...

Een 'huisapotheker' volgt de medicatie van een chronisch zieke patiënt op en begeleidt bij het goed gebruik van deze geneesmiddelen. De huisapotheker levert ook een een persoonlijk medicatieschema en past dat aan wanneer nodig. De huisapotheker is ook het aanspreekpunt voor andere zorgverleners. Het Observatorium voor de chronische ziekten heeft in februari 2020 een enquête afgenomen bij 2.400 willekeurig geselecteerde patiënten die een overeenkomst huisapotheker hebben afgesloten. De enquête peilde naar de ervaringen van de patiënt met deze maatregel en naar de mogelijke problemen in de praktijk. Deze enquête vervangt dus niet de aangekondigde evaluatie van de prestatie van huisapotheker op basis van kwaliteitsindicatoren. Het Observatorium stelt heel wat positieve resultaten vast. De overgrote meerderheid van de respondenten geeft bijvoorbeeld aan dat ze goed geïnformeerd zijn over de huisapotheker-maatregel. Bijna alle respondenten die zich herinneren dat ze een medicatieschema hebben ontvangen, vinden het medicatieschema overzichtelijk tot heel overzichtelijk. Meer dan 90% van alle respondenten die een medicatieschema kregen, vindt daarop alle medicatie terug. Er is dus wel een kleine groep respondenten volgens dewelke het medicatieschema niet volledig was. Zo'n 87% van de respondenten geeft aan dat de apotheker met hen het medicatieschema heeft overlopen. Uit de enquête blijken ook punten waar ruimte voor verbetering is. Zo geeft slechts 68% van de respondenten aan een toestemmingsformulier te hebben ondertekend. 18% van de respondenten zegt dat niet te hebben gedaan, en 13,50% weet het niet meer. Dat kan betekenen dat de verplichting van een toestemmingsformulier niet altijd nageleefd wordt, of dat de betrokken patiënten vergeten zijn dat ze zo'n formulier hebben ondertekend. Het Observatorium pleit ervoor dat wordt nagegaan of iedere patiënt met een overeenkomst huisapotheker ook daadwerkelijk zijn toestemming daarvoor heeft verleend. Indien geen toestemmingsformulier werd ondertekend, vraagt het Observatorium dat wordt nagegaan of in deze gevallen de nomenclatuur van de huisapotheker is gefactureerd en wat er daarna is gebeurd. Een tweede opmerkelijke vaststelling is dat de helft van de respondenten verklaart geen medicatieschema te hebben ontvangen, wat net een van de doelstellingen van de maatregel huisapotheek was. Het Observatorium beveelt aan om het medicatieschema minstens twee maal per jaar aan de patiënt te overhandigen en de patiënt te vragen om het te ontvangen medicatieschema te bespreken met de behandelend arts. Het onderscheid tussen terugbetaalde en niet-terugbetaalde medicatie blijkt voor de patiënt niet altijd uit het medicatieschema, en evenmin is er altijd een duidelijke aanduiding van het bedrag dat terugbetaald wordt en het eigen aandeel van de patiënt. Het Observatorium stelt dat de patiënt zelf toevoegingen moet kunnen doen aan het medicatieschema, zeker voor niet-terugbetaalde medicatie of medicatie die de patiënt niet bij de huisapotheker koopt. Een belangrijk aandachtspunt is de privacy van de patiënt bij het overlopen van het medicatieschema. Meer dan acht op de tien respondenten geven aan dat het gesprek niet gebeurde in een afzonderlijke ruimte waar andere patiënten niet konden meeluisteren. Het Observatorium wijst erop dat elke officina-apotheek sinds 2009 zo'n ruimte moet hebben, en dat de privacy bij de bespreking van het medicatieschema moet gegarandeerd worden. 42% van de respondenten geeft aan dat de apotheker altijd het medicatieschema aanpast aan veranderingen in medicatie, maar anderzijds betwijfelt een op de drie respondenten of het medicatieschema altijd actueel is. Het kan zijn dat de patiënt niet zeker is dat dit gebeurt, of het gewoon niet meer weet. Hier is verder onderzoek nodig. Ten slotte spreekt de huisapotheker volgens 65% van de respondenten niet over de situatie van polymedicatie. De opvolging van de problemen die aan polymedicatie gelinkt zijn, is nochtans een meerwaarde van de huisapotheker. Het Observatorium benadrukt dat de huisapotheker de patiënt moet aanspreken over polyfarmacie wanneer dat een negatieve impact heeft op de gezondheidstoestand van de patiënt. Zo'n 24% van de respondenten verklaart beter geholpen te zijn sinds de apotheker hun huisapotheker is geworden, en slechts 1% geeft aan slechter geholpen te zijn. Meer dan 40% merkt geen verschil omdat ze voorheen al goed begeleid werden door hun apotheker. De respondenten die aangeven beter geholpen te zijn, zien vooral verbeteringen in de communicatie over de medicatie en de tijd die de apotheker voor hen vrijmaakt. Daarnaast geven de respondenten aan dat het medicatieschema een handig hulpmiddel is in hun contacten met zorgverleners en tussen zorgverleners onderling.