...

Strategisch gelegen tussen Griekenland en India, twee regio's die steeds voorlopers waren in de geneeskunde, groeide de Arabische wereld - en die was toen veel groter dan vandaag - uit tot het walhalla van de geneeskunde. Muhammad ibn Zakariya Razi, bij ons beter bekend als Rhazes (865-925), bereidde de weg voor de echte reuzen van de Arabische geneeskunde, die allen leefden rond het jaar 1000 van onze jaartelling. Abulcasis In 936 wordt in een klein dorpje enkele kilometers ten noorden van Cordoba Abu al-Qasim al-Zahrawi geboren. Over het leven van de man, die wij kennen als Abulcasis, is relatief weinig bekend. Hij studeerde geneeskunde in Cordoba en was daarna nagenoeg zijn hele carrière als arts en tandarts actief in deze Andalusische stad, waar hij onder meer lijfarts was van kalief Al-Hakam II. Vader van de chirurg In de 'Kitab al-Tasrif' is Abulcasis de eerste die op de erfelijkheid van hemofilie wijst, die aanwijzingen geeft hoe een ontwrichte schouder opnieuw in de kom moet worden gebracht volgens wat vandaag de methode van Kocher is en hoe je aders moet afbinden (en dat 600 jaar voor Ambroise Paré). Hij legt zelfs uit hoe je kattendarm kan gebruiken voor inwendig gebruik. Geen wonder dat hij wel eens de vader van de chirurgie wordt genoemd. Daar spelen zeker ook de tekeningen van meer dan 200 vaak nieuwe chirurgische apparaten (chirurgische naald, forceps, scalpels, enz.) een rol in. Makkelijke wetenschap Op zijn zestiende koos hij ervoor om geneeskunde te gaan studeren en twee jaar later mocht hij zich al arts noemen. "Geneeskunde is geen harde en doornige wetenschap zoals wiskunde of metafysica. Ik maakte dan ook snel vorderingen, werd een uitstekend arts en kon beginnen met de behandeling van patiënten", zijn woorden die aan hem werden toegeschreven. Uit andere geschriften weten we dat zijn faam zich al snel in de hele regio verspreidde. Patiënten kwamen van heinde en verre om zich gratis door hem te laten verzorgen en behandelen. In 997 werd hij benoemd tot lijfarts van de lokale emir nadat hij hem van een gevaarlijke ziekte had genezen. Als gunst krijgt hij bovendien toegang tot de Koninklijke bibliotheek van de Samaniden, een toevluchtsoord voor wetenschappers. Wanneer de bibliotheek enige tijd later in vlammen opgaat, wordt geopperd dat Avicenna daar voor iets tussen zit om zo voorgoed te verdoezelen waar hij de mosterd voor zijn ideeën haalde. Canon van de geneeskunde Minstens honderd wetenschappelijke verhandelingen en boeken worden aan Avicenna toegeschreven. Met voorsprong het belangrijkste werk van zijn hand is de 14-delige 'Canon van de geneeskunde'. Tot in de 18de eeuw bleef zijn Canon een standaardboek voor iedereen die geneeskunde studeerde of beoefende. En dat zowel in de Arabische als in de Westerse wereld. EBM Misschien nog belangrijker is dat de Canon het eerste boek is dat dieper ingaat op experimentele geneeskunde, op een vorm van evidence based medicine. Avicenna beschrijft de manier waarop onderzoek zou moeten gebeuren. Met gerandomiseerde klinische trials en controle van de efficiëntie. Heel omstandig omschrijft hij aan welke kwaliteitsstandaarden geneesmiddelen moeten voldoen om efficiënt te kunnen werken.