...

Een groot deel van de bevolking eet te weinig vitamine A. We denken daarbij vooral aan adolescenten (37%), zwangere vrouwen (32%) en vrouwen die borstvoeding geven (67%). Dat wordt aangetoond in deze studie van Sciensano en de Universiteit van Gent1, die het risico onderzocht op een onvoldoende inname van vetoplosbare vitamines via de voeding, verrijkt voedsel en voedingssupplementen. De vorsers zijn daarvoor uitgegaan van de voedingsconsumptiepeiling van Sciensano2. Wat de risicogroepen betreft, voerden ze een peiling uit via Kind en Gezin, de Franstalige tegenhanger ONE en de Belgische ziekenhuizen.De situatie betreffende vitamine D is vergelijkbaar: de voeding bevat te weinig vitamine D (die hoeveelheid dekt nauwelijks een derde van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid). Volgens de studie nemen 13% van de zuigelingen die borstvoeding krijgen, 31% van de zuigelingen die flesvoeding krijgen, en ongeveer 30% van de zwangere vrouwen geen vitamine D-supplementen in. En 26% van de zuigelingen die er wel krijgen, krijgt er te veel."De Hoge Gezondheidsraad raadt aan kinderen dagelijks 10 µg vitamine D te geven. Er zijn echter grote verschillen tussen de verschillende richtlijnen. Het zou dus wenselijk zijn tot een nationale consensus te komen om overdosering te voorkomen. Een overdosering kan immers schadelijk zijn voor de gezondheid", preciseert Isabelle Moyersoen, onderzoekster bij Sciensano.Volgens de studie volstaat de consumptie van verrijkte voedingsmiddelen ook niet om vitamine D-deficiëntie in de algemene be volking te voorkomen, en slechts een kwart van de mensen neemt vitamine D-supplementen in. Daarom raadt Sciensano aan om stelselmatig op nationaal niveau vitamine D toe te voegen aan bepaalde eetwaren."Dat stemt", aldus prof. Jean Nève, voorzitter van de Hoge Gezondheidsraad, "overeen met wat we al een tijdje weten: de Belgische bevolking en vooral dan bepaalde groepen nemen te weinig vitamine A en vitamine D in. De richtlijnen van de Hoge Gezondheidsraad, die in 2016 wereldkundig werden gemaakt en gebaseerd zijn op de wetenschappelijke literatuur, zijn samengevallen met de voedingsconsumptiepeiling van Sciensano. De tendensen zijn dezelfde, wat geruststellend is."In 2016 heeft de Hoge Gezondheidsraad dus nieuwe richtlijnen voor de voeding in België gepubliceerd3. De raad herinnert eraan dat vetoplosbare vitamine A in dierlijke (retinol) en plantaardige (carotenoïden) vetten zit. Vitamine A is belangrijk voor het zien, de groei en de ontwikkeling, de integriteit van de epitheelcellen, de immuniteit, de differentiatie van de cellen en de voortplanting."Een daling van het gezichtsvermogen, vooral bij schemerlicht, is een van de eerste tekenen van vitamine A-tekort. (...) Je kan de behoefte aan vitamine A niet evalueren door meting van de plasmaconcentraties, want die weerspiegelen de toestand van de reserves in het lichaam niet."De richtlijnen van de Hoge Gezondheidsraad liggen in de lijn van die van de EFSA (2015): dagelijkse aanbevolen hoeveelheid 750 µg retinolequivalenten/d voor volwassen mannen, 650 voor volwassen vrouwen, 700 voor zwangere vrouwen en 1.350 voor vrouwen die borstvoeding geven."Een teveel aan vitamine A komt maar zelden voor, tenminste als je niet te vaak lever of sterk gedoseerde voedingssupplementen inneemt. Bij chronische inname van een hoge hoeveelheid vitamine A kunnen teratogene spiegels worden bereikt", waarschuwt de Hoge Gezondheidsraad.Vitamine A zit hoofdzakelijk in producten van dierlijke oorsprong zoals de lever van jonge dieren, levertraan, eierdooier, volle melk, zuivelproducten, boter en vette vis. Provitamine A (carotenoïden) zit in groene groenten, gele en rode groenten en fruit. "In principe bevat een gezonde, gevarieerde voeding dus de gewenste hoeveelheden vitamine A zonder risico op inname van een te hoge hoeveelheid."Vitamine D is belangrijk voor de aanmaak en het op peil houden van botweefsel, de tanden, het immuunsysteem en de spieren. Vitamine D-tekort is zeer frequent bij kinderen en volwassenen, vooral op het einde van de winter en in het begin van de lente. "Volgens studies heeft 40-100% van de ouderen die in een woon-zorgcentrum verblijven, te weinig vitamine D." Ook zwangere vrouwen hebben vaak te weinig vitamine D, zodat de moedermelk onvoldoende vitamine D bevat.De Hoge Gezondheidsraad raadt aan om, los van de hoeveelheid vitamine D (calciferol) in de voeding, vitamine D-supplementen te geven vanaf de geboorte: 10 µg/d bij kinderen en 10-15 µg/d bij adolescenten tot de leeftijd van 18 jaar afhankelijk van de blootstelling aan de zon, 10 µg/d bij volwassenen, 15 µg/d bij volwassenen die risico op osteoporose lopen, en 20 µg/d tijdens de zwangerschap, tijdens de periode van borstvoeding en bij ouderen.Waar vind je vitamine D? In vlees, vetten en oliën, zuivelproducten, vis, schaal- en schelpdieren en in margarines, minarines, een aantal ontbijtgranen, bepaalde zuivelproducten en verrijkte vervangingsmiddelen van plantaardige oorsprong.Sciensano roept dus op tot een consensus over de maximale dagelijkse inname van vitamine D. De voorzitter van de Hoge Gezondheidsraad pleit ook voor voorzichtigheid: "Een hoge dosering van vitamine D aanraden kan problemen geven. Daarom raden wij een dosering van 10-20 µg/d aan. Het KB van 3 maart 19924 is te tolerant en staat te hoge doseringen van vitamine D (75 µg/d) toe, die eventueel toxisch kunnen zijn: vanaf een dosering van 100 µg/d dreigt gevaar. Waarom zou je trouwens zo'n hoge hoeveelheden in supplementen doen? We moeten effectief zijn, maar mogen geen toxiciteit veroorzaken."Volgens prof. Nève moet de apotheker nagaan wat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden zijn en goed letten op de doses. "Wat vitamine A betreft, is de wetgeving gelukkig correct. Alles wat in de handel te verkrijgen is als voedingssupplementen, geeft theoretisch geen problemen op voorwaarde dat de aanbevolen dosering wordt gerespecteerd."