...

De evolutie van de contacten met de huisarts tussen 2001 en 2008 toont geen grote verschillen maar wel tendensen. De dalende trend van zowel eenmalige bezoeken als de frequentie bij meerdere bezoeken loopt gelijk over de drie gewesten (zie tabel). Het gemiddeld aantal contacten met de huisarts daalde van 5,4 naar 4,7 in Vlaanderen en van 5,4 naar 4,5 in Wallonië. Ook in Brussel daalde het aantal contacten (van 4,1 naar 3,9). Specialist Bij contacten met de specialist is een gelijkaardige trend zichtbaar wat het aantal mensen betreft dat minstens één keer per jaar een specialist raadpleegt. Maar waar in Wallonië en Brussel het gemiddeld aantal contacten zichtbaar is gedaald (van 2,5 naar 2 in Wallonië en van 3,4 naar 3 in Brussel) zien we dat het gemiddeld aantal consultaties in Vlaanderen licht is gestegen (van 1,9 naar 2). Vervelend is wel dat de cijfers die hier worden geciteerd afkomstig zijn van de gezondheidsenquête en dat de cijfers van het Riziv (die alleen over België gaan) niet helemaal overeenkomen. Die tonen immers een lichte stijging van het gemiddelde aantal contacten met specialisten. Geneesmiddelengebruik Als we dan kijken naar het geneesmiddelengebruik, valt het op dat er een duidelijk verschil is in de evolutie van het gebruik van voorgeschreven en niet-voorgeschreven geneesmiddelen. Het aantal gebruikers van voorgeschreven geneesmiddelen stijgt, van niet-voorschriftplichtige geneesmiddelen daalt het gebruik. Zowel de stijging als de daling zijn significant. Waar in 2001 gemiddeld 47,7 procent van de bevolking voorgeschreven geneesmiddelen had gebruikt en 27,1 procent vrij verkochte, is dat voor 2008 maar liefst 50,7 procent (voorgeschreven geneesmiddelen) en 22,3 procent (vrij verkochte geneesmiddelen). De toename van voorschriftplichtige geneesmiddelen is sterk bepaald door de vergrijzing en een toenemend aantal patiënten met chronische aandoeningen.