...

Er wordt gestreefd naar samenwerking, zeker tussen iedereen die zich in de zorg op de eerste lijn bevindt. Apothekers (VAN), artsen (Domus Medica en het Huis voor Gezondheid), verpleegkundigen (Kartel en de Vlaamse Federatie van Diensten voor Thuisverpleging), éénlijn.be, e-Vita en de patiënten (Vlaams patiëntenforum) hebben aan de Vlaamse minister van Welzijn, Jo Vandeurzen, hun nota over de afspraken bij het maken en het opvolgen van het gedeeld medicatieschema overgemaakt.Opvallend daarbij is dat men bij het toewijzen van de verantwoordelijkheid, de patiënt centraal stelt. Het is de patiënt die zijn zorgverleners informeert over zijn medicatiegebruik. Het is de patiënt die duidelijk maakt dat er een medicatieschema is en het is die patiënt die moet laten weten als er problemen zijn met bepaalde medicatie. Is die patiënt daartoe niet in staat, dan kan een thuisverpleegkundige die taak overnemen.De huisarts schrijft voor. Hij kan het medicatieschema dat op Vitalink wordt gedeeld, aanpassen of opstellen als het nog niet bestaat. Hij overlegt hiervoor met de patiënt. De huisarts is de kwaliteitsbewaker mbt de medicamenteuze behandeling van de patiënt.De apotheker bewaakt alle aspecten van medicatiebeheer. Hij moet erop toezien dat het voorschrift correct is, dat de inname juist gebeurt, dat interacties tussen geneesmiddelen worden vermeden. Hij educeert de patiënt en plant de medicatie-inname. Hij raadpleegt daarvoor het medicatieschema en als dat schema er niet is, kan hij er zelf ook een aanmaken. De apotheker mag ook tussenkomen in dat medicatieschema. Zo is het de apotheker die de OTC-medicatie in de lijst aanvult en supplementen of geneesmiddelen die de patiënt wel inneemt maar die niet in het schema staan, op dat schema aanvult. Hij bevraagt de patiënt over zelf-medicatie en vult desgevallend het schema aan. Zijn er problemen, dan consulteert hij de voorschrijvende huisarts, tenzij het substituties betreft die de therapeutische intentie van de huisarts volgen. De apotheker mag niet op eigen houtje schrappen, daarvoor moet hij de voorschrijvende huisarts consulteren.De thuisverpleegkundige krijgt ook een rol. Zij zorgt voor het correct toedienen van de medicatie obv het medicatieschema maar er wordt van haar verwacht dat ze ook kritisch het lijstje volgt. Alle nevenwerkingen, observaties en reacties van de patiënt worden aan de huisarts gemeld. Als het gaat om afleverproblemen is de apotheker haar aanspreekpunt.De nota wijst op de verantwoordelijkheid van de hulpverleners. Zo moet elke zorgverlener voldoende opgeleid zijn om het medicatieschema in zijn softwarepakket te consulteren en aan te passen. Er wordt ook duidelijk gemaakt waarin dit gedeeld medicatieschema verschilt met de Sumehr. Die is immers enkel beschikbaar voor artsen en niet leesbaar voor de andere zorgverleners.De afgelopen maanden is er ook telkens weer één item dat terugkomt: wat met de juridische aansprakelijkheid? Wat als er iets fout gaat? Wie zal daar dan voor opdraaien? De nota maakt een verschil tussen de burgerlijke aansprakelijkheid en de strafrechtelijke aansprakelijkheid. Mooi voorbeeld is het voorschrift van een specialist dat nog niet op het schema is aangevuld omdat die specialist daar de software nog niet voor heeft. Belangrijk daarbij is dat het de patiënt is die moet communiceren en die moet aangeven dat er mogelijks iets veranderd is. Maar, zo voegt de nota eraan toe, de zorgverleners moeten de patiënt altijd blijven bevragen en onderling afspraken maken om lacunes op te vangen.De verantwoordelijkheid en de rol van de software-ontwikkelaars worden ook in de nota vermeld, maar er wordt geen consequentie aan verbonden. Wel staat duidelijk dat een medicatieschema ook beschikbaar moet zijn als er geen mogelijkheid is om via Vitalink te delen. De nota is nog uitgebreid met een rist voorbeelden waaruit blijkt dat ook juridisch die gedeelde verantwoordelijkheid wordt weerhouden en de nota wijst op een aantal drempels en knelpunten die nog moeten overschreden worden.