Hoeveel kinderen hebben thuis ooit een schildpad gehad? Heel veel. Ouders kiezen vaak snel voor een schildpad omdat je het beestje niet hoort klagen, hij stil is en op het eerste gezicht weinig zorgen vraagt. Maar onvoorbereid een schildpad in huis halen, is ronduit onverantwoord. Sommige schildpadden mag je wettelijk zelfs niet eens houden.
...
Er bestaan landschildpadden ( testudinae), waterschildpadden ( emydidae), weekschildpadden ( trionychidae) en modderschildpadden ( kinosternon). Alle landschildpadden zijn opgenomen in de overeenkomst van Washington. Dat wil zeggen dat ze, stuk voor stuk, op de lijst van beschermde diersoorten zijn opgenomen. Je mag deze reptielen dus niet zomaar invoeren verkopen of vervoeren. Schild Schildpadden hebben - zoals het woord zegt - een groot en stevig schild, een ovale, duidelijk te onderscheiden kop, altijd vier poten en een staart. Alle ledematen kunnen volledig in het schild worden teruggetrokken. De staart heeft geen echte functie. Het ronde tot ovale schild bevat het grootste deel van het lichaam. Dat schild bestaat uit een platte onderzijde (het buikschild) en een bolle bovenzijde (het rugschild). Deze twee delen staan in verbinding met een benen brug. De binnenzijde van het schild bestaat uit huidbeenderen of beenplaten. Die zijn ontstaan uit de ribben en borstwervels. De kleur en tekening zijn verschillend en die tekening is uniek. We zouden kunnen zeggen dat ze de vingerafdruk van een schildpad is. Te land en te water Een landschildpad heeft een bolvormig schild, een waterschildpad heeft een plat schild om beter te kunnen zwemmen. Het schild van schildpadden is zeer sensibel, vooral aan de naden tussen de schildplaten. Schildpadden leggen eieren (1à 150) in een gegraven holte waar ze uitkippen. Het zijn koudbloedige dieren, hun lichaamstemperatuur is 0,1 à 0,2 °C lager dan de omgevingstemperatuur. Het is bijzonder moeilijk om op basis van uitwendige kenmerken vast te stellen of je nu met een mannetje of een vrouwtje te maken hebt. Oogjes De meest voorkomende ziekten bij schildpadden zijn oogontstekingen (te behandelen met chloramphenicol oogzalf of vitamine A oogzalf) en rachitis (vast te stellen door de knobbels op het schild). De oorzaak van rachitis is vaak te wijten aan een tekort aan vitamine D en vitamine A. Als bacteriële aandoeningen kennen we vooral salmonellose, die als zoönose op de eigenaar kan worden overgebracht. Oppassen dus! Kenmerken daarvan zijn diarree en apathie. De meest courante behandeling is neomycine naar rato van 10 mg/kg oraal, twee keer daags. Vergeet daarbij niet een degelijke ontsmetting van het terrarium met bijvoorbeeld een oplossing met 1 procent formaline. Ademhalingsproblemen (pneumonie) bij de schildpad kunnen behandeld worden met enrofloxacine (10 mg/kg inj. gedurende 5 dagen) en gentamicine (5 à 10 mg/kg inj. om de 2 dagen). Mycotische aandoeningen van de huid en het schild worden lokaal behandeld met een permanganaatoplossing 1 procent in water en dat wordt aan 0,1 procent toegevoegd aan het badwater. Na een goede droging kunnen ook antimycotische zalven worden toegepast. Parasieten Parasitaire aandoeningen zijn vooral hexamitose, amoebiase (behandeling respectievelijk: dimetridazol à 400 mg/liter badwater, te gebruiken gedurende 14 dagen ofwel 40 mg/kg gedurende 5 dagen en metronidazol 75 mg/kg oraal gedurende 5 dagen) en nematoden (behandeling levamisol 50 mg/kg inj., of febendazol 2,5 % suspensie: 30 à 50 mg/kg oraal, te herhalen na 14 dagen). Dierenartsen zijn zeer voorzichtig met het toedienen van antibiotica. Als die echt nodig zijn, dan moeten ze individueel worden toegediend. Datzelfde geldt trouwens ook voor andere geneesmiddelen. Gezien het belang van vitaminetekorten (of zelfs een teveel) in de voeding geeft men bij voorkeur speciaal voor deze reptielen samengesteld voer. Dierenarts Denk niet dat een schildpad geen geregelde opvolging nodig heeft bij de dierenarts! Schildpadden zijn immers gevoelig voor ecto- en endoparasieten en omdat de gevolgen daarvan desastreus kunnen zijn is het noodzakelijk dat de eigenaar minstens elk jaar een bezoek brengt aan de dierenarts. Preventieve toedieningen van allerlei medicijnen tegen allerlei soorten aandoeningen - in de zin van 'baat het niet, het schaadt ook niet' - zijn echter niet aangewezen. Er is immers een verhoogd risico op individuele reacties op scheikundige stoffen. u