...

25.000 werknemers in de ziekenhuissector werken in een niet-medisch beroep (inkoop, facturatie, communicatie, enz.) of in een ondersteunende dienst (apotheek, laboratorium, enz.) Tijdens de pandemie kwamen ze niet vaak aan bod in de pers die er de voorkeur aan geeft om artsen en zorgverleners te bevragen. AK-Hospitals wilde de impact van de gezondheidscrisis op niet-zorgpersoneel in ziekenhuizen evalueren. Onze enquête toont aan dat slechts een vierde van de respondenten 'toevallig' in de ziekenhuissector werkt. Niet minder dan 34% van de respondenten koos bewust voor een beroep in de gezondheidszorg, 27% om 'zinvol' werk te kunnen doen en 9% om een evenwicht te vinden tussen werk- en privéleven. Hoe heeft de pandemie deze werknemers getroffen? Bijna acht op de tien respondenten zijn van mening dat de werkdruk op hun afdeling is toegenomen, maar ook dat ze het gevoel hebben bij te dragen aan de strijd tegen covid-19. Zowat twee derde (62%) van de werknemers ervaart meer werkstress, terwijl een op de twee werknemers (53%) vindt dat hun afdeling tijdens de crisis kon functioneren zoals vóór maart 2020. Voor 55% van de respondenten verbeterde de relatie met hun collega's niet tijdens de crisis. En 73% vindt dat de inhoud van hun werk er niet aantrekkelijker op is geworden. Wat het evenwicht tussen werk- en privéleven betreft, vindt niet meer dan een derde dat die balans beter is dan voor de pandemie. Dat is het geval voor meer Nederlandstalige dan Franstalige respondenten (44% versus 23%). Het is geen verrassing dat meer werknemers die telewerken dan degenen die niet telewerken zeggen dat de balans tussen privé- en beroepsleven tijdens de crisis verbeterde. Vier op de tien respondenten zeggen bang te zijn om tijdens hun werktijd besmet te raken met het virus, Nederlandstaligen minder dan Franstaligen (32% versus 46%). In het algemeen zijn negen op de tien werknemers van mening dat hun ziekenhuis de crisis tot dusver 'voldoende' (59%) of 'heel goed (33%) heeft beheerd en dat hun afdeling 'redelijk goed' of 'heel goed' functioneerde. De aangehaalde oorzaken van de problemen zijn in aflopende volgorde: gebrek aan communicatie, technologische problemen en managementproblemen. Een derde van de respondenten meent dat er geen grote problemen opdoken in hun ziekenhuis. Vier op de tien niet-zorgmedewerkers konden tijdens de pandemie één of meerdere dagen thuis werken; 7% deed dat al voor maart 2020 en 10% kon dat pas toen de lockdown begon. Het aantal toegestane telewerkdagen varieert sterk (zie grafiek). Nederlandstaligen konden meer telewerken dan Franstaligen (52% versus 33%). Zes op de tien respondenten geven aan dat het post-covid telewerkbeleid al vastligt in hun ziekenhuis en dat ze na de pandemie nog altijd thuis kunnen werken. Meer dan een derde van de respondenten (38%) weet nog niet of ze na de pandemie nog kunnen telewerken en 1% weet zeker dat ze na de crisis niet meer van thuis uit kunnen werken. De meerderheid (87%) van degenen die vóór de pandemie al telewerkten, gelooft dat ze deze manier van werken ook na de pandemie zullen kunnen behouden. Waarom konden sommige ziekenhuismedewerkers tijdens de pandemie niet thuis werken? De meerderheid van hen (70%) zegt dat het technisch niet mogelijk is om hun werk op afstand uit te voeren. Voor 12% ging het om een verbod van een overste en voor 5% van de respondenten was het een persoonlijke keuze om niet thuis te werken.