...

Maya Detiège wilde weten wat er geworden was van de beloftes die minister Onkelinx precies een jaar geleden tijdens een plenaire vergadering van de Kamer had gedaan. Toen was aangebracht dat het stijgende gebruik van pijnstillers een probleem voor de volksgezondheid is en dat er dringend maatregelen moeten worden genomen. Toen al was er sprake van sensibilisering van en overleg met de apothekers, een campagne naar het grote publiek en een verstrenging van de reclameregelgeving. Overleg In haar antwoord geeft de minister toe dat het overleg met de apothekers nog altijd niet afgelopen is. "Het voortijdige einde van de legislatuur heeft dit project enigszins vertraagd", zegt de minister. In 2011 komt er wel een brede publiekscampagne, georganiseerd door het FAGG, over het juiste gebruik van geneesmiddelen. Daarin zou de overconsumptie van pijnstillers ook aan bod komen. De campagne zal immers de vrij verkochte pijnstillers als specifiek thema opnemen. Alle gezondheidsactoren worden bij de actie betrokken en de apothekers krijgen een bijzondere rol wanneer het gaat over de pijnstillers. De minister erkent in die campagne de rol van de apothekers. "De apotheker is de eerste actor, en vaak de enige, die kennis heeft van het, soms problematische, gebruik van pijnstillers." Strenger Op de vraag naar een strengere wetgeving wat betreft de reclame voor pijnstillers, is de minister ook duidelijk. "Ik heb het FAGG laten onderzoeken of die kan worden verstrengd. De conclusie luidt dat België reeds alle beperkingen heeft opgelegd die de richtlijn 2001/83, die het kader voor de reclame voor geneesmiddelen vastlegt, toestaat. Een nieuwe en striktere regelgeving is dus niet mogelijk." Volgens de minister kan zij alleen maar eisen dat de regelgeving zo restrictief mogelijk wordt toegepast. Zij wil ook de wettelijke verplichting bevorderen voor het rationele gebruik van het geneesmiddel waar reclame voor wordt gemaakt. Als voorbeeld geeft de minister aan dat zij een campagne heeft geweigerd waarbij een pijnstillertablet van 1g werd aanbevolen, terwijl de aandoening beter en met minder risico's met een tablet van 500 mg kon behandeld worden.