...

Dat zei minister Beke begin november in de commissie Welzijn van het Vlaams Parlement op een tussenkomst van Immanuel de Reuse (Vlaams Belang). De Reuse verwees naar het advies van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België en zijn Franstalige tegenhanger (De Apotheker nr. 266). Hij herinnerde eraan dat bepaalde risicogroepen niet bereikt worden en noemde de huidige situatie 'verre van ideaal'. Patiënt moeten nu eerst naar de huisarts voor een voorschrift, vervolgens naar de apotheker voor het vaccin en daarna opnieuw naar de huisarts voor de vaccinatie.Minister Beke had oor naar die argumenten. Hij realiseerde zich wel dat er nog heel wat water door de Schelde moet vloeien. Om te beginnen is er een federale wetswijziging nodig zodat het apothekers wettelijk toegelaten is te vaccineren. Daarnaast is er een bijkomende opleiding nodig voor apothekers. "Evenmin kan het de bedoeling zijn dat artsen en apothekers elkaar concurrentie aan doen," aldus Beke. "Dat hoeft ook niet. In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld vaccineren zowel apothekers als huisartsen. Dat heeft geleid tot een verhoogde vaccinatiegraad bij de bevolking. Dit alles vergt wel een goede samenwerking."Na de wetswijziging wil Beke in eerste instantie een proefproject opzetten in een beperkte regio. "We plaatsen het topic nu al wel op de agenda van de volgende vergadering van de Vlaamse vaccinatiekoepel. In de koepel zetelen vertegenwoordigers van de verschillende vaccinatoren," aldus Beke. De minister verwacht een advies zodat apothekers kunnen ingeschakeld worden zonder dat dit tot een concurrentiestrijd met de artsen leidt.Huisarts Freya Saeys (Open VLD) liet in de commissie Welzijn wel een kritisch geluid horen. "Om te beginnen gaat het uiteraard niet enkel over het griepvaccin maar betekent dit allicht dat apothekers ook andere vaccins zullen kunnen zetten," aldus Saeys. "Daarnaast vaccineren huisartsen patiënten doorgaans in het kader van een meer uitgebreide raadpleging waarbij andere gezondheidsaspecten aan bod komen. Als men beide handelingen scheidt, zal dit qua uitgaven geen nuloperatie zijn."Dokter Saeys wees erop dat apothekers en huisartsen op heel wat plaatsen goed samenwerken. "En huisartsen weten goed wie de risicopatiënten zijn qua pathologie en zorgbehoeften. Het valt te betwijfelen of deze groep via de apotheker kan bereikt worden."Tot slot vroeg ze zich nog af wie voor de vaccinatie financieel zal opdraaien: het federale Riziv of de gemeenschappen - aangezien het hier over preventie gaat.Minister Beke wil apothekers toelaten te vaccineren maar het medisch korps is het daarmee niet eens, zo blijkt uit een recente online bevraging bij 675 artsen van Artsenkrant en artsenvakbond BVAS. 64% van de respondenten vindt het toedienen van vaccins door apothekers 'gevaarlijk' en 18% noemt het nutteloos. 26% van de artsen vindt dat de mogelijkheid overwogen kan worden (12%) of dat dit nuttig kan zijn (8%). Op dit vlak zijn er geen verschillen tussen Nederlandstalige en Franstalige dokters.Hoe staat het met 'het opstarten door de apotheker van terugbetaalde behandelingen zonder voorschrift?' Daar zijn artsen manifest tegen. Acht op de tien meent dat dit 'gevaarlijk' is en 9% ziet er het nut niet van in. Voor meer dan één arts op de twee (56%) zou het ook 'gevaarlijk' zijn om apothekers toe te staan om terugbetaalde behandelingen zonder voorschrift te hernieuwen. Voor 8% is dat 'nutteloos' en voor 8% 'nuttig'. Een derde van de respondenten vindt het 'haalbaar'. Franstalige en Nederlandstalige dokters zijn het er over eens dat het 'gevaarlijk' is om te delegeren (54% versus 56%). In het zuiden van het land zijn er meer artsen die dit 'haalbaar' vinden dan in het noorden (33,5% versus 26%).De peiling toont ook aan dat artsen vaker contact hebben met verpleegkundigen dan met apothekers of kinesitherapeuten. De frequentie van de samenwerking met verpleegkundigen omschrijft een kwart van de respondenten als 'regelmatig' en de samenwerking met kinesitherapeuten en apothekers als 'occasioneel'.En wat denken artsen over het delegeren van taken die gewoonlijk door de huisarts worden verricht aan een andere gezondheidszorgbeoefenaar? 61% van de artsen zegt dat het 'onvermijdelijk' is (18%) en nuttig (43%) dat de huisarts taken delegeert die hijzelf doorgaans verricht. Volgens een derde (28%) is dit echter 'gevaarlijk'. Nederlandstaligen staan meer open voor deze evolutie dan Franstaligen. Op de vraag welke taken gedelegeerd kunnen worden, denken de artsen op de eerste plaats aan biometrie (bloeddruk, hartslag, gewicht, lengte,...), gevolgd door preventie (dieetadviezen, roken, fysieke activiteit, controle vaccinatieschema) en technische onderzoeken (ECG, spirometrie) zonder controle.De respondenten zijn minder te vinden voor het delegeren van taken zoals het voorschrijven van voorschrift-plichtige geneesmiddelen (95% is tegen), het aanpassen van de dosering van chronische medicatie (94% is tegen), de aanpassing van het insulineschema (77% is tegen), het toedienen van vaccins (64% is tegen) en de opsporing van colorectale kanker en borstkanker (61% is tegen).Artsen willen wel in de eerste plaats taken delegeren aan praktijkassistenten die onder hun supervisie werken. Vlaamse artsen staan daar veel positiever (82%) tegenover dan Franstaligen (46%). De taken die ze willen delegeren zijn: biometrie (93%), technische onderzoeken (84%), controle van het vaccinatieschema (81%) en preventie. De meningen zijn verdeeld als het gaat over de opsporing van colorectale kanker en borstkanker (50% voor versus 50% tegen) en het toedienen van vaccins (49% versus 51%). Van delegeren is geen sprake wat het aanpassen van de dosering van chronische medicatie betreft (91% is tegen), het voorschrijven van voorschrift-plichtige geneesmiddelen (89% is tegen), beperkte diagnostiek (85% is tegen) en het aanpassen van het insulineschema (79% is tegen).