De collecties over de geschiedenis van de apotheek in Parijs zijn ondergebracht in twee fraaie gebouwen in typische Second Empirestijl. Ze getuigen over de oorsprong van het beroep, wat veel meer inhoudt dan enkel poeders in kleine dosissen.
...
Het hoofdkwartier van de 'Ordre national des pharmaciens de France' is gehuisvest in twee herenhuizen uit het einde van de 19de eeuw, vlakbij het Parc Monceau in Parijs. Het huis met nummer zes aan de Avenue Ruysdaël werd in 1867 gebouwd door Eugène Jouet. Het is een gebouw in natuursteen in de stijl van de 18de eeuw, zoals blijkt uit de gebeeldhouwde mascarons boven de ramen en boven de grote koetspoort. Binnen leidt een mooie neogotische trap naar drie aangrenzende ontvangst- ruimtes, die een mooi uitzicht bieden op het Parc Monceau. Het herenhuis met het nummer vier kent een geschiedenis die nauw verbonden is met de familie Menier, een grote familie van chocolatiers, maar ook apothekers. In 1879 kwam het pand in handen van Gaston Menier, de kleinzoon van de chocolademaker met dezelfde naam. Maar het was grootvader Jean-Antoine Brutus Menier die als Parijse drogist het familiefortuin creëerde. Sindsdien werd de naam Menier geassocieerd met chocolade, een product dat gebruikt werd voor zijn geneeskrachtige, opwekkende en antidepressieve eigenschappen, of gewoon als excipiens. Gaston Menier verkocht het herenhuis in 1892 en in 1952 wist de nog jonge 'Ordre national des pharmaciens' het pand te verwerven. Tijdens de jaren 1970 nam de organisatie ook zijn intrek in het aanpalende gebouw. De orde werd in 1945 opgericht en al snel wilde men de geschiedenis van het beroep in kaart brengen door een groot aantal documenten te verzamelen die voor iedereen toegankelijk zijn. Vandaag tellen de collecties meer dan 5.000 oude en hedendaagse boeken, meer dan 2.000 prenten en tekeningen, bijna 11.000 reclamebeelden en advertenties, en ongeveer 2.500 voorwerpen en apparatuur. Ze worden sinds 2014 beheerd door een daarvoor opgerichte stichting. Enkele opmerkelijke stukken in deze collectie: In 1982 gaf Salvador Dali zijn interpretatie van de esculaap van de artsen en die van de apothekers, een bekend symbool van het beroep. Sinds de 19de eeuw vond het gebruik van de esculaap als embleem van de farmacie algemene ingang. Daarvoor was het meer gebruikelijk om als oorsprong van de farmaceutische wetenschap naar de drie natuurrijken te verwijzen. Het talent van Dali lag in het combineren van deze twee beelden. Zo ontstond de beker van Hygieia, godin van de gezondheid, waarrond de slang van Epidaurus slingert, de metgezel van Asclepius, god van de geneeskunde. Maar deze slang (die in de verbeelding van de kunstenaar meer op een draak lijkt) kan ook verwijzen naar het dierenrijk, terwijl de boomstam die de beker ondersteunt zou refereren naar het plantenrijk en de rots waarop hij rust naar het mineralenrijk. Van alle geneesmiddelen die apothekers ontwikkelden, is theriak zeker één van de bekendste en meest geheime preparaten. De naam is afgeleid van het Griekse 'theriac', wat verwijst naar extracten van wilde dieren in tegengif. Het was Andromachus de Oudere, de lijfarts van keizer Nero die het recept in de eerste eeuw n.C. uitdokterde. Al snel werd het beschouwd als een wondermiddel, een remedie die alle ziekten kon genezen. De exacte samenstelling van dit mengsel, met meer dan 50 stoffen uit de drie natuurrijken, varieerde door de eeuwen heen, maar bevat vier hoofdingrediënten: slangenvlees, papaver, castoreum (bevergeil) en honing. In Frankrijk verkocht men het tot in het begin van de 20ste eeuw. Het Moorse paviljoen van architect Henri Parent, met een gevel in vakwerk en een oosters decor oogt indrukwekkend en eens binnen staan bezoekers oog in oog met honderden bokalen langs de wanden. Dit is de belangrijkste ruimte in de collectie van de apotheekgeschiedenis: de drogisterij Menier. Het is een verzameling van stalen van eenvoudige stoffen die gebruikt werken om medicijnen te bereiden. Deze verzameling werd aangelegd door Jean-Antoine Brutus Menier en was vooral bedoeld om studenten alle gebruikte ingrediënten te leren herkennen. Er staan meer dan 800 glazen bokalen, geordend volgens de verschillende natuurrijken (planten, dieren en mineralen). Ze bevatten arnica, drakenbloed, kreeftenogen, blauw vitriool en honderden andere curiositeiten. U merkt het: het ontbreekt deze collectie dus zeker niet aan cachet...