...

De banken, de kerk, de politiek... Als er geen uitgesproken, transparante deontologische en ethische code is, dan gebeuren er calamiteiten. De actualiteit bevestigt ons dat bijna dagelijks. Onze gesprekspartner in deze bijna filosofische materie is Tim De Kegel, secretaris-generaal van pharma.be. Als jurist van opleiding is hij bijzonder geïnteresseerd - en dat is een understatement - in alles wat deontologie en ethiek is. "Ethiek en deontologie zijn overal belangrijk, maar zeker in een sector waar een besteding van hoe dan ook beperkte openbare middelen centraal staat. Het is belangrijk dat je als een geloofwaardige partner aan de streep komt. We moeten het niet ontkennen: er leeft de perceptie dat de farmasector de slechtste leerling van de klas is. Maar wie nauwer toekijkt, ziet het anders". Waar komt dat wantrouwen vandaan? Het wantrouwen dat tegenover de farma leeft, kent vele voedingsbodems. Het farmaceutische verhaal als verhaal is al niet evident. Het wordt steeds moeilijker om nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen. De gemakkelijke moleculen hebben we al lang gehad. Tegelijkertijd verwachten de patiënt en de maatschappij ontzettend veel. Als farma moet je dan een genuanceerde boodschap brengen en die leidt soms tot ontgoocheling. Je kunt niet elke patiënt en niet elke aandoening genezen. En er is natuurlijk het verleden. Bijwerkingen werden vroeger gemakkelijker aanvaard. Nu niet meer. Het wordt daarom moeilijker om nieuwe moleculen geregistreerd te krijgen. De farma kreeg ook een slechte naam omdat ze op bepaalde momenten geneesmiddelen met een gekende ernstige bijwerking toch doordrukte. Denken we maar aan het softenonverhaal, niet meteen een story die vertrouwen opwekt. Ook daardoor is de selectie veel strenger geworden en dat is goed. Maar dat zorgt er ook voor dat er minder nieuwe geneesmiddelen worden ontwikkeld, wat de ontgoocheling opnieuw vergroot. Maar waarom aanvaardt men de verdediging van de farma zo moeilijk? Sommigen worden ronduit beter van het verguizen van de farmaceutische sector. De farma wordt vaak karikaturaal afgebeeld met claims waarvoor je je moeilijk kunt verdedigen. Wij zijn de eersten om een openlijk debat aan te gaan, maar het is voor sommigen comfortabeler om die confrontatie niet aan te gaan... Soms is het gemakkelijker om de industrie te diskwalificeren dan inspanningen te honoreren. U wil niet zeggen wie die 'sommigen' zijn. Hoe kun je je dan verweren? Door een goede deontologische en ethische code waarin de zelfregulering centraal staat. Voor pharma.be is de deontologie een topprioriteit. Het is geen affiche, maar een policy-item dat zeer regelmatig leidt tot wijzigingen in die code. Op die manier is bijvoorbeeld Mdeon ontstaan, een unicum en voorbeeld in Europa. België heeft trouwens de naam van een 'best practices-'land te zijn. We zijn innovatief en we betrekken de partners bij onze deontologische code. Toch wordt er van Mdeon gezegd dat het regelneverij is, veel te streng en daardoor soms niet (meer) werkbaar Dat is net het resultaat van het feit dat er hier in België rond deontologie zo moeilijk een debat op gang komt. Dit initiatief van pharma.be en gecontroleerd door de overheid heeft een sterke poot gekregen. Maar als er geen ruimte voor debat is, riskeer je verzeild te geraken in overdreven regelgeving, de regelgeving wordt overgereglementeerd. Wat is de uiteindelijke bedoeling van Mdeon en een deontologisch kader? Er is interactie nodig tussen de industrie en de beoefenaar van de geneeskunde. Of dat nu een arts of een apotheker is. Maar je moet wel een goed kader kunnen creëren om die relatie op een correcte manier uit te bouwen. Dat gebeurt via Mdeon en via de deontologische en ethische code. Dat is een geheel van regels die de sector zichzelf heeft opgelegd en waarvan ze verwacht dat de leden die ook naleven. De uiteindelijke betrachting is een correcte rol te beschrijven van de farmaceutische industrie met alle partners: artsen, apothekers, patiënten... Dit is de voorwaarde om een volwaardige en geloofwaardige partner te worden. Wij zijn ervan overtuigd dat we als actor in de gezondheidszorg een grote verantwoordelijkheid dragen. Het deontologische verhaal is in deze een belangrijk verhaal omdat we hiermee kunnen helpen om de belangen van de patiënt te verdedigen. En toch loopt u wat gefrustreerd rond Ja, omdat ik het gevoel heb dat de inspanningen van de sector te veel genegeerd en gereduceerd worden. We willen een evenwichtig en correct verhaal brengen en dit in een langetermijnvisie. Het gaat niet over ons imago, maar over de inhoud van de boodschap. We pleiten voor correcte communicatie over geneesmiddelen. We willen relevant zijn op de domeinen waarop we werken. We hebben een deontologische code over wat artsenbezoekers schriftelijk aan geneesheren meedelen. Via steekproeven wordt elke maand aan vijf bedrijven over telkens één specifieke molecule alle communicatie tussen arts en bedrijf opgevraagd. Een onafhankelijke commissie bekijkt die en stuurt zo nodig bij of dwingt het farmaceutische bedrijf bij te sturen. Zo'n deontologische code is misschien wel goed, maar alleen de leden van pharma.be moeten zich eraan houden... Dat is zo en net daarom pleiten wij voor meer en meer gerichte controles door het FAGG. Het is belangrijk dat er vanuit de overheid wordt gecontroleerd. Pharma.be heeft zijn code, andere organisaties hebben die niet. Net zoals wij pleiten om bij Mdeon vooral de bedrijven te controleren die géén aanvragen indienen, pleiten wij voor meer controles bij bedrijven die de deontologische code niet hebben onderschreven en waar de zelfregulering dus geen vat op heeft. Men wantrouwt de inspanningen van pharma.be maar men stelt de organisaties die geen deontologische code hebben niet in vraag. En ja, wij gebruiken de middelen die wij hebben - ook om te sanctioneren want wij mogen bijvoorbeeld in tegenstelling tot in het Verenigd Koninkrijk geen boetes opleggen - maar de regels gelden alleen voor de leden van pharma.be. Zijn er ooit leden van pharma.be die afgehaakt hebben op die strenge code? Geen enkele.