...

Ook voor de apothekers en artsen blijft het nog te veel koffiedik kijken. Eén ding is zeker: het gaat alleen om terugbetaalbare geneesmiddelen in orale vaste vorm. Voor de rest zijn de plannen wel bekend, maar de concrete toepassing moet nog uitwijzen of het allemaal wel zo duidelijk is. Zo worden er niet alleen inspanningen van de apotheker gevraagd, maar ook van de (huis)arts. Hij moet immers zeer duidelijk zijn in zijn voorschrift. Het is immers de bedoeling dat alle door de arts voorgeschreven geneesmiddelen in een medicatieschema worden opgenomen. In dat medicatieschema staan niet alleen de geneesmiddelen, maar ook de duur van de behandeling en die moet de arts aangeven. Dat moet de communicatie tussen artsen, apothekers en WZC verbeteren. De apotheker moét die pillen niet per se afzonderlijk verpakken. Hij kan kiezen voor de Individuele Medicatie Voorbereiding (IMV) waarbij een verpakking met één of meerdere producten wordt bereid. Die zijn bestemd voor de individuele toediening aan één welbepaalde patiënt op naam op een bepaald tijdstip. Die individuele medicatie voorbereiding mag geautomatiseerd gebeuren, maar ook manueel. Er wordt echter telkens voor één week afgeleverd en er wordt ook per week getarifeerd. Maar de apotheker mag ook een publieksverpakking afleveren (voorbeeld voor kuren waarvan de verpakkingsgrootte de kuur volledig omvat) of hij kan kiezen voor gefractioneerde verpakkingen. Bij dat laatste levert hij af per blister. De primaire verpakking moet immers gerespecteerd worden. Zo is het goed mogelijk dat een patiënt tegelijkertijd voor de ene medicatie onder vorm van IMV bediend wordt en voor andere medicatie via publieksverpakking. Bij het uitvoeren van een voorschrift of een mediactieschema worden wel alle terugbetaald geneesmiddelen in vaste orale vorm per eenheid en voor een periode van zeven dagen worden getarifeerd.