...

Dat schrijft het federale Kenniscentrum voor de gezondheidszorg in de inleiding bij een nieuw rapport over de referentieterugbetalingen. De studie gaat na of alle lagen van de bevolking wel op dezelfde manier voordeel halen uit dit in 2001 opgestarte systeem. Dat wil het gebruik van goedkopere geneesmiddelen promoten. Hierbij baseert de Riziv-tussenkomst zich op de prijs van de generiek indien er een generisch product of een in prijs verlaagd merkgeneesmiddel beschikbaar is naast de originele specialiteit. Wil de patiënt toch een verdere behandeling met het origineel dan moet hij het verschil in terugbetaling zelf bijpassen. Via de patiënt wordt de arts dus onder druk gezet om goedkoop voor te schrijven. Globaal Medisch Dossier In 2008 werden circa 60 miljoen referentiesupplementen - zijnde het verschil tussen de referentieprijs en de prijs van een duurder geneesmiddel - betaald. Dat is ongeveer een tiende van de totale eigen bijdragen voor terugbetaalde medicijnen. Een derde heeft betrekking op cardiovasculaire producten maar het systeem is ook goed ingeburgerd bij medicamenten voor het zenuwstelsel en het musculoskeletale stelsel. In zeven van de twaalf onderzochte klassen schreven huisartsen meer goedkopere alternatieven voor dan specialisten - voor drie groepen gold het tegenovergestelde. Substitutie Om het succes van de referentieterugbetalingen te verhogen, beveelt het Kenniscentrum aan de quota goedkopere geneesmiddelen die artsen volgens de conventie moeten voorschrijven te verhogen. Meer prikkels zijn ook nodig om op stofnaam voor te schrijven. Tenzij de voorschrijver het uitdrukkelijk verbiedt, zouden apothekers een substitutierecht moeten krijgen. Het systeem bekender maken bij de patiënten kan door hen bij de aflevering van een medicijn duidelijke uitleg te geven over het bedrag en de oorsprong ervan.