Ondanks de overvloed aan voedingsmiddelen is de voeding van jongeren niet altijd evenwichtig en levert ze soms geen voldoende hoeveelheden van bepaalde nutriënten.
...
Ongeveer 20% van de jongeren weegt te veel en 5,8% is zwaarlijvig. Er zijn aanwijzingen dat overgewicht bij kinderen en adolescenten overgewicht en obesitas later in het leven in de hand werkt. Enquêtes over de voeding van kinderen van 18 maanden tot 6 jaar leren dat die twee- tot driemaal te veel eiwitten bevat, onvoldoende vetten, vooral essentiële vetzuren (linolzuur en alfalinoleenzuur), en te veel sacharose en dat de hoeveelheid complexe koolhydraten maar net voldoende is. Vanaf de leeftijd van zes jaar is een minder strikte follow-up vereist. Zolang de gewichts- en lengtecurves normaal blijven, hoeft men niets te doen. Als de aanbevolen hoeveelheden worden ingenomen in het kader van een gevarieerde voeding, worden de behoeften aan macro- en micronutriënten gedekt behalve die van vitamine D. Vanaf de leeftijd van zes jaar vormen zich de eetgewoontes op grond van wat de kinderen leren op school, in het gezin en hun cultuur, en vinden we bij evaluatie van de voedselinname bepaalde tendensen terug: te veel eiwitten, verzadigde vetzuren, enkelvoudige koolhydraten (suikers) en zout en onvoldoende complexe koolhydraten, voedingsvezels, water, calcium en vitamine D. Wat is daar de oorzaak van? Knabbeltjes en suikerhoudende dranken. Het gebruik van frisdranken, fastfood en kant-en-klare schotels is sterk toegenomen. We eten ook grotere porties en weinig fruit en groenten. Ondanks die overvloed zijn er toch nog altijd tekorten. Vitamine D-tekort is zeer frequent. Ook moet de calciuminname in het oog worden gehouden, vooral bij een geringe consumptie van zuivelproducten. Vaak levert de voeding ook te weinig ijzer, zink en vitamine E (zit in oliën, oliezaden en bepaalde groenten), vooral bij jonge kinderen. Een groot gedeelte van de bevolking vertoont een vitamine D-tekort. Vitamine D is van fundamenteel belang voor de opname van calcium in de beenderen (vooral belangrijk bij kinderen van wie het bot volop aan het groeien is), maar is ook van cruciaal belang voor een normale werking van het immuunsysteem en vermindert bovendien vermoeidheid. Vitamine D verhoogt de intestinale absorptie van calcium en fosfor en maakt de beenderen en de tanden steviger. Om rachitis te voorkomen, wordt bij baby's een dosering van 400 IE per dag aangeraden tijdens het eerste jaar en vervolgens enkel tijdens de wintermaanden tot de leeftijd van 3 jaar. Gedurende de hele groei bedraagt de behoefte aan vitamine D minstens 400 IE/d. Er zit vitamine D in de voeding (lever, vette vis, zuivelproducten, eidooier...), maar de belangrijkste bron van vitamine D is synthese in de huid onder invloed van de zon. Op onze breedtegraad kan vitamine D-tekort worden teruggevonden zowel bij jongeren als bij oudere mensen. "Vitaminecomplexen" voor kinderen bevatten vaak geen calcium. Calcium is nochtans essentieel voor de mineralisatie van het bot. Naargelang van de leeftijd bedraagt de behoefte aan calcium 400-800 mg per dag en 1.200 mg/d tijdens de adolescentie. Die behoefte kan worden gedekt door dagelijkse inname van minstens 500 ml melk of equivalente zuivelproducten tijdens de kinderjaren en daarna twee à drie zuivelproducten per dag. Er zit ook calcium in het drinkwater, peulgewassen... Kinderen en adolescenten beperken hun melkconsumptie en bij hen is dus bijzondere aandacht geboden. In enquêtes over de voeding blijkt dat die te veel zout bevat (hoge consumptie van chips en snacks). Er wordt dan meer natrium geëxcreteerd en parallel daarmee daalt de calciumvoorraad. IJzertekort is het frequentste tekort in geïndustrialiseerde landen. 20-30% van de kinderen vertoont een ijzergebrek tijdens de eerste drie levensjaren. Zuigelingen die borstvoeding krijgen, vertonen zelden ijzertekort doordat ze het ijzer in de moedermelk goed absorberen. IJzergebrek veroorzaakt niet alleen anemie, maar kan bij zuigelingen ook gedragsstoornissen veroorzaken zoals prikkelbaarheid en apathie en een geringere weerstand tegen infectie. IJzertekort bij jonge kinderen kan ook bleekheid, vermoeidheid en een verminderde eetlust veroorzaken. Die symptomen komen geleidelijk op en uiteindelijk kan anemie ontstaan. Een ernstig ijzertekort vertraagt de intellectuele ontwikkeling van kinderen en verzwakt het immuunsysteem. De behoefte aan ijzer is het hoogst tussen vier maanden en drie jaar en tijdens de puberteit, vooral bij meisjes met een overvloedige menstruatie. In een evenwichtige voeding wordt ijzer geleverd door vlees, gevogelte, vis, peulgewassen, volkorenproducten en groene groenten. De ijzerconcentratie in het bloed kan worden gemeten om na te gaan of supplementen nodig zijn. Zink en vitamine C zijn tijdens deze pandemie dé sterren in voedingssupplementen omdat ze positieve effecten hebben op het immuunsysteem. Zink en vitamine C zitten ook in de voeding. De behoefte aan vitamine C wordt gedekt door een voeding met veel fruit (citrusvruchten) en groenten. Zink zit in rood vlees, graangewassen (en ook schaaldieren zoals mosselen en oesters). Bij kleine eters die die voedingsmiddelen niet willen eten, kan echter een zinktekort optreden en dat vertraagt de groei en veroorzaakt een immunodeficiëntie, afwijkingen van de huid en de aanhangsels en diarree. Zinktekort bij adolescenten kan de puberteit vertragen.