Alleen met een bloedtest kan je nagaan of iemand effectief antistoffen heeft. Die bloedtests zijn al weken geleden aangekondigd, maar het komt er maar niet van, en bovendien worden ze nog niet terugbetaald. Zelfs een patiënt die bereid is enkele tientallen euro neer te leggen, kan wettelijk gezien geen bloedtest laten doen.
...
Elke ochtend lezen tientallen diensthoofden van laboratoria het Belgisch staatsblad om te weten of de bloedtests nu zijn vrijgegeven. Tot nog toe (22 mei) vergeefs. De situatie blijft aanslepen, ook al vragen specialisten om dringend bloedtests op grote schaal uit te voeren. Eén van hen is professor Michel Goldman, hoogleraar immunologie en farmacotherapie aan de ULB, stichter van het institut I3 h (ULB) en voormalig ceo van het Europese initiatief voor vernieuwende geneesmiddelen (IMI), het grootste organisme dat openbare en privéfondsen verzamelt om ongedekte behoeften in de geneeskunde aan te pakken. Serologische tests worden voorbehouden voor patiënten die in het ziekenhuis worden opgenomen met een klinisch beeld van Covid-19 bij wie het resultaat van de moleculaire screeningtest niet strookt met dat van een CT-scan van de thorax, minstens 7 dagen na het begin van de symptomen, en voor ambulante of ziekenhuispatiënten met een klinisch beeld dat wijst op Covid-19, maar bij wie de PCR-test negatief was of die niet konden worden getest binnen 7 dagen na het begin van de symptomen, minstens 14 dagen na het begin van de symptomen.Een serologisch onderzoek is ook geïndiceerd bij de differentiële diagnose in geval van een atypische klinische presentatie minstens 14 dagen na het begin van de symptomen en om na te gaan of het verzorgingspersoneel en het personeel dat in ziekenhuizen, klinische laboratoria of gemeenschappen met een hoog besmettingsrisico (Covid-19-dienst, woon-zorgcentra, klinische laboratoria) werkt, antistoffen hebben in het kader van een plaatselijk management van het risico.Punt uit. Maar zelfs dat houden de gezondheidsautoriteiten nog in beraad. Waarom? Lionel Barrand, voorzitter van het Franse syndicaat van jonge medische biologen, onderstreept dat in tegenstelling tot wat we hadden gehoopt, er geen aanwijzingen zijn dat antistoffen beschermen tegen de ziekte en we weten ook niet hoelang een eventuele bescherming aanhoudt. Volgens Michel Goldman zeggen zowel de WGO als de Europese commissie al weken dat testen en contactopsporing essentieel zijn. "Patiënten en artsen worden als kinderen behandeld. Een huisarts kan een patiënt gerust uitleggen dat hij positief is, dat hij naar alle waarschijnlijkheid in contact is geweest met het nieuwe coronavirus en dat hij waarschijnlijk gedurende enkele maanden beschermd zal zijn. En de huisarts kan hem uitleggen dat dat niet wil zeggen dat hij geen voorzorgsmaatregelen meer moet nemen om zijn omgeving te beschermen. De mensen kunnen goed begrijpen dat die tests hun beperkingen hebben. En de tests worden niet direct aan de patiënten afgeleverd, maar enkel aan artsen." En terwijl de regering wacht om de sluizen van de antistoftests te openen, schaffen de patiënten ze zich aan op het internet of min of meer discreet in de apotheek. De Franse Haute autorité de santé heeft nochtans op maandag 18 mei het volgende advies gegeven: "De HAS raadt een massaal gebruik van zelftestkits, die in de apotheek worden verkocht, niet aan. De kwaliteit van die kits is immers wisselend, en het resultaat is moeilijk te interpreteren zonder de hulp van een arts." Michel Goldman verwijst ook naar een paradox: "Bijna 600.000 Belgen hebben het SARS-CoV-2 opgelopen, maar bij nauwelijks 55.000 patiënten werd de diagnose formeel gesteld doordat er zo weinig is getest (vooral bij gebrek aan beschikbare PCR-tests). Door antistoffen op te sporen (er kan bijna een miljoen tests meteen ter beschikking worden gesteld), verkrijg je meer zekerheid. We kennen het virus en de effecten van de ziekte op lange termijn nog niet goed. Het is niet uitgesloten dat het virus in de toekomst nieuwe klinische verschijnselen zal veroorzaken. Het zou kunnen dat patiënten letsels overhouden aan de longen, het hart of de nieren. De regel zou dus eenvoudig moeten zijn: iedereen bij wie een infectie werd vermoed, zou moeten worden getest. En terugbetaald. De huidige terugbetalingsvoorwaarden getuigen van een paternalisme van slecht alooi en een inbreuk op de prerogatieven van de arts." In die mate dat meerdere ziekenhuizen die tests toch uitvoeren... met zekerheid wetende dat ze niet worden terugbetaald. Zijn we geïmmuniseerd na een SARS-CoV-2-infectie en zo ja, hoelang? Binnenkort zullen we een antwoord hebben op die vragen, die essentieel zijn om een beter beeld te krijgen van de circulatie van het virus in de bevolking, en om de nodige maatregelen te kunnen nemen om de epidemie in te dijken, maar ook om de condities van een 'groepsimmuniteit' te evalueren. Professor Pascale Huynen van het laboratorium voor infectieuze serologie en klinische virologie van het CHU van Luik voert een onderzoek uit bij 3.800 vrijwilligers onder wie personeelsleden en studenten. De eerste golf bloedafnames werd gestart op 6 april en is nu afgesloten. De tweede loopt en de laatste is voorzien voor einde juni. Dankzij het representatieve karakter van het grote aantal stalen zullen ze de resultaten kunnen extrapoleren naar heel Wallonië. Maar de afwachtende houding van de overheid is misschien zo slecht nog niet. In een recent artikel in Science wordt de vraag gesteld of opsporing van antistoffen tegen het SARS-CoV-2 kan helpen bij de beslissing om al dan niet het werk te hervatten. "Je moet betrouwbare tests gebruiken om de mensen te helpen hun normale leven te hervatten", schrijven Florian Krammer en Viviana Simon. Daarbij moet je rekening houden met de sensitiviteit en de specificiteit van de test en met het feit dat een aantal vragen nog niet kan worden beantwoord. Serologische tests zullen belangrijk zijn om vragen te beantwoorden over de prevalentie van het virus in bepaalde bevolkingen en over de immuniteit tegen het virus. Eén voorstel is mensen die een voldoende titer antistoffen hebben, hun werk te laten hervatten. "Maar, aldus de auteurs, er zijn weliswaar meerdere testkits goedgekeurd voor dringend gebruik, maar die geven geen antwoord op vragen zoals: Ontwikkelen alle geïnfecteerde patiënten een voldoende hoeveelheid antistoffen? Correleert de antistoftiter met de mate van bescherming tegen een nieuwe infectie? Hoelang houdt die bescherming aan? Er zouden dringend studies moeten worden opgestart om die vragen te beantwoorden", schrijven Krammer en Simon. Zo niet, zeggen ze, "zullen beslissingen over de tewerkstelling misschien worden gebaseerd op onvolledige informatie en verkeerde hypothesen."