...

Het FAGG is duidelijk verheugd over deze benoeming van prof. Dogné als lid van het GACVS. "Als Belgische bevoegde autoriteit besteedt ons agentschap bijzondere aandacht aan de voortdurende ontwikkeling van het netwerk van partners op internationaal niveau. De benoeming van een van onze experten binnen de WHO is een positief teken van een aanzienlijke erkenning van de Belgische expertise die binnen het FAGG is ontwikkeld en is essentieel voor de ontwikkeling en de activiteiten van ons speerpunt Vaccins", klinkt het met enige trots."Bij het EMA en het FAGG ben ik rapporteur aangaande de veiligheid van vaccins zoals dat tegen ebola (Ervebo) of Cervarix, Gardasil, Rotarix, Mosquirix... Het is net die expertise bij het EMA die de WHO interesseert. Ze hebben mijn profiel geselecteerd en na het insturen van mijn cv en een lijst met belangenconflicten, hebben ze mijn naam voorgesteld aan de directie van de organisatie", vertelt prof. Jean-Michel Dogné, die nu voor drie jaar benoemd is. Tegelijk blijft hij aan de slag bij het EMA, waar hij eveneens voor drie jaar benoemd is als vertegenwoordiger van ons land in de commissie farmacovigilantie die elke maand samenkomt.Bij de WHO vergadert het raadgevende comité over vaccinatieveiligheid twee keer per jaar in Genève, in juni en in december. "We werken ook intensief samen aan de hand van videoconferenties voor de opvolging van dossiers. Als er op een dag bijvoorbeeld een vaccin beschikbaar komt tegen het coronavirus, dan zal het GACVS op een transparante manier de gegevens over de epidemiologie en de vaccinatieveiligheid onderzoeken, de oorzakelijke verbanden tussen het vaccin of de bestanddelen ervan en de ongewenste effecten bepalen en aanbevelingen formuleren voor de WHO en diens strategische cel", legt de Belgische specialist uit. Hij zal in juni voor het eerst aan de meeting deelnemen.Het EMA is een regulerende instantie met als doel marktvergunningen af te leveren en geneesmiddelen op te volgen, voornamelijk in Europa. De visie van de WHO daarentegen is mondiaal, globaal en raadgevend. Ze doet aanbevelingen die de farmaindustrie niet de facto aanbelangen, en geeft raad over dringende kwesties, zoals het coronavirus."Voor de WHO is het van belang om de visies te kennen van de continenten die te maken krijgen met een ziekte en die een of ander vaccin zullen moeten gebruiken (bijvoorbeeld Ervebo tegen ebola of Mosquirix tegen malaria). Het EMA is veel meer gebonden aan de regelgeving, aangezien er Europese wetten en richtlijnen zijn voor de marktvergunningen, en die volgen we op", gaat hij verder.Om aanbevelingen te kunnen doen, baseert de WHO zich op farmacovigilantie. "Er is een centrum voor farmacovigilantie in Upsala in Zweden dat alle info over bijwerkingen verzamelt vanuit de lidstaten. De WHO voert ook epidemiologische of farmaco-epidemiologische studies op het terrein, met financiering die niet vanuit de farmaindustrie komt, maar van verschillende bronnen, zoals de lidstaten, en fondsen zoals de Bill and Melinda Gates Foundation. Dat is een voordeel van de WHO ten opzichte van het EMA, dat geen budgetten heeft om onafhankelijke studies te doen.""Binnen de WHO wordt een thema zoals vaccinatietwijfel vooral besproken in de Strategic Advisory Group of Experts (SAGE), die een globale visie heeft over vaccinatie. Maar ook 'mijn' comité heeft er belangstelling voor, want heel wat mensen willen zich niet laten vaccineren omdat ze bang zijn voor de risico's. Het GACVS wordt gevraagd om epidemiologische gegevens over de veiligheid van vaccins te analyseren en levert onafhankelijke, objectieve en diepgaande rapporten af die een antwoord bieden aan diegenen die risico's aanhalen die niet bestaan of die niet aangetoond werden", nuanceert prof Dogné.De antivaxxers richten hun pijlen momenteel op specifieke punten. Bijvoorbeeld: aluminium en het risico op neurotoxiciteit. "Het is de rol van het GACVS om de argumenten van die vaccinatietegenstanders te bundelen en om gedetailleerde kritische literatuuranalyses te maken om objectieve aanbevelingen uit te vaardigen. Er is momenteel geen enkel bewijs voor een verhoogd risico wegens aluminium in de vaccins", legt hij uit.De WHO houdt zich sinds 2015 met deze problematiek bezig en heeft aanbevelingen uitgewerkt waar de zorgverstrekkers en de bevolking bij betrokken worden. "Die zijn uiteraard ook gericht op de apothekers, die zeer invloedrijk kunnen zijn bij hun patiënten als het erop aankomt twijfel tegen te gaan en de vaccinatiedekking te verhogen. We bewandelen daarbij twee sporen: enerzijds sensibiliseren voor de noodzaak om te vaccineren, met de focus op griepvaccinatie. Anderzijds willen we dat offici-na-apothekers kunnen vaccineren, zoals al in een aantal landen mogelijk is: Frankrijk, Canada, Noorwegen, Portugal,... Onze enquête 'Wie bent u, apotheker?' (16 sept. 2019) heeft aangetoond dat meer dan zes op de tien apothekers daar voorstander van zijn.""Vreemd genoeg lijkt iedereen vandaag met ongeduld te wachten op een vaccin tegen het coronavirus, terwijl we eerder een aarzelende houding vaststellen tegenover het griepvaccin", merkt de Naamse prof op.De aanbevelingen van het GACVS en de verslagen van de bijeenkomsten staan op de website van de WHO. "In december hebben we bijvoorbeeld de veiligheid geëvalueerd van het vaccin tegen het rotavirus in subsaharisch Afrika en Indië, de link tussen het papillomavirus en vruchtbaarheid, of nog een wereldwijd rapport over vaccinatieveiligheid met meerdere strategische doelstellingen, waaronder ook sensibilisering voor vaccinatie. Het comité levert ook rechtstreeks aanbevelingen af aan de WHO-directie, die dan op haar beurt naar het brede publiek communiceert." In de huidige context van vaccinatietwijfels en de coronavirusepidemie, begint prof. Dogné alvast aan een intensief mandaat.