...

Het project 'Negatief nieuws brengen: communicatiestrategieën rondom het wisselen van medicatie passend bij patiënt en apotheekteamlid' wordt gesubsidieerd door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP). Uit een onderzoek van 14 patiëntenorganisaties bij hun leden, blijkt dat in Nederland bij zo'n miljoen patiënten één of meer keer per jaar een geneesmiddel van een ander merk afgeleverd wordt dan ze tot dan kregen. Vaak is daar geen medische reden voor en gaat het om geneesmiddeltekorten. Veel patiënten hebben begrip voor de wissel, maar soms is dat niet het geval en wordt de apotheker geconfronteerd met boze reacties en agressie, wat een goed gesprek terzake bemoeilijkt. Dat kan op zijn beurt leiden tot ontevreden patiënten, suboptimaal geneesmiddelengebruik - én minder werkplezier voor de apothekers. Met het onderzoek 'Negatief nieuws brengen' wil het Nivel meer te weten komen over verschillende communicatiestrategieën en de toepassing ervan: wanneer en bij wie kun je welke strategie het best inzetten? Het project ging van start op 1 augustus 2020 en loopt tot 30 september 2022 en moet resulteren in praktische tools voor apothekersteams die gebundeld worden op een vrij toegankelijke website. Daarnaast wordt een training ontwikkeld voor het apotheekteam om de strategieën goed te kunnen toepassen. "We beogen apothekers handvatten te geven om op een goede wijze te communiceren, ook in lastige situaties. Daarbij is het wisselen van medicatie een relevant probleem, zowel voor de apotheek, als voor patiënten. Hiertoe passen we twee communicatiestrategieën ('slecht nieuws gespreksmodel' en 'positive message framing) toe voor gesprekken over medicatiewisselingen, waarna we deze testen." Het project wordt geleid door prof. Liset van Dijk, Programmaleider Farmaceutische Zorg en bijzonder hoogleraar Pharmacy Health Services Research aan de Rijksuniversiteit Groningen en gespecialiseerd in 'farmaceutisch zorgonderzoek'. "Farmaceutisch zorgonderzoek bestudeert de rol van geneesmiddelen vanuit sociaalwetenschappelijk perspectief. Het doel is het verbeteren van de zorg om het goed gebruik van geneesmiddelen te bevorderen. Het gaat dus niet zozeer om de therapeutische werking van een middel, maar wel om de vraag naar wat het systeem in de farmaceutische zorg met mensen doet, hoe dat systeem beïnvloed wordt door het beleid en hoe mensen elkaar beïnvloeden in hun omgang met geneesmiddelen", zo zei de professor vorig jaar in haar inaugurale rede aan de Rijksuniversiteit Groningen. "Vroeger dachten we bij therapietrouw aan het gebruik volgens voorschrift. Maar voor mij gaat het er om dat je trouw bent aan de afspraak die je met je zorgverlener maakt. Iemand is wat mij betreft ook therapietrouw als hij afspreekt om zijn plaspil op donderdag te laten staan, omdat hij dan ongestoord naar zijn bridgeclub wil kunnen gaan. Naar de vraag of gedeelde besluitvorming aantoonbaar helpt bij therapietrouw kan overigens nog wel wat meer onderzoek worden gedaan." "Apothekers willen een meer zorgverlenende rol hebben, en daar hoort communicatie bij. Niet alleen de werking en het gebruik uitleggen en goed checken of de patiënt het heeft begrepen. Maar vooral ook achterhalen of mensen in hun dagelijks leven bepaalde problemen ervaren met het geneesmiddel. Vinden ze het misschien lastig in te passen in hun dagelijkse routine? Ervaren ze een bijwerking of zijn ze daar bang voor? Als apothekersassistenten bij het tweede uitgiftegesprek gericht doorvragen, blijkt maar liefst een kwart van de mensen een dergelijk probleem te ervaren. Daar is dus winst te behalen, want in zo'n vroeg stadium kun je samen nog heel goed zoeken naar oplossingen." "We kunnen veel leren van klinische trials, bijvoorbeeld welke effecten therapietrouw-interventies hebben op gezondheidsuitkomsten. Maar als je wilt onderzoeken hoe een interventie uitpakt in de dagelijkse realiteit - met alle verschillen tussen zorgverleners, patiënten en settings - kun je meer met actieonderzoek. Als een bepaalde training misschien gaandeweg toch beter kan worden aangepast, is dat in actieonderzoek gewoon mogelijk. De vraag wat er in de praktijk gebeurt als je aan zo'n training sleutelt, is juist cruciaal voor de implementatie", aldus van Dijk.