...

In 1996 werden nog geen 80 miljoen DDD's antidepressiva aan de man - of beter: de vrouw - gebracht. Nu zijn dat er 259 miljoen. De selectieve serotonine heropnameremmers (SSRI) paroxetine en citalopram alleen al zijn goed voor respectievelijk 23 procent en 17 procent van de antidepressiva. Allemaal samen zijn de SRRI's goed voor 63 procent van alle verstrekte antidepressiva. De derde plaats is, met 13 procent, voor venlafaxine. Pas daarna komen de niet-selectieve monoamine heropnameremmers (de tricyclische of klassieke antidepressiva). Zij maken nog amper 12,5 procent van de antidepressiva uit. Vrouwen Twee op de drie voorschriften gaan naar vrouwelijke patiënten. Het verschil tussen mannen en vrouwen is al te zien is bij de erg jonge gebruikers. De leeftijd waarop zowel mannen als vrouwen de meeste antidepressiva nemen, is 56 jaar. Op die leeftijd zou 12 procent van de vrouwen en 7 procent van de mannen elke dag antidepressiva nemen. Het gebruik daalt dan weer tot de leeftijd van 67 jaar. Dan is opnieuw een stijging te zien die een maximum bereikt bij mensen die ver in de 80 jaar zijn. Goedkoper De stijging van het aantal verstrekte antidepressiva staat haaks op de vaststelling dat de kosten voor antidepressiva jaar na jaar dalen. In 1996 bedroegen de materiaalkosten nog 59 miljoen euro. In 2011, ondanks het tot 230 procent verhoogde gebruik, is die materiaalkost nog 'amper' 45 miljoen euro. De vergoedingen voor de werkzaamheden in de apotheek zijn hier niet bij inbegrepen.