...

Het panel formuleerde drie criteria voor COPD-patiënten met hoog risico om over te schakelen van mono- of duale naar triple therapie: (1) minstens twee exacerbaties behandeld met orale corticosteroïden, antibiotica, of beiden, in het voorgaande jaar, (2) minstens een ernstige exacerbatie waarvoor hospitalisatie nodig is in het voorgaande jaar, (3) jaarlijks een exacerbatie en dit gedurende twee opeenvolgende jaren. Vóór het opdrijven van de therapie is het uiteraard nodig om de niet-farmacologische behandeling te optimaliseren. Een regelmatige follow-up is eveneens vereist. Doen de patiënten nog exacerbaties ondanks triple therapie, is een individuele benadering nodig om de voor- en nadelen van inhalatiesteroïden af te wegen. Bij de beslissing kan een bepaling van de eosinofielenspiegels in het bloed helpen. Blijkt er een overlap te bestaan tussen astma en COPD, dan blijven inhalatiesteroïden aangewezen. Doorverwijzing naar een specialist is nodig als de patiënt nog exacerbaties doet onder maximale therapie, als er twijfel is over de diagnose of een vermoeden van comorbiditeit. Het panel is van mening dat bij correct gebruik triple therapie in één inhaler de therapietrouw, de symptoomcontrole en de levenskwaliteit kan verbeteren, en exacerbaties reduceren. Het is wachten op real-life studies om deze voordelen te concretiseren. Gaduzo S et al. When to use single-inhaler triple therapy in COPD: a practical approach for primary care health care professionals. Int J Chron Obstruct Pulmon Dis 2019;14:391-401. doi: 10.2147/COPD.S173901. eCollection 2019.