...

Psoriasis is niet besmettelijk en treft tussen de 2 à 3 procent van de Belgische bevolking. Het evolueert in opstoten met periodes waarin de aandoening spontaan lijkt te verbeteren of de letsels erger lijken te worden. Naargelang de vorm en het voorkomen van de letsels kunnen we verschillende types van psoriasis onderscheiden (zie kaderstuk). Uitlokkende factoren Het voorkomen en de evolutie van psoriasis wordt wel degelijk beïnvloed door factoren zoals stress, infectieziekten of bepaalde trauma's, zelfs al zijn die niet ingrijpend. Psoriasis heeft absoluut niets te maken met een gebrek aan hygiëne. Symptomen Bij psoriasis vulgaris vinden we een verstoring van het immuniteitssysteem waarbij de dendritische cellen (de T-cellen en de TNF-alfacellen) betrokken zijn. Daardoor wisselen de huidcellen heel snel en wanordelijk wat zich vertaalt in een ontstekingsreactie en een versnelde vernieuwing van de keratinocyten in de opperhuid. Bij psoriasispatiënten zien we zo een huidvernieuwing om de 2 à 3 dagen, terwijl dat bij de 'normale' mens over een periode van 28 dagen loopt. De nieuwe cellen worden met zo'n snelheid naar de oppervlakte geduwd dat er geen tijd is om de dode cellen te elimineren, waardoor we de vorming van plaques krijgen. Dermatologen beschikken over een soort scoretabel om de ernst van de psoriasis op een vrij objectieve manier in kaart te brengen (hoeveelheid huid die aangetast is, graad van ontsteking of vervelling). De mate waarin de patiënt afziet, is niet altijd evenredig met het gedeelte van zijn lichaam dat is aangetast, maar kan vooral afhangen van de plaats waar de aandoening het meest zichtbaar is. Behandelingen Definitieve genezing is bijna een utopie, maar de patiënt kan wel leren om de psoriasis beter te controleren. Zoals zovele ziekten die een stempel drukken op de levenskwaliteit, moet ook de aanpak van psoriasis globaal gebeuren. De patiënt staat daarbij centraal, niet zijn ziekte. Net daarom is het bijzonder belangrijk om een goede hygiëne te onderhouden. De behandelingen die nu tegen psoriasis worden ingezet, doen niets aan de oorzaak maar ze verminderen de symptomen door in te grijpen op de mechanismen die verantwoordelijk zijn voor de aandoening. De wetenschap staat echter niet stil en de therapeutische benadering wordt steeds beter. Topische behandeling Bij lichte tot gemiddelde psoriasis volstaat meestal een lokale behandeling. Weekmakende substanties (zoals op basis van hydraterende middelen zoals glycerol, sorbitol of ureum, of op basis van vetten zoals lanolie) verzachten de jeuk en hebben ook een weldoend effect op de droge huid. Soms zijn ook andere lokale geneesmiddelen aangewezen: het gaat daarbij om corticosteroïden, analogen van vitamine D (calcipotriol, calcitriol en tacalcitol) en bereidingen op basis van teer, salicylzuur en retinoïden. In behoorlijk wat gevallen is het noodzakelijk om verschillende geneesmiddelen samen te gebruiken. Het kan soms ook nuttig zijn om de middelen alternerend in te zetten. Een vette crème kan wel doeltreffender zijn, maar vele patiënten verkiezen een crème die aangenamer is: een lotion of een emulsie is bijvoorbeeld veel meer aangewezen om op de hoofdhuid aan te brengen. Fototherapie Ultraviolet licht (UV) helpt duidelijk bij psoriasisletsels. Fototherapie wordt dan ook veelvuldig ingezet bij patiënten van wie een belangrijk deel van het lichaam door psoriasis is aangetast. Als de respons op UV-B (eerste keuze) onvoldoende is, kan men overwegen om over te gaan tot Puva-therapie. Daarbij neemt de patiënt eerst oraal psoraleen in (of hij neemt een bad met psoraleen). Daarna wordt hij blootgesteld aan UV-A. Systemische behandeling Als de psoriasis erg uitgebreid is of als de patiënt niet reageert op een topische behandeling of fototherapie, dan kunnen immunosuppressiva of immunomodulatoren (zoals methotrexate, ciclosporine, TNF-inhibitoren zoals adalimumab, etanercept, infliximab en efalizumab) of geneesmiddelen die werken op de huidvernieuwing (vitamine A-derivaten zoals acitretine) aangewend worden. Bij sommige kan dat oraal, bij andere moet dat via injectie. Het is echter belangrijk te weten dat deze behandelingen vaak ook bijwerkingen hebben. Conclusie Het ontstaan van psoriasis blijft nog duister, maar de dermatologische wetenschappers blijven erg actief in het zoeken naar een behandeling die doeltreffend is en weinig bijwerkingen heeft. De effecten van psoriasis beperken zich echter niet tot het fysieke voorkomen. De ziekte heeft een belangrijk effect op de gevoelens en de emoties van de betrokken patiënten. Net daarom moet de opvang van deze patiënten globaal gebeuren en mag die zich niet limiteren tot de fysieke symptomen. Alleen zo kunnen we werken naar een hogere levenskwaliteit.