Allergieën allerhande lijken in opmars. Hoe is dat te verklaren, en welke remedies zijn er? We vragen het aan prof. dr. Didier Ebo, diensthoofd immunologie, allergologie en reumatologie aan het UZA.
...
Binnen het bestek van één generatie - 30 tot 40 jaar - is er een sterke toename geweest van verschillende soorten allergie, zegt professor Ebo. "Vandaag heeft zo'n 25 tot 30% van de populatie een of meer allergieën. De stijging zien we bij alle soorten allergieën; er is niet één specifieke allergie die de cijfers naar omhoog trekt." De ernst van de klachten verschilt, maar de impact van allergieën op gezondheid en welzijn mag niet onderschat worden, zegt professor Ebo. "Hooikoorts lijkt banaal, maar kan zeer vervelend zijn. Als je constant moet niezen of een lopende neus hebt, is dat nefast voor concentratie en slaap. Dat heeft een ernstige impact op de levenskwaliteit. Aan de andere kant zijn er levensbedreigende reacties mogelijk bij voedselallergieën, zelfs bij het eten van een minimale hoeveelheid noot of pinda. En er is ook een vorm die vaak vergeten wordt: de allergie voor wespen- en bijengif. Veel mensen zijn bang van spinnen en schorpioenen, maar in Europa overlijden er elk jaar mensen na een bijen- of wespensteek." Voor de duidelijke stijging van de prevalentie is er niet één oorzaak aan te wijzen. "Voor sommige allergieën weten we het gewoon niet, bijvoorbeeld allergie voor tarwe of koemelk. Die zaken hebben we hier altijd gegeten", legt professor Ebo uit. "Andere voedsel- allergieën zijn te verklaren door veranderde levens- en voedingsgewoonten. In mijn kindertijd zat er geen kiwi in de fruitpap; die allergie komt pas voor sinds die vrucht bij ons geïntroduceerd is. President Biden wil in de VS cannabis nu volledig legaliseren - dat zal ongetwijfeld leiden tot meer gevallen van cannabisallergie." Een tweede verklaring is de hygiënehypothese. "In een notendop uitgelegd: daarbij wordt gesteld dat bij de geboorte het immuunsysteem nog niet volledig uitgerijpt is. De beste manier om het immuunsysteem te trainen, is het bloot te stellen aan ziekteverwekkers. Oefening baart kunst, zeg maar. Kinderen in een crèche krijgen zes tot acht keer per jaar een infectie, en daardoor wordt hun immuunsysteem geprikkeld. Doordat wij hygiënemaatregelen getroffen hebben waardoor het aantal infecties gedaald is, wordt het immuun- systeem van bepaalde pasgeborenen ook minder goed getraind, en neemt de kans op allergieën toe." "Er speelt ook mee dat we onze huizen beter isoleren en verwarmen. Als we dan niet voldoende ventileren, stijgt de luchtvochtigheid tot het peil waarbij schimmels gedijen. De beste manier om schimmel tegen te gaan, is beter ventileren, zodat de vochtigheid onder de 60% blijft. De huisstofmijt gedijt dan weer beter in goed verwarmde woningen, maar je kan die wel afremmen door de temperatuur in de slaapkamer onder de 18 graden te laten dalen." "Verder wordt er - jammer genoeg - ook sneller naar een antibioticum gegrepen. Ten slotte is ook vaccinatie is een hot topic: volgens de anti-vaxxers zijn er meer allergieën omdat we kinderen zijn gaan vaccineren. Voor de duidelijkheid: ik ben de allerlaatste om die theorie te onderschrijven." Ook de klimaatverandering en luchtvervuiling spelen een rol. De grote boosdoeners zijn broeikasgassen, hogere gemiddelde temperaturen en de uitstoot van dieselmotoren. "De invloed van de eerste twee factoren heeft men experimenteel bestudeerd. Men liet in serres onkruid groeien waarbij twee parameters fors gewijzigd werden: de temperatuur, de CO2-spanning of allebei. Conclusie: in de serre waarin zowel de CO2-spanning als de temperatuur verhoogd was, was er tot 60 procent meer biomassa. Een grotere biomassa betekent ook meer productie van stuifmeel. Maar niet alleen dat: ook de pollenkorrels zelf wijzigen." "Die experimentele vaststellingen zijn vandaag al vertaald in onze natuurlijke omgeving. Het boompollenseizoen begint steeds