...

Een apotheker die de patiënt duidelijk maakt dat automedicatie ook bij homeopathie, fytotherapie en aromatherapie gevaren inhoudt, maakt meteen ook duidelijk dat hij zijn verantwoordelijkheid als apotheker wil opnemen en instaat voor de kwaliteit van de producten en de noodzakelijke adviezen. Communiceer Aromatherapie maakt gebruik van etherische oliën die in een zeer beperkt volume een grote hoeveelheid chemische en biologisch actieve elementen bevat. Etherische oliën zijn bijzonder krachtig. Eén druppeltje is al goed om effectief te zijn. Maar ze kunnen ook toxisch zijn als ze op een foute manier gebruikt worden. Etherische oliën bevatten maar een deeltje van de plant. Ze bezitten daarom niet alle eigenschappen van de plant waar ze uit getrokken zijn. Een voorbeeldje: etherische olie van rozemarijn cineol is slijmoplossend en mucolytisch. Thee van rozemarijn wordt dan weer gebruikt om de spijsvertering te verbeteren. Etherische oliën en kwaliteit De doeltreffendheid en de toxiciteit van een etherische olie hangt af van zijn samenstelling, zijn chemische oorsprong, de plaats waar de plant is geoogst en de controle van de samenstelling door een gecertifieerd laboratorium. Heel wat aanhangers van de aromatherapie kopen hun oliën buiten de apotheek, op markten in de Provence, in wellness-centra of biowinkels. Die geven echter niet altijd een kwaliteitsgarantie en soms scheelt er ook iets aan de bewaring van de producten. Aan te raden planten "Ik wil geen geneesmiddelen, alleen een plantaardige behandeling..." Vaak zien we hoe patiënten die willen vermageren zich eerst naar de rayon met fytotherapeutische middelen gaan begeven en dan advies vragen aan de apotheker. Vanzelfsprekend vormen een aangepaste, evenwichtige voeding en lichaamsbeweging de basis van een doeltreffend dieet, maar bepaalde planten kunnen het effect ervan versterken. Maar niet op eender welke manier! Opgepast met homeopathie De keuze voor homeopathische verdunningen moet de verantwoordelijkheid blijven van apothekers/artsen die opgeleid zijn in homeopathie. Als algemene regel geldt dat lage verdunningen dienen voor acute problemen en hoge verdunningen voor behandelingen ten gronde. Maar soms hebben we te maken met een tweesnijdend zwaard. Als voorbeeld nemen we Hepar Sulfur (kalkzavellever), goed gekend als middel tegen ontstekingen, en tegen ettering van huid en slijmvliezen. Het is aangewezen bij blefaritis, etterende otitis, bij NKO (coryza, sinusitis, laryngitis...) en voor andere huidproblemen (abcessen, impetigo, steenpuisten). Lage verdunningen (4-5CH) bevorderen de verettering. Het wordt gebruikt als de wonde open is en het pus gemakkelijk kan evacueren of geëvacueerd worden na een insnede. Deze verdunning moet echter wel met voorzichtigheid toegepast worden bij patiënten met terugkerende otitis. Voor de hoge verdunningen (15-30CH) geldt dat ze worden toegepast in het eerste stadium van het abces om te vermijden dat de verettering zich doorzet.