De nieuwe vennootschapswetgeving bevat een aantal voorwaarden die u moet naleven als u uitkeringen wil doen vanuit het vennootschapsvermogen van uw BV. Waarmee moet u daarbij zoal rekening houden en wat gebeurt er als u in strijd met die voorwaarden toch bijvoorbeeld winsten uitkeert? Geldt deze regeling ook als u de statuten van uw bestaande 'BV(BA)' nog niet hebt aangepast?
...
Volgens het nieuwe vennootschapsrecht moet wie met een BV werkt een dubbele test doen vooraleer er uitkeringen mogen gebeuren vanuit het vennootschapsvermogen. De wetgever wilde nu eenmaal vermijden dat uitkeringen uit het vennootschapsvermogen zouden worden verricht ten nadele van schuldeisers. Meer bepaald gaat het om een zogenaamde balanstest en een liquiditeitstest. De bedoeling van deze testen bestaat erin ervoor te zorgen dat de uitkeringen niet tot gevolg hebben dat het eigen vermogen van de vennootschap negatief wordt (balanstest) en dat de vennootschap na de uitkering haar opeisbare schulden niet meer zou kunnen betalen (liquiditeitstest). Er is trouwens sprake van een uitkering vanuit het vennootschapsvermogen als u bv. een dividend wil uitkeren. Hetzelfde geldt als er sprake is van tantièmes die worden betaald of bij de inkoop van eigen aandelen, de terugbetaling van een inbreng enz. Om te kijken of door de uitkering het eigen vermogen niet negatief wordt, kan er gebruik worden gemaakt van de laatste goedgekeurde jaarrekening van uw BV (of zelfs van een recentere staat). Het netto-actief is daarbij het totaal van de activa, verminderd met de voorzieningen en schulden en de niet afgeschreven kosten van oprichting en uitbreiding en kosten van onderzoek en ontwikkeling. Langs de passiefzijde is het gelijk aan het bedrag van de inbrengen (voor zover niet uitgekeerd), de reserves en de overgedragen winsten. Zijn er wettelijk of statutair onbeschikbare reserves, dan mogen deze evenmin worden uitgekeerd. Uit de liquiditeitstest die u moet doen, moet blijken dat de vennootschap (volgens de redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen) na de uitkering in staat zal zijn om haar schulden te voldoen naarmate deze opeisbaar worden over een periode van twaalf maanden. Met een dergelijke test moet met andere woorden worden aangetoond dat, als men in de algemene vergadering beslist heeft om een bepaald bedrag uit te keren, er (rekening houdend met die uitkering) geen probleem zal zijn voor de BV om haar schulden die binnen twaalf maanden betaald moeten worden, te betalen. In theorie is het de verantwoordelijkheid van de algemene vergadering binnen de vennootschap om de balanstest te doen. In de praktijk kunt u vragen aan uw accountant om de berekening te doen en u te bevestigen dat deze geen probleem oplevert. Wat betreft de liquiditeitstest vereist de wet dat de bestuurders een verslag opstellen van het resultaat van de test. Dat zal veelal vrij kort zijn. Vaak zal men verwijzen naar het feit dat de verhouding tussen de vlottende activa en de schulden op korte termijn hoger is dan 1 (de zogenaamde quick ratio). Ook hier zullen bedrijven vaak aan hun accountant vragen om de nodige berekeningen te doen. Indien de berekening die u doet fout is en er ten onrechte uitkeringen gebeurden vanuit de vennootschap, dan loopt u meerdere risico's. Vooreerst kunnen de bestuurders aansprakelijk gesteld worden als ze bij het nemen van het besluit wisten (of moesten weten) dat de vennootschap als gevolg van de uitkering kennelijk niet meer in staat zou zijn haar schulden te betalen die in de 12 maanden nadien opeisbaar worden. De uitkeringen die ten onrechte gebeurden kunnen ook worden teruggevraagd van diegenen die ze ontvingen en dit zelfs als diegene die de uitkering ontving te goeder trouw was en zich van geen kwaad bewust was. Heel wat collega's die voor de inwerkingtreding van de nieuwe vennootschapswet al een bestaande BVBA hadden, hebben de statuten van hun vennootschap nog niet aangepast aan het nieuwe wetboek vennootschappen. Dat is trouwens op dit moment nog niet verplicht. Deze aanpassing moet pas gebeuren tegen uiterlijk 31 december 2023, tenzij u vóór die datum om eender welke reden al een statutenwijziging zou willen doorvoeren. Indien dat het geval is moet u namelijk meteen de andere bepalingen van uw statuten laten aanpassen aan de nieuwe wet. Wie een BV oprichtte onder de nieuwe wet moest dadelijk rekening houden met de voorgaande regels. Hebt u een bestaande BV(BA), dan gelden deze regels sinds 1 januari dit jaar, tenzij u vorig jaar al uw statuten aanpaste aan de nieuwe wet. In dat geval moet u al vanaf de datum van die statutenwijziging met deze nieuwe bepalingen rekening houden. Is uw vennootschap geen BV maar een NV, dan moet er bij een uitkering van vermogen enkel een balanstest worden uitgevoerd. Een liquiditeitstest is dan niet nodig. Hebt u tenslotte een VOF of een Comm V dan moet er geen balans- en/of liquiditeitstest bij een uitkering van vermogen worden uitgevoerd.De auteur is advocaat (www.ra-advocaten.be).