...

De melding 'hypoallergeen' is de enige die mag worden gebruikt om dergelijke producten te beschrijven teneinde het risico op allergie maximaal te verlagen. Bij gebruik van die melding moeten bepaalde criteria worden nageleefd:Het product mag geen allergenen of precursoren van bekende allergenen bevatten die door de officiële risico-evaluatie-comités zijn geïdentificeerd (wetenschappelijk comité voor consumentenveiligheid, CE-reglementering, bewaking van cosmetische producten,...).Het product mag niet de indruk geven dat er helemaal geen risico op allergische reactie bestaat.Het zeer lage allergene potentieel van het product moet worden gecontroleerd en bevestigd door wetenschappelijk en statistisch gevalideerde studies.De incidentie van contactallergie voor cosmetica stijgt duidelijk hoewel er almaar meer 'hypoallergene' producten in de handel te verkrijgen zijn. Onze huid wordt immers blootgesteld aan tal van ingrediënten. De discussies over bewaarmiddelen hebben ook geleid tot een nieuw gedrag (biologische, natuurlijke of huisgemaakte cosmetica), die echter ook huidproblemen kunnen veroorzaken.Als je cosmetica kiest met een klein aantal ingrediënten, verminder je de overtollige stoffen die bij applicatie op de huid van meerdere producten de tolerantiedrempel van de huid kunnen overschrijden. Sommige bewaarmiddelen (parabenen, fenoxyethanol) moeten worden gemeden gezien hun allergiserende potentieel. Natuurlijke bewaarmiddelen (glucoseoxidase, lactoperoxidase) zijn ook effectief.Methylisothiazolinon (MIT) is een bewaarmiddel, dat aanvankelijk niet werd beschouwd als een sensibiliserende stof en daarom vaak wordt gebruikt in plaats van parabenen. Dat heeft echter geleid tot een toename van het aantal gevallen van allergische contactdermatitis. Bovendien kan methylisothiazolinon ook via de lucht worden vervoerd. Daarom is het gebruik van dat bewaarmiddel verboden in cosmetica die niet worden afgespoeld, en dient het gebruik ervan te worden beperkt in cosmetica die wel worden afgespoeld.Minerale oliën en petrochemische derivaten moeten worden gemeden aangezien ze huidirritatie kunnen veroorzaken en schade kunnen berokkenen aan het milieu. Ook alcohol is te mijden: alcohol kan irriteren, droogt uit en heeft een fotosensibiliserende werking. Fruitzuren, retinol, abrasieve producten en parfums zijn verboden op een gevoelige huid. Spuitflacons, airless flacons en producten voor eenmalig gebruik bevatten minder of geen bewaarmiddelen.Parfumerende stoffen afkomstig van natuurlijke of synthetische stoffen kunnen allergie en irritatie van de huid veroorzaken. Allergie voor parfumerende producten ontstaat na blootstelling aan een zekere dosis van de allergiserende stof bij regelmatig gebruik van geparfumeerde cosmetica. De daaruit voortvloeiende huidreacties zijn: roodheid, papels en blaasjes, die recidiveren bij een nieuwe blootstelling aan het allergeen. Die reacties doen zich hoofdzakelijk voor op het gezicht en de handen en in de oksels. Huidirritatie kan meteen na gebruik optreden. Naast parfumerende stoffen zijn er nog andere stoffen die de huid kunnen irriteren.Naargelang van de kwaliteit van de beschikbare informatie en de bewijskracht heeft het wetenschappelijk comité voor consumentenveiligheid een lijst van contact-allergenen voor de mens opgesteld. De richtlijn voor cosmetica eist dat de aanwezigheid van een van de onderstaande stoffen (zie kader) moet worden vermeld in de lijst van ingrediënten als de concentratie ervan hoger is dan 0,01% in producten die worden afgespoeld, en groter dan 0,001% in producten die niet worden afgespoeld. Dat biedt de mensen de mogelijkheid stoffen te mijden waar ze allergisch voor zijn. Maar ook als de concentratie de toegestane drempels niet overschrijdt, dan nog kan allergie optreden bij blootstelling aan het product. Het comité beschrijft nog andere allergiserende stoffen (56), die niet op het etiket hoeven te worden vermeld.De evaluatie van allergie is vrij gecompliceerd gezien de vele producten die worden gebruikt voor lichaamshygiëne, huishoudelijke taken en het gebruik via de huid van bepaalde essentiële oliën voor therapeutische doeleinden. In sommige gevallen kan het allergeen een 'contaminant' zijn die niet wordt vermeld in de lijst van ingrediënten.De pleisterproeven, die dermatologen uitvoeren, moeten worden gedaan met specifieke concentraties of in specifieke vorm om een allergische reactie te kunnen opsporen. Als het resultaat negatief is, sluit dat allergie voor parfum niet uit. 26 stoffen moeten op het etiket worden vermeld, maar andere stoffen, die ook allergiserend kunnen zijn, niet.Bij sommige klinische vormen van allergie voor cosmetica moeten speciale tests worden uitgevoerd. Priktests kunnen worden overwogen bij netelkoorts (urticaria) en contact-dermatitis. De frequentste verwekkers zijn hydrolysaten van tarwe-eiwitten, die ook voedselanafylaxie kunnen veroorzaken. Ook andere stoffen (parfums, benzofenon,...) kunnen contacturticaria veroorzaken.De etikettering kan dus wel geruststellend lijken ('zonder parabenen', bio,...). Van geen enkel cosmetisch product kan echter worden gegarandeerd dat het echt 'hypoallergeen' is. Het verdient dus stellig aanbeveling te lezen wat er op het etiket staat. In geval van een reactie zijn een gerichte ondervraging en huidtests geïndiceerd om de verwekker(s) op te sporen.