vroeger en duurt steeds langer, en het aantal dagen waarop de kritische drempel (50 tot 70 korrels/m3) overschreden wordt, neemt toe. Els en hazelaar beginnen als het tegenvalt al in januari, en de alsem kan bloeien tot oktober. Het 'pollenseizoen' duurt daardoor eigenlijk al drie seizoenen, of driekwart van het jaar. Dit jaar waren er uitzonderlijk hoge waarden voor hazelaar en els. In Brussel zaten we op bepaalde dagen rond 1.500 en in Genk aan 4.000 tot 4.500, wat echt gigantisch is." "Daarnaast blijkt ook de samenstelling van pollenkorrels zelf veranderd. In die korrels zitten eiwitten die allergeniserend zijn; bij de berk ( Betula verrucosa) is dat bijvoorbeeld het Bet v 1 allergeen. In de loop der jaren is de concentratie van dat allergeen per pollenkorrel ook toegenomen. Er is dus niet alleen is een kwantitatieve toename van de hoeveelheid pollen, ook de kwaliteit verandert in ons nadeel." Ook de verdieseling van het Belgische wagenpark heeft allergieën in de kaart gespeeld, stelt professor Ebo. "Dieselpartikels gedragen zich als een adjuvant, een soort katalysator voor de allergie. Dieselpartikels zijn een kleverig goedje. Als pollenkorrels met dieselpartikels in contact komen, blijven ze daaraan kleven. Het dieselpartikel trekt ook het tectum open, een soort membraan rond het pollendeeltje. De inhoud van die pollenkorrels komt dan naar buiten, waardoor je nog kleinere partikels krijgt (2 tot 5 micrometer) die heel diep in de luchtwegen kunnen binnendringen." De eerste stap bij de behandeling van allergieën is contact met allergenen vermijden. "Dat is niet altijd even makkelijk. Iemand die allergisch zou zijn voor kaviaar kan ik zeggen dat hij kaviaar moet mijden. Met een tarweallergie is dat veel moeilijker; je moet maar eens je voorraadkast opentrekken en op de ingrediëntenlijst bekijken waar er overal tarwe in zit." "Ook bij luchtwegenallergie zijn niet alle allergenen vermijdbaar. Wie allergisch is voor katten en honden, houdt beter geen katten of honden, en ook huisstofmijt kun je redelijk goed vermijden. Maat wie een allergie heeft voor bomen- of graspollen, kan moeilijk maandenlang met een glazen bokaal over zijn hoofd rondlopen." "Als vermijden niet kan, dan is therapie aangewezen. De behandeling hangt af van waar de klachten zich situeren, wat de symptomen zijn, hoe ernstig en hoe frequent ze zich voordoen. Daarvoor hebben we een heel gamma geneesmiddelen beschikbaar, gaande van een nasaal steroïde of antihistaminicum bij rhinitis tot een puffer of inhalatiesteroïde, al dan niet in combinatie met een LABA bij allergische astma. Bij iemand met zeer ernstige voedselallergie gaan we een zelfinspuitend adrenalinepreparaat voorschrijven. Bij ernstige astma zijn er de anti-IgE's zoals Xolair (omalizumab)." Naast symptoom-controlerende medicatie, kunnen sommige patiënten ook een beroep doen op immunotherapie, ook wel desensibilisatie of hyposensibilisatie genoemd. "Elke patiënt die een ernstige reactie heeft doorgemaakt na een wespen- of bijensteek komt in aanmerking voor die therapie. Die heeft een doeltreffendheid van 80-90 procent voor bijen en 90-95 procent voor wespen. Voor hommel bestaat die ook, maar die is niet geregistreerd in België. Immunotherapie bij inhalatieallergenen zoals pollen en huisstofmijt is mogelijk als al de rest faalt, maar de meeste preparaten zijn nog niet geregistreerd en geen enkel preparaat wordt vandaag terugbetaald. Ik ben daar heel voorzichtig in." "Dan is er nog een heel gespecialiseerde behandeling: orale tolerantieinductie, die we op kleine schaal al toepassen. Daar wordt de allergogene voeding zelf het 'geneesmiddel'. Bij koemelkallergie laten we de patiënt elke dag een kleine hoeveelheid drinken. Het verschil met hyposensibilisatie is dat het effect verdwijnt zodra je de behandeling stopt; je moet het blijven doen. Voor melk is dat geen probleem, maar met een specifieke notensoort is het moeilijker om dat vol te houden."