Na een wonde opgelopen in de tuin of een dierenbeet moet worden nagegaan of de patiënt is ingeënt tegen tetanus en hondsdolheid. Een kort overzicht van die twee onderschatte infecties, die vaak dodelijk aflopen.
...
We vergeten het weleens, maar tetanus, dat dankzij vaccinatie zeldzaam is geworden, is een ernstige ziekte met een sterfte van rond de 30%. Tetanus is een paralyserende infectie, die wordt veroorzaakt door de neurotoxine van de bacterie Clostridium tetani, een anaerobe, grampositieve bacil, die in de omgeving voorkomt. Een infectie wordt over het algemeen veroorzaakt via wonden die bevuild zijn met grond of stof gecontamineerd met die bacterie. De ziekte kan niet worden uitgeroeid, omdat de sporen van de bacil jarenlang in de omgeving blijven zitten. "Tussen 2000 en 2013 zijn 17 mensen in België gestorven aan tetanus (14 in Vlaanderen en drie in Wallonië). Alle patiënten waren ouder dan 60 jaar. Tussen 2014 en 2016 is geen enkel overlijden geregistreerd. Tussen 2000 en 2017 lag het aantal ziekenhuisverblijven met als belangrijkste diagnose tetanus volgens de minimale ziekenhuisgegevens tussen één en elf per jaar (mediaan zes verblijven per jaar). In 2018 heeft het referentielaboratorium één geval van Clostridium tetani-infectie bevestigd (detectie van tetanustoxine in het serum)", aldus het laatste rapport van Sciensano over tetanus (1). Er bestaat momenteel geen programma voor actieve bewaking van tetanus in België, en men is niet verplicht de ziekte aan te geven. Preventie is gebaseerd op toediening van het tetanusvaccin (aanbevolen bij de geboorte en een herinneringsinjectie om de tien jaar) en profylactische toediening van immunoglobulines tegen tetanus in geval van een risicowonde. De gevallen die in de geïndustrialiseerde landen worden aangegeven, zijn meestal oudere mensen, die geen herinneringsinjectie hebben gekregen. "Volgens de gezondheidsenquête van 2008 heeft slechts 30% van de 75-plussers de laatste tien jaar een tetanusvaccin gekregen" (1). Meestal gebeurt de besmetting via de grond of stof, maar er zijn ook gevallen beschreven bij diabetespatiënten en immunogecompromiteerde patiënten met chronische wonden die waren gecontamineerd door bacteriële sporen. De prognose is slecht. De sterfte ligt tussen 20 en 50%. Vaccinatie tegen tetanus blijft dus belangrijk, vooral bij ouderen en immunogedeprimeerde patiënten. Die patiënten lopen niet alleen meer kans om de ziekte op te lopen, maar kunnen de complicaties als gevolg van een behandeling van meerdere weken op de intensive care, moeilijk te boven komen (2). Met een sterfte van 100% spaart rabiës niemand. Een infectie kan worden voorkomen door vaccinatie en bij contact (beet door een hond die hondsdolheid zou kunnen hebben, krabletsel door een vleermuis,...) moet altijd het nodige worden gedaan. In West-Europa komt rabiës niet meer voor bij landdieren (huisdieren), enkel nog bij vleermuizen. In Oost-Europa en de opkomende landen komt rabiës bij landdieren wel nog voor en wordt het virus vooral overgedragen door honden, maar theoretisch kan het door alle zoogdieren worden overgedragen. In België vormen honden geïmporteerd uit risicolanden de belangrijkste bedreiging. Jaarlijks sterven wereldwijd enkele toeristen aan hondsdolheid. "Rabiës is zeldzaam, maar bestaat. 95% van de transmissie bij de mens is toe te schrijven aan een hond. Reizigers die een lange avontuurlijke reis willen ondernemen naar plaatsen, waar ze na een beet niet snel een vaccin kunnen krijgen, moeten zich laten inenten", zei dr. Yves Van Laethem op het voorbije congres van de AMUB (ULB). (3) "Sinds 2018 raadt de WGO een vaccinatieschema aan van twee doses met een tussenpoos van één week. Geen herinneringsinjectie tenzij na een beet om de humorale immuniteit weer aan te wakkeren. In de huisartsgeneeskunde is het vaccin niet altijd gemakkelijk te verkrijgen. Het is wel te verkrijgen in vaccinatiecentra. België is een van de weinige landen die het vaccin gedeeltelijk terugbetalen", voegde hij eraan toe. Na een verdachte beet raadt de WGO aan de wonde onmiddellijk gedurende 15 minuten te reinigen met water en zeep, een detergens, povidonjodium of andere stoffen die het rabiësvirus elimineren. "De behandeling na blootstelling bestaat uit een curatieve vaccinatie. Het vaccin moet binnen 48 uur na het risicocontact worden toegediend. Als het tijdig wordt toegediend, kan een infectie van het zenuwstelsel worden voorkomen", aldus Sciensano, dat zorgt voor de epidemiologische bewaking van hondsdolheid in ons land en voor de diagnose en de behandeling na contact (4). De profylaxe na blootstelling bestaat uit toediening van een aantal doses van een rabiësvaccin en, zo nodig, immunoglobulines tegen rabiës. "Wacht niet tot de eerste tekenen van hondsdolheid, want het kan lang duren voor de eerste symptomen optreden. Symptomen en overlijden kunnen enkel worden voorkomen door snel na blootstelling een doeltreffende behandeling te geven", concludeert Sciensano.