Onder het motto 'Hervorming van de eerstelijnszorg: versterking of versnippering?' wisselde Hilde Deneyer in naam van de vertegenwoordigde beroepsgroepen (*) van gedachten met Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid Wouter Beke en met Caroline Verlinde, directeur van het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn (Vivel). De webinar werd opgenomen in de gloednieuwe pop-up studio van Roularta HealthCare in Zellik. Meer dan 1.200 mensen waren geregistreerd om de discussie vanop afstand te volgen. In de studio konden een 20-tal vertegenwoordigers van de verschillende koepels de opname live meemaken, alles uiteraard coronaproof.

Onvoldoende ondersteuning

Uit een voorafgaande bevraging was gebleken dat meer dan 85% van de betrokken zorgverleners momenteel geen rol opneemt in de recent opgerichte zorgraden. Van diegenen die er wel actief in zijn, geeft 42% aan niet voldoende ondersteuning te krijgen. Ook op het vlak van communicatie is er nog werk aan de winkel: veel zorgverstrekkers weten niet wat de verschillende bestuursniveaus van hen verwachten en zien niet meteen het nut in van een engagement in een zorgraad. Al helemaal niet als daar geen vergoeding correcte tegenover staat.

"De eerstelijnszone is de ideale partner om nabije en buurtgerichte zorg te realiseren", zei minister Beke. "Die lokale zorg betekent een enorm menselijk kapitaal, simpelweg doordat zorg- en welzijnswerkers, lokale besturen,... elkaar leren kennen en samenwerken." En die actoren die werken rond het welzijn van de burger zijn met liefst 100.000...

Maar voor veel van die zorgverstrekkers blijft de vraag hoe ze dat kunnen realiseren. Het vorig jaar in het leven geroepen Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn speelt daarbij een belangrijke rol. Directeur Caroline Verlinde: "Vanuit Vivel communiceren wij met alle zorgverleners in de zorgraden, zij zijn de spreekbuis. We ondersteunen ze met digitale uitwisseling en opleidingen."

Schroom opzij zetten

Uiteraard is een duurzaam financieringsmodel één van de pijlers om het project van de eerstelijnszones en de zorgraden te doen slagen, wierp moderator Suyin Aerts de minister voor de voeten. "Zorg kost uiteraard geld, maar brengt op termijn ook iets op", antwoordde die, enigszins ontwijkend. "Duidelijk is alleszins dat het model van betaling per prestatie moet evolueren, maar natuurlijk niet naar het andere uiterste. Een gemengde vorm dringt zich op."

"Ons engagement binnen de zorgraden ligt buiten de scope van ons gewone werk", pikte Hilde Deneyer daar op in. "Voor de meest actieven onder ons, gaat het soms om het equivalent van een halftijdse job. We moeten durven onze schroom opzij zetten en centen vragen voor ons werk in de eerstelijnszones. Vraag is hoe duurzaam in de tijd we dit kunnen maken."

(*) Apothekers, diëtisten, ergotherapeuten, kinesitherapeuten, klinisch psychologen, logopedisten, podologen, tandartsen, thuisverpleegkundigen en vroedvrouwen. Deze webinar kaderde in een algemene opdracht van minister Wouter Beke aan deze tien specifieke beroepsgroepen uit de eerste lijn. Ook de huisartsen waren welkom om de discussie te volgen.

Een volledig verslag van de webinar leest u volgende week in de papieren editie van 'de Apotheker'.

Onder het motto 'Hervorming van de eerstelijnszorg: versterking of versnippering?' wisselde Hilde Deneyer in naam van de vertegenwoordigde beroepsgroepen (*) van gedachten met Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid Wouter Beke en met Caroline Verlinde, directeur van het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn (Vivel). De webinar werd opgenomen in de gloednieuwe pop-up studio van Roularta HealthCare in Zellik. Meer dan 1.200 mensen waren geregistreerd om de discussie vanop afstand te volgen. In de studio konden een 20-tal vertegenwoordigers van de verschillende koepels de opname live meemaken, alles uiteraard coronaproof.Onvoldoende ondersteuningUit een voorafgaande bevraging was gebleken dat meer dan 85% van de betrokken zorgverleners momenteel geen rol opneemt in de recent opgerichte zorgraden. Van diegenen die er wel actief in zijn, geeft 42% aan niet voldoende ondersteuning te krijgen. Ook op het vlak van communicatie is er nog werk aan de winkel: veel zorgverstrekkers weten niet wat de verschillende bestuursniveaus van hen verwachten en zien niet meteen het nut in van een engagement in een zorgraad. Al helemaal niet als daar geen vergoeding correcte tegenover staat. "De eerstelijnszone is de ideale partner om nabije en buurtgerichte zorg te realiseren", zei minister Beke. "Die lokale zorg betekent een enorm menselijk kapitaal, simpelweg doordat zorg- en welzijnswerkers, lokale besturen,... elkaar leren kennen en samenwerken." En die actoren die werken rond het welzijn van de burger zijn met liefst 100.000...Maar voor veel van die zorgverstrekkers blijft de vraag hoe ze dat kunnen realiseren. Het vorig jaar in het leven geroepen Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn speelt daarbij een belangrijke rol. Directeur Caroline Verlinde: "Vanuit Vivel communiceren wij met alle zorgverleners in de zorgraden, zij zijn de spreekbuis. We ondersteunen ze met digitale uitwisseling en opleidingen."Schroom opzij zettenUiteraard is een duurzaam financieringsmodel één van de pijlers om het project van de eerstelijnszones en de zorgraden te doen slagen, wierp moderator Suyin Aerts de minister voor de voeten. "Zorg kost uiteraard geld, maar brengt op termijn ook iets op", antwoordde die, enigszins ontwijkend. "Duidelijk is alleszins dat het model van betaling per prestatie moet evolueren, maar natuurlijk niet naar het andere uiterste. Een gemengde vorm dringt zich op.""Ons engagement binnen de zorgraden ligt buiten de scope van ons gewone werk", pikte Hilde Deneyer daar op in. "Voor de meest actieven onder ons, gaat het soms om het equivalent van een halftijdse job. We moeten durven onze schroom opzij zetten en centen vragen voor ons werk in de eerstelijnszones. Vraag is hoe duurzaam in de tijd we dit kunnen maken."(*) Apothekers, diëtisten, ergotherapeuten, kinesitherapeuten, klinisch psychologen, logopedisten, podologen, tandartsen, thuisverpleegkundigen en vroedvrouwen. Deze webinar kaderde in een algemene opdracht van minister Wouter Beke aan deze tien specifieke beroepsgroepen uit de eerste lijn. Ook de huisartsen waren welkom om de discussie te volgen. Een volledig verslag van de webinar leest u volgende week in de papieren editie van 'de Apotheker'.