 miljoen euro voor 'oncofreezing' (het invriezen van spermatozoïden en eicellen - of eierstokweefsel - bij jonge patiënten); 4,68 euro voor patiënten met een 'dubbel diagnose' in de geestelijke gezondheidszorg (een betere aanpak samen met de deelstaten van patiënten met een verstandelijke handicap én psychiatriche problematiek); 2,71 miljoen voor stamceltransplantatie (betere terugbetaling van bepaalde prestaties dankzij een beter georganiseerde financiering van stamcelbanken); 1,17 miljoen voor transgenders (betere multidisciplinaire omkadering). De minister heeft het ook over de besparingsmaatregelen: 82,4 miljoen werd weggesnoeid uit de indexmassa van de honoraria. Volgens de minister is dat goed voor 0,62% van de honorariamassa, terwijl ook in 2015 0,53% door niet-indexatie op de erelonen werd ingeleverd. De minister wijst erop dat loontrekkenden door de indexsprong in 2015 2% van hun inkomen inleverden.