Met steeds nieuwe bijkomende taken evolueert de identiteit van de apotheker langzaam maar zeker. Een studie analyseerde de impact daarvan.
...
"Sinds een aantal jaar werkt de faculteit Farmacie van de Luikse universiteit samen met Jean-François Bussières van de onderzoekseenheid farmaceutische praktijk van het CHU Sainte-Justine in Montréal, die de rol van de apotheker als clinicus in de verf wil zetten. Aan de hand van het platform Impact pharmacie (1) repertorieert dat team de publicaties die betrekking hebben op de rol van de apotheker en de impact van diens interventies. Tijdens een Erasmusstage in die eenheid heeft één van onze studenten, Corentin Frison, een literatuurstudie (2) uitgevoerd over dat thema voor België. Het team had al een gelijkaardig onderzoek achter de rug voor Spanje", legt Geneviève Philippe uit. Koen Boussery en Els Mehuys van de UGent namen eveneens deel aan het project. Om te beginnen introduceerde Corentin Frison de sleutelwoorden 'apotheker' en 'België' in drie databases (Pubmed, Embase, CINAHL). Hij vond zo 232 artikels verschenen tussen 1 januari 2006 en 30 september 2019. Hij selecteerde de artikels over de rol van de apotheker en sloot bijdragen over bijvoordeeld software of het elektronisch voorschrift uit, wat uiteindelijk 65 te analyseren artikels opleverde. Wat is het resultaat? De meeste studies (74%) bevatten louter beschrijvende gegevens, de andere (26%) daarnaast ook metingen van de impact van de apotheker. In het lijstje van farmaceutische activiteiten komt de medication review (zowat 25 artikels) op de eerste plaats, gevolgd door advies aan de patiënt (punctuele interventie rond een geneesmiddel), therapeutische voorlichting (continu proces, interdisciplinair, niet alleen om de patiënt te informeren, maar ook te vormen en te evalueren) en de medication reconciliation. Meer dan de helft van de studies werd uitgevoerd in de officina (53,8%), zo'n 30% in ziekenhuizen, 7,7% in de twee tegelijk, en 9,2% in een andere praktijkomgeving. Van de 35 impactmetingen geassocieerd aan farmaceutische interventies, bleken er 23 positief, 12 neutraal en geen enkele negatief. "Die resultaten correleren met wat we op internationaal niveau vaststellen op het platform Impact pharmacie." Volgens Geneviève Philippe staat ons land zeker zijn mannetje in de literatuur over dit thema. "Onder andere gezien de financiering van het onderzoek en ook omdat de apothekers, met name in de officina, niet noodzakelijk opgeleid zijn om hun praktijk te analyseren en nog minder om daarover te publiceren. De officina-apothekers nemen in ons land een verscheidenheid aan taken op zich, maar jammer genoeg hebben zij niet altijd de tijd om dat in de literatuur in de verf te zetten. Onze studie toont slechts het topje van de ijsberg. De rol van de apotheker heeft wellicht nog veel meer impact, maar dat komt niet tot uiting." "De uitgevoerde onderzoeken hebben betrekking op het meerjarenplan 2015-2020 van de FOD Volksgezondheid in het kader van de ontwikkeling van de klinische farmacie in het ziekenhuis met vier doelstellingen: aanzetten tot een optimale en veilige farmacovigilantie, transmurale farmaceutische zorg garanderen (zoals het proefproject Chroni- lux), de farmacotherapeutische bekwaamheid en kennis bevorderen en de communicatievaardigheden ontwikkelen." De meeste geselecteerde studies zijn van de hand van Nederlandstalige auteurs (60-65%). "Dat valt mogelijk te verklaren door een grotere verbondenheid met de Angelsaksische cultuur, of doordat men de evaluatie van de praktijk meer aanmoedigt in de Vlaamse universiteiten. En misschien ligt het simpelweg aan het aantal onderzoeksteams. Aan Franstalige kant onderwijst men farmacie aan vijf universiteiten, maar in Namen en Bergen is de opleiding pas sinds dit jaar compleet. Hier in Luik houdt zich maar een heel klein team bezig met de officinale praktijk", licht Geneviève Philippe toe. Momenteel sensibiliseren alle universiteiten hun studenten wel voor die klinische rol. "Eén van de aspecten in onze studie is evenwel dat ze daartoe misschien nog niet voldoende opgeleid zijn, alleszins niet in de truncus communis, die vooral gericht is op de openbare officina. Als je de verplichte vakken bekijkt, die bepaald zijn in een Europese richtlijn, zie je dat het klinische aspect daarin weinig aandacht krijgt - de nadruk ligt vooral op algemene vakken, chemie, analyse, enz."