...

Dat zei minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) tijdens een recent werkbezoek aan apotheek Maesschalck-D'Haese in het Vlaams-Brabantse Dilbeek. Naast het apothekerskoppel zelf werd hij er verwelkomd door onder meer Koen Straetmans en Marcel Storme, respectievelijk voorzitter en ondervoorzitter van APB. De minister werd door de apothekers Joris Maesschalck en Annelies D'Haese rondgeleid in de officina waar hij onder meer uitleg kreeg over magistrale bereidingen, de aparte ruimte voor consultaties en de problemen met digitale gegevensdeling. Vervolgens ontspon zich een open discussie over het geneesmiddelenbeleid tussen de Vooruit-excellentie, Joris Maesschalck en de APB-top. Al ligt de weg bezaaid met politieke wolfijzers en schietgeweren toch steekt Frank Vandenbroucke niet onder stoelen of banken dat hij na de parlementsverkiezingen in juni opnieuw de ministerpost van Sociale zaken en Volksgezondheid ambieert. Lukt dat dan zet hij het huidige beleid ten aanzien van de apothekers voort. "De voorbije drie jaar, na de covidperiode", aldus minister Vandenbroucke, "hebben we met de apothekers mooie projecten kunnen verwezenlijken. Voorbeelden daarvan zijn de afbouw van benzodiazepines, de medicatiereview bij patiënten met polymedicatie en het GGG COPD." Hij verwees ook naar de wetgeving die apothekers toelaat om te vaccineren tegen covid en griep. "Dat ligt gevoelig bij de artsen", weet de minister, "maar mijn beleid is erop gericht om apothekers te positioneren als duidelijke spelers in de zorg. Tijdens een eventuele volgende legislatuur wil ik nieuwe projecten in die richting toevoegen aan de huidige." Het allerbelangrijkste voor hem is echter de verdere ontwikkeling van netwerken rond de patiënt, zijnde samenwerkingsverbanden van zorgverstrekkers die elkaar verstaan. "Twintig jaar geleden", zei hij, "zag ik dat niet zo goed. Tegenwoordig wil ik meer de kaart van de apotheker trekken." De eerste zes maanden van 2024 is België voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Vandenbroucke wil van de gelegenheid gebruik maken om de productie van een aantal strategische geneesmiddelen terug naar het Avondland te halen. "De volgende 15 jaar wordt dat een cruciaal debat. Momenteel hangen we voor basisproducten veel te veel af van China en Azië in het algemeen. Een eerste aanzet is de 'Critical Medicines Alliance' die eind april up and running moet zijn. De alliantie omvat op vrijwillige basis experten, mensen uit de industrie en andere relevante stakeholders. De groep zal prioriteiten voor acties en oplossingen bepalen zodat weer meer medicijnen in de EU geproduceerd kunnen worden." De minister erkent dat hoge milieueisen en hoge loonkosten in combinatie met te lage prijzen de productie van generica onrendabel maakt en bedrijven heeft weggejaagd. "Om tekorten te voorkomen en onze afhankelijkheid te verminderen moeten we de aanmaak van basisproducten (financieel) ondersteunen." Hoe moeilijk dat kan zijn illustreerde hij met een casus. "Het duurde drie jaar eer Sandoz in Oostenrijk met staatssteun een site kon opstarten voor de productie van amoxicilline. De Europese Commissie beschouwde dit immers als ongeoorloofde staatssteun en dus als concurrentievervalsing. Maar Sandoz had geen concurrent! Het was de enige geïnteresseerde producent." Vervolgens lichtten Koen Straetmans en Marcel Storme het meest succesvolle project van het voorbije jaar toe: de afbouw van benzodiazepines via de apotheek. De opstart voor een jaar dateert van 1 februari 2023 maar wordt wegens succes alvast verlengd tot augustus. Eén Belgische apotheek op twee neemt eraan deel en begeleidt minstens één patiënt. In totaal gaat het om ruim 5.500 patiënten die terugbetaald advies en magistrale bereidingen met steeds lagere doses kregen. Daarbij betaalt de patiënt enkel de verpakkingen van zijn magistraal slaapmiddel. De arts schrijft voor afgestemd op de noden van de patiënt. "De driehoeksverhouding tussen voorschrijvende arts, begeleidende apotheker en de klinische psycholoog is essentieel voor het welslagen van de afbouw", zo luidt het. De APB gaat het project evalueren maar gezien de goede resultaten pleitte voorzitter Koen Straetmans toch al voor een verduurzaming. Vandenbroucke had daar wel oren naar. Kwantitatief minder succesvol maar kwalitatief waardevol is het project medicatienazicht bij chronische patiënten die meer dan vijf terugbetaalde geneesmiddelen slikken. Straetmans: "Er nemen nu 3.500 patiënten aan deel. Dit vergt van de apotheker veel voorbereiding en een goed overleg met de arts. Eerst analyseert de apotheker in een gesprek met de patiënt diens geneesmiddelengebruik. Voor het tweede gesprek contacteert hij de arts. Problemen detecteren doen we immers samen en de arts moet akkoord gaan om medicatie stop te zetten."