...

Net zoals andere alternatieve geneeswijzen mag fytotherapie in geen enkel geval de plaats innemen van de klassieke behandeling, benadrukte dr. Bernadette Préat, huisarts en lid van de Belgische Vereniging voor Fytotherapie en Nutritherapie, tijdens een uiteenzetting op de Journées épicuriennes du Groupe Epicura, zaterdag 26 oktober jl."Niet-conventionele therapeuten kunnen evenwel zorgen voor een betere toepassing van het voorziene protocol en kunnen de werkzaamheid van de klassieke behandeling verhogen door het immuunsysteem op te zwepen zodat het de kankercellen sterker zal aanvallen, en door bijwerkingen te bestrijden. Als patiënten bijwerkingen krijgen, zullen ze immers geneigd zijn om de klassieke behandeling stop te zetten."Dokter Préat herinnerde er ook aan dat artsen die fytotherapie voorschrijven, een goede opleiding moeten volgen en een goede kennis moeten hebben van medicinale planten om zo effectief mogelijk te zijn en om bijwerkingen of medicamenteuze interacties te vermijden.Om de patiënt te helpen de schok te verteren, zijn angst te verminderen en beter te slapen, zijn passiflora, meidoorn, valeriaan, linde, escholtzia en citroenmelisse erg nuttig. "Die planten mag je gedurende heel de behandeling voorschrijven, maar in geval van een operatie moet je minstens één week op voorhand alle planten en voedingssupplementen onderbreken die look, mariadistel, kurkuma, gember, ginseng, ginkgo, lijnzaad, omega-3-vetten of vetzuren van vissen (EPA/DHA), quercetine, resveratrol en vitamine E bevatten. Die kunnen immers een bloeding in de hand werken."Mariadistel helpt om de anesthesie beter te verdragen en de lever te ontgiften. "Tijdens chemotherapie schrijf je beter desmodium voor. Na de behandeling kan mariadistel (dat incompatibel is met bepaalde cytostatica) worden hervat. Na chirurgie kan gember (verse of in tabletvorm) de nausea verlichten."Eén van de grote problemen is volgens dr. Préat de bescherming van de lever. "Desmodium (D. ascendens) veroorzaakt geen bijwerkingen en geen medicamenteuze interacties. Om de nausea te verminderen en om sneller te recupereren, wordt de inname gestart één tot twee dagen voor de chemotherapie en wordt ze voortgezet tot enkele dagen na de chemotherapie."Tweede zorg: het mondslijmvlies beschermen. Je kan natriumbicarbonaat, kamille-aftreksels, Aloë vera-gel, probiotica voor de mond en in geval van een mycose pompelmoespittenextract of essentiële olie van Tea Tree voorschrijven. "Aloë vera-gel per os heeft een ontstekingsremmend effect op aften en mucositis, stimuleert het immuunsysteem en regelt de darmtransit. Het kan ook nuttig zijn bij brandwonden als gevolg van radiotherapie."Citroenmelisse, gember en zoethout helpen bij maagpijn. "Om transitstoornissen tegen te gaan, schrijven we probiotica (en prebiotica) voor gedurende de hele duur van de chemotherapie. Je kan er nog natuurlijke elementen aan toevoegen zoals spiruline, chlorella, klei, magnesiumchlorofyl (van netels) en Aloë vera (zuivere gel) om constipatie of diarree te bestrijden. Kurkuma (zonder peper) kan het darmslijmvlies beschermen," voegt dr. Préat er nog aan toe.Tijdens de chemotherapie kunnen meerdere planten helpen om superinfecties door virussen of schimmels te vermijden. "Uncaria tomentosa (kattenklauw) heeft een anti-tumorale, ontstekingsremmende, anti-oxidatieve en immunostimulerende werking (het verlengt de levensduur van de lymfocyten). Lapacho (Pau d'arco) heeft bewezen antibacteriële, antivirale, antimycotische en antiparasitaire eigenschappen te hebben. Panax ginseng heeft een antitumorale en immunostimulerende werking en vermindert de bijwerkingen van chemotherapie en de vermoeidheid. Opgelet: op lange termijn verhoogt het de bloeddruk, en het mag niet worden gebruikt bij een hormoonafhankelijke kanker.De Japanse paddenstoelen maitake en shiitake stimuleren het beenmerg en houden het aantal witte bloedcellen op peil tijdens chemotherapie.Propolis bevat meer dan 300 werkzame stoffen, die antibacteriële, antivirale, anti-mycotische en immunostimulerende effecten en geen negatieve effecten hebben.Alkylglycerolen zijn lipidenethers die in kleine hoeveelheid voorkomen bij de mens. Levertraan van Groenlandse haai en zee katten bevat veel alkylglycerolen. Ze stimuleren het beenmerg en gaan fibrose tegen.Bij gemmotherapie brengt een combinatie van drie knoppen (rode wijndruiven, haagbeuk en hazelaar) de drie bloedlijnen weer in evenwicht, vooral bij bejaarden. Haagbeuk is bijzonder geïndiceerd bij een verlaagd aantal bloedplaatjes."Dat is de delicaatste fase. Planten kunnen immers de effecten van chemotherapie verminderen of potentiëren. Dat is een domein dat toekomt aan specialisten. Kurkuma is de enige plant die, voor zover bekend, leverkanker als gevolg van een verhoogd ferritine voorkomt. Kurkuma zou een sterkere celdood bewerkstelligen en zou de vorming van metastasen en de toxiciteit van de behandelingen verminderen, volgens studies van de Stichting tegen Kanker. Er worden studies op touw gezet met Scutellaria (glidkruid), dat angiogeneseremmende eigenschappen heeft, in combinatie met chemotherapie. Resveratrol zou de cardiotoxiciteit van cisplatine en doxorubicine kunnen tegengaan, maar mag niet worden gegeven tijdens radiotherapie of samen met antitumorale antibiotica (bleomycine, mitomycine) en bepaalde cytostatica (dacarbazine, taxanen ...)."Voorzichtigheid is ook geboden met adapto gene planten (rozewortel, Siberische ginseng, ginseng, shisandra, ganoderma ...).Volgens de fytotherapeute "moeten anti-oxidatieve planten absoluut worden stopgezet tijdens radiotherapie. Radiotherapie werkt immers via de vorming van vrije radi calen. Je moet de fibroseremmende be handeling (Gingko biloba of alkylglycerol) starten enkele dagen voor de radiotherapie en voortzetten tijdens de radiotherapie en tot twee maanden later. Plaatselijk kan je siliciumgel of Aloë vera, etherische olie van lavendel aspic of niaouli aanbrengen.""Als de behandeling voltooid is, kan je planten voorschrijven die de lever draineren (mariadistel, chrysantellum, rozemarijn, artisjok, paardenbloem, enz.), en diuretische en ontstekingsremmende planten (moerasspirea, cassis, berkensap, enz.). Bij vermoeidheid kan je denken aan adaptogene planten. Je moet immunostimulerende planten verder blijven gebruiken aangezien het risico op een virale en bacteriële infectie na de behandeling hoog blijft (shiitake, maitake, ganoderma, propolis).""Tot slot", concludeerde dr. Préat, "kan je antioxidatieve en herstellende planten (kurkuma, groene thee, resveratrol), remineraliserende planten (organisch silicium of netel) voorschrijven alsook planten voor de veneuze - en lymfecirculatie om beschadigde weefsels te herstellen (toverhazelaar, muizedoorn) en bij gemmotherapie kastanje en lijsterbes."