...

Bronchiale hypersecretie kan het gevolg zijn van een NKO-aandoening (laryngitis, sinusitis...), een bronchopulmonair probleem (astma, bronchitis), het kan een digestieve oorzaak hebben (gastro-esofagaal reflux GERD) of de uiting zijn van een ernstige pathologie (mucoviscidose). Bronchiolitis "Ons Lea is 13 maanden en ze wordt behandeld voor een bronchiolitis. Ik geef haar al tien dagen een hoestsiroop, maar ze blijft maar hoesten..." Met het idee dat ze daarmee goed doet, geeft de moeder van Lea haar een mucolytische siroop die niet door de arts is voorgeschreven. Ze hoopt dat ze daarmee de ademhaling van haar dochtertje zal verbeteren. Advies Bij bronchiolitis geven we geen mucolyticum. De hoest is immers een reflex van het organisme. Ze heeft als doel om de bronchiale secreties te evacueren, ingeademde partikels weg te krijgen of vreemde voorwerpen te verwijderen. Ze moet dus gerespecteerd worden. Al geven we toe dat ze de levenskwaliteit van de baby geen goed doet en bij de omgeving voor ongerustheid zorgt. Een studie rond farmacovigilantie heeft aangetoond dat mucolytica bij zuigelingen van minder dan 2 jaar de ademhaling tijdens de periode van een bronchiolitis kunnen doen verslechteren, het hoesten net doen verergeren en de bronchiale secreties frequenter maken. Ze wijzigen de viscositeit van de mucus en kunnen de behandeling van een ademhalingskinesist zelfs belemmeren. Respiratoire kine is trouwens de beste behandeling voor bronchiolitis. Homeopathie Bij respiratoire aandoeningen die gepaard gaan met mucus, blijft Ipeca (Ipecacuanha) de meest aangewezen remedie. Het is een plant van de familie van de Rubiaceae, afkomstig uit Zuid-Amerika. Het is gekend voor zijn slijmoplossend vermogen bij luchtweginfecties. De wortel bevat alcaloïden (emetine en cefaëline), saponinen, taninen en glucosiden. De behandelende homeopaat kan 5 granulen Ipeca 5CH, vier tot zes keer per dag, aanraden. De therapie moet verdergezet worden tot de luchtweginfectie verbetert. Lage verdunningen (3DH, 5CH) dienen tegen sputum en hoge verdunningen tegen bronchiale spasmen (9CH). Astma bij het kleine kind Voor de leeftijd van drie jaar vertoont ongeveer 30 procent van de zuigelingen een periode van respiratoir lijden met hoesten en piepende ademhaling. We spreken echter maar van astma als kinderen drie van deze perioden hebben doorgemaakt (gemiddeld 10 %). Het habituele scenario bestaat uit een eerste virale infectie in de NKO-regio's (verkoudheid), gevolgd door een bronchiolitis die ofwel geïsoleerd blijft ofwel recidiveert. De symptomen van bronchiolitis en astma lopen gelijk. Daardoor is het soms moeilijk om een juiste diagnose te stellen. Een misvorming van de trachea of van de bronchiën kan bovendien gelijkaardige symptomen veroorzaken. Een radiografie van de longen bij een 'piepende' baby is daarom noodzakelijk. Gelukkig genezen twee op de drie kleintjes tussen de leeftijd van 2 en 5 jaar omdat de astma voornamelijk virus-geïnduceerd is. De kinderen die niet spontaan genezen hebben een familiaal allergische en/of astmatische achtergrond (erfelijk) die de oorzaak is van crisissen die kunnen blijven voortduren tot op volwassen leeftijd. Conventionele behandeling De traditionele behandeling bestaat uit het beheersen van de astmacrisis met bronchodilatoren die de bronchiale spieren verwijden. Als de symptomen blijven aanhouden kan een behandeling op basis van corticoïden worden opgestart om de overdreven reactiviteit van de bronchiën te verminderen. Er zijn sprays in de handel maar inhalators verdienen de voorkeur al blijven ze moeilijk te gebruiken bij baby's. Daarom is het bijzonder belangrijk om er als apotheker zeker van te zijn dat de ouders het gebruik van de inhalator goed begrepen hebben. De doeltreffendheid van de behandeling blijkt slechts geleidelijk. De therapeutische interventies variëren van 1 tot 3 maanden en zijn afhankelijk van de klinische respons. Een keer de astma onder controle is, kan men de minimale doeltreffende dosis bepalen voor de onderhoudsbehandeling. Waarschuwing Als de therapie wordt afgebouwd, dan moet dat geleidelijk gebeuren: een vermindering van 25 tot 50 procent per behandeling van 3 maanden. Het is iets wat zelden op het voorschrift wordt vermeld. Ouders stoppen de behandeling soms bruusk op eigen houtje en riskeren daardoor een heropflakkering van de symptomen. Ouders maken zich ook zorgen dat hun kind door de corticoïden niet meer zal groeien. Het gebruik van corticoïden (oraal of injecteerbaar) is gekend voor het effect ervan op de groei. Wetenschappelijke studies bij kinderen die een behandeling met corticoïden kregen tegen astma tonen aan dat er een groeivermindering is van 20 procent gedurende het eerste jaar, gevolgd door een normalisatie van de groei in de periode nadien. Er is geen enkel effect merkbaar op de grootte van het kind als het de volwassen leeftijd heeft bereikt. Andere behandelingen Anti-leukotriën zijn een nieuw soort anti-inflammatoire geneesmiddelen zonder corticoïden die de leukotriën blokkeren (bronchoconstrictiemoleculen die een rol spelen bij astma) en die ongevoelig zijn voor corticoïden. Deze producten worden ook via inhalatie toegediend. Ze vervolledigen de gewone behandeling om de doeltreffendheid ervan te verhogen. Ze hebben het voordeel dat ze geen effect hebben op de groei van het kind. De positieve werking ervan is inmiddels door wetenschappelijk onderzoek aangetoond. Een daarvan is de Préviastudie die een vermindering van het aantal crisissen per jaar en per kind heeft aangetoond.