Hij is hét gezicht van APB, de spreekbuis en woordvoerder en straks is hij vooral een stukje APB-geschiedenis. Tien keer heeft hij zijn ambtstermijn mogen verlengen, maar genoeg is genoeg. De secretaris-generaal van APB, Dirk Broeckx, laat zijn zitje over aan Jan Depoorter en treedt terug. Niet om uit te bollen en stil te vallen. "Integendeel", benadrukt Dirk Broeckx verscheidene keren in ons gesprek. "Na jaren van lobbyen en onderhandelen met de overheid is het nu tijd om op het terrein ervaring en expertise te delen."
...
Nog voor zijn vertrek heeft Dirk Broeckx al een metamorfose ondergaan. Hij staat scherp ("maar er mogen gerust nog een paar kilootjes af"), hij is strijdlustiger dan ooit en het is duidelijk dat de nakende uitdaging hem alleen maar energie lijkt te geven. Kort gezegd: Broeckx heeft er zin in. Het KB 2009 moet nog verder uitgewerkt worden, de nieuwe remuneratie - waar u zo lang voor gevochten heeft - komt er in 2010 eindelijk door. Net nu er zoveel aan het gebeuren is, verlaat u het pand... Dat gevoel heb ik niet. Het is nu precies het moment om apothekers op het terrein maximaal te ondersteunen. Ik stel trouwens bij mezelf vast dat mijn geduld begint op te geraken. Alles gaat zo traag, het duurt soms jaren vooraleer ideeën in werkbare wetten worden omgezet. Ik wil dingen gaan doen waarvan ik directer de resultaten kan zien en apothekers beter vertrouwd te maken met een lange-termijnvisie. Vergelijk het een beetje met een wielerpeloton. Iedereen koerst elke dag, het hoofd naar beneden en trappen. Men neemt de tijd niet om te stoppen, eens rond te kijken, het landschap te bestuderen en vooral te kijken waar men verder heen moet rijden. Dat wil ik juist doen en tegelijkertijd mijn ervaring doorgeven aan jonge apothekers. We moeten trouwens meer investeren in jonge mensen en zo jong mogelijk betrekken bij de beroepsorganisaties. Hoe heeft u APB in al die tijd zien veranderen? We hebben de laatste jaren een enorme evolutie doorgemaakt. Het beroep heeft in de jaren '90 een identiteitscrisis gekend. De apotheker is door de buitenwereld te lang als winkelier gezien. Maar hij voelt zich geen commerçant en houdt niet van concurrentie. Nu wordt hij steeds meer erkend als zorgverstrekker. Zijn de relaties met de overheden ook veranderd? Zeker wel. Het lobbywerk is bijzonder belangrijk. Daarin moet je doordacht tewerk gaat. Als je weet dat bijvoorbeeld zeven jaar onderhandelen zijn voorafgegaan aan het KB 2009, dan weet je het wel. Onze houding naar de overheid is veranderd: het gaat om luisteren, een visie ontwikkelen en bepalen hoe de apotheker zich in het zorglandschap best kan positioneren. Het gaat ook niet alleen om de FOD Volksgezondheid, maar ook om het FAGG, de mutualiteiten, de farmabedrijven... Ik ben van bij het begin ook in het buitenland gaan kijken. Ideeën gaan opdoen, gaan bestuderen hoe men het daar doet. Ik ben ook vaak in andere sectoren gaan kijken. Ik ben ooit cursus "merchandising in supermarkten" gaan volgen, om te kijken hoe zij daar denken en werken. Door de buitenlandse contacten heb ik allerlei experts ontmoet die bepalend zijn geweest voor onze toekomstvisie. Neem bijvoorbeeld Douglas Hepler, de Amerikaan die de basis heeft gelegd van Pharmaceutical Care. Hoewel hij in een ander zorgstelsel werkte, worstelde hij met dezelfde problemen. Zijn oplossing is intussen wereldwijd opgepikt en verder uitgewerkt. APB heeft dit niet alleen in de wet laten inschrijven, maar ook heel praktisch toepasbaar gemaakt. Ik noem APB wel eens 'de Boerenbond van de apothekers', omdat we ook altijd concrete diensten en 'tools' aan de apothekers aanbieden. Daardoor zijn we eigenlijk 'incontournable' en hebben we, door de jaren heen, zelfs een voorsprong genomen op veel landen. ... en dat is de verdienste van Dirk Broeckx... (begint hard te lachen) Absoluut niet. Ik heb heel vaak een rol in de coulissen en in de souffleursbak gespeeld. Wat we bereikt hebben, was alleen mogelijk door een sterke bestuursploeg, één persoon kan dat niet. Door mijn anciënniteit heb ik de laatste jaren wel voor wat stabiliteit en een stukje ervaring kunnen zorgen. En ik heb altijd veel belang gehecht aan het ontwikkelen van een duidelijke en coherente visie. Wat zijn voor u de belangrijkste verwezenlijkingen geweest? (een diepe zucht en een nog diepere frons) Eigenlijk die dingen die een nuttige impact hebben gehad op de dagelijkse praktijk. De ontwikkeling van de SIS-kaart is daar zeker bij, inclusief de Belgian Pharmacy Application (BPA), een onzichtbaar maar bijzonder belangrijk stukje APB software op vlak van verzekerbaarheid voor het vastleggen van terugbetalingsgaranties. De SIS-kaart is uiteindelijk ook hét instrument geworden om tot echte patiëntendossiers te komen. De introductie was niet evident.. Apothekers zijn op zich een behoorlijk inerte groep. Je moet sleuren om het schip van koers te doen veranderen. Maar het is gelukt. En wat zijn de gemiste kansen? Niet zozeer gemist, als nog te nemen kansen... Zonder twijfel het medisch-farmaceutisch overleg. Die deur hadden we tien jaar geleden al moeten opendoen. Op bepaalde plaatsen is dat spontaan gelukt, maar op velen plaatsen is het nu nog altijd niet evident. Het moment van de implicatie ervan - net toen de ziekenfondsen druk legden op de artsen om generieken voor te schrijven - was bijzonder slecht. Maar hopelijk komt er nu gauw schot in. Maar nu ga je weg... Welke horizonten lonken? In 1979 ben ik als titularis gestart, na overname van een apotheek op de Antwerpse Meir. Vrij snel ben ik in het bestuur van KAVA verzeild en daarna naar APB. Op dat moment, dertig jaar geleden, gaf ik cursussen marketing, merchandising en apotheekinrichting. Toen was dat 'not done'. Nu raap ik de draad opnieuw op. Binnen het Instituut voor Faramaceutische Bedrijfskunde (IFB) wil ik training gaan geven aan apothekers: ervaring doorgeven en helpen om een visie te ontwikkelen voor de volgende tien jaar. Want dat moeten we doen: vandaag kijken waar we over tien jaar willen staan. Ik blijf in de Bondsraad. En op 7 januari start ik een website ("de 7 de"), een plek waar apothekers en andere betrokkenen in de sector even kunnen pauzeren, tussen "het koersen in het peloton" door, om rond te kijken naar waar we allemaal aan het rijden zijn. En natuurlijk heb ik nog mijn eigen apotheek, de plaats waar ik het best kan aanvoelen wat er op het terrein leeft en nodig is.