...

De jaarlijkse bespreking van het gezondheidszorgbudget komt er weldra weer aan. De farmaceutische bedrijven ontkennen niet dat de economische situatie een moeilijke oefening vergt. "Net daarom vraagt deze uitdaging moed en creativiteit", onderstreept de baas van pharma.be. De koepelorganisatie hoopt op een geneesmiddelenbudget dat tegemoet komt aan de noden van zorgverstrekkers en patiënten. Een budget dat haar leden, die er prat op gaan zonder aarzelen de therapeutische grenzen te verleggen, niet in een wurggreep houdt. Schijnwerpers Voor het scenario voor 2012 vorm krijgt, richt Leo Neels de schijnwerpers op enkele steeds weerkerende procedures die al te vaak vergeten worden. "In de uitgaven van de ziekteverzekering is het budget van de geneesmiddelen het enige dat een dynamiek heeft van een automatische creatie van budgettaire marges. De bijdrage op de omzet brengt het Riziv op jaarbasis 260 miljoen euro op. Bovendien berekent de regering een globale indexmassa, inbegrepen het geneesmiddelenbudget, waarop een indexering wordt toegepast. Die wordt berekend door de Nationale Bank en het Planbureau. De budgetten van ziekenhuizen en erelonen genieten van de index, terwijl die niet wordt toegekend aan het geneesmiddelenbudget", verduidelijkt Leo Neels. "We dragen in 2012 aan de indexmassa bij voor een bedrag van 80 miljoen euro, zonder het zelf te kunnen gebruiken. De afgelopen vijf jaar was de toegestane groei voor het geneesmiddelenbudget de zwakste van alle uitgavenposten in de gezondheidszorg. "Het geheel steeg met 2 à 3 procent, terwijl dat voor het geneesmiddel slechts 0,4 procent was", betreurt hij. Op het vlak van de terugbetalingspolitiek "kan een unanieme positieve beslissing van de CTG teruggedraaid worden met als enige motief het budgettaire". Hierdoor worden, volgens Neels aan patiënten waardevolle therapeutische innovaties onthouden. Een tanende ster Meng de bovenstaande ingrediënten, schud ze enkele seconden en u bekomt ongetwijfeld een industrie doordrongen van een gevoel dat ze bovenmatig geviseerd wordt en dat haar producten niet naar waarde worden geschat. "In 2011 wordt 65 procent van de besparingen in de gezondheidszorg bij de farmaceutische industrie gehaald, terwijl we slechts 13 procent van het budget vertegenwoordigen", rekent Leo Neels voor. De overheid probeert de industrie naar hier te lokken, maar draait ze daarna de duimschroeven aan wanneer het er op aankomt een geneesmiddel terug te betalen. Deze contradictoire politiek doet knipperlichten branden op de internationale hoofdkwartieren. Grenzen Leo Neels hoopt dat zijn sector, die hard getroffen wordt door het verstrijken van een aantal brevetten (waaronder enkele 'vedetten' in het therapeutische arsenaal die in 2012 zorgen voor een waardeverlies van 93 miljoen euro), kan evolueren in een kader dat zijn activiteiten naar waarde schat. "Het geneesmiddel blijft een goedkoper therapeutisch middel dan de anderen. Neem bijvoorbeeld de PPI's die de hospitalisatiekosten in de chirurgie hebben doen afnemen." Hij rekent ook op waardering voor het maatschappelijke belang van de sector. "De Belgische farmaceutische industrie is goed voor 30.000 arbeidsplaatsen en zorgt voor zuurstof door zijn investering en in de kenniseconomie. Zo'n 42 procent van de omzet wordt geherinvesteerd in R&D. Het Europese gemiddelde is 17 procent. De sector zorgt letterlijk voor hoopvolle behandelingen voor duizenden zieken die in een klinische trial zijn opgenomen." Neels laat er geen twijfel over bestaan dat de grenzen van het haalbare stilaan in zicht komen.