...

Als je (al dan niet verplicht) altijd in dezelfde omgeving wandelt, dan heb je het na een tijdje 'allemaal wel gezien'. Er sluipt routine in de wandeling of je wandelt op automatische piloot. De diepere drang om te ontdekken verdwijnt naarmate je meer wandelt of telkens voor vrijwel dezelfde routes kiest. De Franse schrijver Marcel Proust wist het in 1920 al: 'De echte ontdekkingsreis is niet nieuwe landschappen te zien, maar ze met nieuwe ogen te bekijken.' Niet de bestemming of de omgeving moet veranderen, maar wijzelf. En dat kan door bijvoorbeeld aandachtiger of anders naar iets te kijken dan voorheen. Michel Lafaille neemt je in zijn boek mee langs twaalf reflecties, verdeeld over evenveel hoofdstukken. Elk hoofdstuk begint met een verhaal rond een thema. Elk thema is gekoppeld aan een ander aspect van het wandelen. En telkens wordt het thema ook uitgewerkt voor een specifieke wandeling in Vlaanderen of Nederland. Maar elk van die thema's en wandel-benaderingen zijn net zo goed te vertalen naar wandelingen in je eigen streek of in een ver land. Al is dat eerste in coronatijden meer toepasselijk dan het laatste. Op het einde van elk hoofdstuk reikt de auteur de lezer ook een boel 'leermomenten' aan: praktische tips over hoe je omgaat met de net beschreven reflectie tijdens je eigen wandelingen. Het boek geeft aan wandelen telkens weer een andere dimensie. Zo kun je je aandacht richten op het verhaal van het landschap waar je doorloopt. Dat kan een groot, historisch verhaal zijn, zoals het gebruik van dat landschap tijdens een oorlog of de ondergrond ervan die soms eeuwenlang aan de basis heeft gelegen van economisch en sociaal welzijn. Maar het kan net zo goed om legendes gaan die het landschap mee hebben vormgegeven, zoals het Waasland met Reynaert de Vos of de Bokkenrijders in Limburg. Of de gedaanteverwisselingen die het landschap heeft doorgemaakt: van landbouwgewin naar natuurgebied, van bos naar open meer, bevloeiingsvelden, veenwinning, ontpoldering. Soms zitten die verhalen ook in kleine elementen onderweg: een inkerving in een boom of een spreuk op een zitbank. Het zijn even zoveel elementen waarmee je een wandeling narratief kunt benaderen. Behalve het verhalende haalt Lafaille nog andere mogelijkheden aan om je wandeling te kaderen: een wandeling als schilderij, als muziek of als cyclus. Wandelen met een doel of juist zonder doel: dwalen door het landschap of door de stad, al blijkt dat juist zowat de moeilijkste vorm van wandelen te zijn. Aan de hand van de twaalf reflecties in zijn boek geeft de auteur de handvatten mee om je wandelingen op een eigenzinnige manier te vullen: je neemt de omgeving waar in een bepaald kader met de ogen van vandaag, bewust en langzaam. Zonder echt een tip van de sluier te willen oplichten geven we toch graag enkele reflecties mee: 'kies het pad dat je nog niet kent', 'wandel alleen', 'bespiegel het voorbije in de wereld', 'laat de romantiek toe' of 'zoek de balans tussen weemoed en verwondering'. Bij elk thema koos de auteur zorgvuldig een wandeling uit die de reflectie mooi weerspiegelt: in Amsterdam, Brussel of Antwerpen als stedelijke context of langs de Betuwe, de Biesbosch of de weidsheid van de zee. Elke wandeling krijgt een route mee en een eigenzinnige fotocollage.