De APB viert dit jaar zijn 75ste verjaardag. Voorzitter Koen Straetmans blikt terug op het verleden, maar kijkt vooral naar de toekomst en de rol die de APB kan blijven spelen in het Belgische gezondheidszorgsysteem.
...
De Apotheker: Waarom werd de APB 75 jaar geleden opgericht? Koen Straetmans: 75 jaar geleden waren de apothekersverenigingen vooral regionaal of zeer lokaal georganiseerd. Er waren op dat moment meer dan dertig lokale beroepsverenigingen. Het inzicht rijpte dat het voor de apothekers belangrijk was om een sterke federale associatie op te richten die de belangen van de zelfstandige officina-apothekers degelijk kon behartigen op nationaal niveau bij de minister en later bij instanties als het RIZIV, het FAGG en de ziekenfondsen. Op 18 december 1949 besloten het Algemeen Apothekersverbond (AAV) en de Nationale Pharmaceutique (NP) de handen in elkaar te slaan en op 1 januari 1950 zag de Algemene Pharmaceutische Bond (APB) officieel het daglicht. Richtte de APB zich in die beginjaren enkel op beroepsverdediging? Neen, de beroepsverdediging werd al snel uitgebreid met beroepsontwikkeling. Een andere belangrijke reden om de APB op te richten, was het inzicht dat sommige taken beter worden opgeschaald tot een groter niveau om efficiënter te werken. Ik denk daarbij aan juridisch advies, communicatie of informatieverstrekking over wijzigende wetgeving. Later kwam daar nog een databank van geneesmiddelen en gezondheidsproducten bij die door de apothekers kan worden gebruikt. Eerst waren dat publicaties en boeken, tegenwoordig is dat uiteraard allemaal digitaal ter beschikking. Wat zijn voor u de belangrijkste verwezenlijkingen van de APB? Goede vraag. Ik ben al lang bij de APB, maar natuurlijk nog geen 75 jaar. De verwezenlijkingen van de eerste decennia liggen dan ook wat verder af. Een belangrijke verwezenlijking is ongetwijfeld dat we er sinds begin deze eeuw in geslaagd zijn in de wetgeving te integreren dat de apotheker niet enkel iemand is die geneesmiddelen aflevert en bereidt, maar dat hij een volwaardige zorgverstrekker is. In 2006 werd in de wet ingeschreven dat de apotheker farmaceutische zorg verleent, advies verstrekt en de patiënt begeleidt bij zijn geneesmiddelengebruik. Dat is voor mij een belangrijke mijlpaal omdat het de eerste stap was in de evolutie van productleverancier naar zorgverlener. De voorbije jaren werd de zorgsector gekenmerkt door een verregaande digitalisering. Speelde de APB ook hierin een belangrijke rol? In 2012 lanceerde de APB het Gedeeld Farmaceutisch Dossier, waar we vandaag nog steeds de vruchten van plukken. Of een patiënt nu in Aarlen dan wel in Oostende een apotheek binnenstapt, de apotheker weet welke geneesmiddelen deze patiënt neemt - mits zijn eHealth-toestemming uiteraard. Hierdoor kan de apotheker de farmaceutische zorg en het advies aan de patiënt beter afstemmen omdat hij een volledig beeld heeft van de genomen medicatie. In 2017 werd een volgende stap gezet met de invoering van het begrip huisapotheker. De huisapotheker betekent een grote stap vooruit in de opvolging van chronische patiënten die meerdere geneesmiddelen nemen. Er ontstaat een trouwe band tussen de patiënt en de apotheker. Dat leidde tot innovaties zoals het nazicht van het medicatie- schema en begeleidingsgesprekken over bijvoorbeeld astma of COPD. Is er al onderzoek geweest naar het effect van de invoering van de huisapotheker? Zowel masterstudenten farmacie als geneeskunde deden al kleinschalig onderzoek. Die toonden allemaal aan dat er meerwaarde is voor de patiënt, de apotheker en de arts. Ook studies van het RIZIV en het Vlaams Patiëntenplatform wijzen in dezelfde richting. Sinds enkele jaren mogen apothekers ook vaccineren. Hoe evalueert u die evolutie? We vaccineren inderdaad sinds 2022 op vraag van de overheid tegen covid en sinds 2023 tegen griep. Het toont aan dat de apotheker nieuwe en andere zorgtaken op zich kan nemen die zinvol zijn voor zowel de individuele patiënt als de samenleving. Uit internationale voorbeelden weten we dat door zowel huisartsen als apothekers en verpleegkundigen in te zetten het aantal gevaccineerde mensen toeneemt. Het is duidelijk een en-en-verhaal. De apotheker wil complementair zijn aan de huisarts. De apotheker krijgt kwaliteitsvolle opleidingen om deze zorgtaken op zich te nemen. Niet alle apothekers voelen zich geroepen om te vaccineren. Weet u hoe de verhoudingen zitten? Uit recente cijfers blijkt dat drie vierde van de apothekers vaccineren tegen griep en dat de patiënt ook terechtkan in meer dan driekwart van de apotheken. Apothekers zijn niet verplicht te vaccineren. Wie zich daar niet goed bij voelt, hoeft het niet te doen. Er zijn verschillende redenen waarom apothekers niet vaccineren. Ik noem bijvoorbeeld het ontbreken van een geschikte ruimte om de vaccinatie te doen in kleinere apotheken. Apothekers staan duidelijk open voor het aanbieden van nieuwe diensten. In 2021 kregen we van de overheid de vraag of we ook patiënten wilden testen op covid-19. We hoopten dat de helft van de apotheken op de vraag zouden ingaan, uiteindelijk bleek meer dan twee derde van de apotheken bereid mee te werken. Welke prioriteiten heeft APB op korte en lange termijn? Welke toekomstprojecten staan er op het programma? Ik denk dat we in samenspraak met de overheid moeten bekijken welke zorg- taken de apotheker nog op zich kan nemen. Het potentieel van 4.500 apotheken, 12.000 apothekers en 6.000 assistenten wordt nog niet ten volle benut. Iedereen zegt dat er meer moet worden ingezet op preventie. We denken dat de apotheker hier een belangrijke speler in kan worden. Inzake vroegdetectie en screening kan de apotheker ongetwijfeld een rol spelen. We kunnen een patiënt die we kennen makkelijk doorverwijzen naar zijn huisarts wanneer we een probleem vermoeden. Overleg met de huisartsen is hierbij van cruciaal belang. We staan klaar om onze rol binnen geïntegreerde zorg op ons te nemen. In mijn ogen is digitale informatiedeling daarbij erg belangrijk, met de huisarts en andere zorgverstrekkers, maar ook met de patiënt. Hoe loopt de samenwerking met de huisarts, een belangrijk aanspreekpunt van de apotheker in de eerste lijn? Op het terrein loopt dat doorgaans zeer goed, maar uiteraard kan het steeds beter. Ik denk daarbij concreet aan het digitaal delen van informatie. Er zijn twee zorgverstrekkers die bijna elke patiënt ziet: de huisarts en de huisapotheker. Het is belangrijk dat die twee goed samenwerken. Het Medisch-Farmaceutisch Overleg is een goed werkend model, dat ons inziens nog meer kan worden ingezet op lokaal vlak in het kader van population health management.