Eline Tommelein, apotheker en professor farmaceutische wetenschappen aan de VUB, monitorde de afgelopen maanden de toestand in de Belgische apotheken. Dat levert een schat aan informatie op over hoe de apothekers de lockdown beleefden. Vooral het welbevinden van de beroepsgroep baart nog steeds zorgen.
...
De monitoring ging meteen na de lockdown van start. Twee keer per week kregen de Belgische apothekers een vragenlijst voorgeschoteld, die na verloop van tijd werd bijgewerkt in functie van de evolutie van de maatregelen. "De eerste weken was de respons hoog, met tot 1.000 deelnemers, voornamelijk uit Vlaanderen", zegt Tommelein. Op het einde van de meetperiode daalde het aantal respondenten tot rond de 300. "Cumulatief zijn er logischerwijze steeds meer apothekers die positief testten voor covid-19. Heel veel collega's zijn in zelfisolatie gegaan, na contact met een positieve collega. We schatten naar aanleiding van onze gerapporteerde cijfers in dat ongeveer 8% van het korps een besmetting heet opgelopen. Een vierde daarvan is ook effectief bevestigd met een labotest."Over de hele periode hebben maar 1 à 2% van de apotheken tijdelijk de deuren moeten sluiten. "Dat betekent dat al die apothekers zijn blijven werken. Met minder personeel, maar met meer werk. De werkbelasting is aanzienlijk gestegen in die periode, met tot drie keer meer telefonische contacten dan gewoonlijk. Dat gaat over een gemiddelde van 25 tot 30 telefoontjes per dag. Stel dat elk gesprek vijf minuten duurt, dan hang je gemiddeld tweeënhalf uur per dag aan de telefoon." Bovendien is het aantal fysieke bezoeken niet gedaald, stipt Eline Tommelein aan. "De laatste maanden is het aantal bezoeken naar aanleiding van het coronavirus gedaald van 80% in maart, tot 50% in april en 33% in mei. De vraag naar informatie en uitleg is zeer groot. Dat is toch een aspect dat we niet mogen vergeten: als mensen iets eenvoudigs willen vragen, gaan ze daarvoor vaak niet naar een arts maar stappen ze binnen bij de apotheek, dat is het eerste aanspreekpunt. Die functie wordt door de overheid al eens vergeten. En apothekers worden er ook niet voor vergoed..." Opvallend veel mensen kwamen tijdens de lockdown voor niet essentiële zaken naar de apotheek. "Dat zijn enerzijds mensen die niet goed door hebben dat ze best zo veel mogelijk binnen blijven. En anderzijds heb je ook een hele groep mensen die sociaal geïsoleerd zijn. Zij komen naar de apotheek om een babbeltje te slaan. Wat nog maar eens de sociale rol van de apotheker in de eerste lijn bevestigt." Nog een vaststelling: apothekers leverden de afgelopen maanden vier keer meer dan voordien geneesmiddelen bij de patiënten thuis af. "Voor de medicatievoorziening, en dan vooral de garantie van de aflevering van chronische medicatie, hebben de apothekers zich op die manier echt wel actief ingezet. In kleine apotheken gebeurt dat noodgedwongen nog 's avonds, na de openingsuren. Ook weer zonder vergoeding, wel te verstaan."Die zorggarantie is momenteel de belangrijkste boodschap, vindt Tommelein. "De apothekers hebben alles gedaan om hun plicht te vervullen. Om de patiënten te helpen. Om de zorgverleners in de buurt te voorzien van materiaal. In schril contrast daarmee staat de weinige erkenning vanuit de overheid, zowel qua communicatie als financieel. Een slag in het gezicht voor veel apothekers." Agressie tegenover apothekers en hun personeel was vooral in de beginperiode problematisch. "Mensen die kwaad werden omdat we bepaalde medicatie niet of in beperkte mate konden afleveren. Of omdat andere zaken, zoals maskers en handgel, uitgeput waren. Gelukkig is het aantal meldingen over agressie intussen fel gedaald", stelt Tommelein opgelucht vast. "Ook mooi om zien is hoe snel de apothekers de nodige beschermingsmaatregelen hebben geïntroduceerd", vervolgt ze. "De eerste weken verliep dat nog enigszins aarzelend, maar tegen midden april waren de meeste apotheken al terdege uitgerust." Het gaat dan met name om het bewaren van anderhalve meter afstand of de patiënten apart binnen-laten, enkel elektronisch betalen, regelmatig ontsmetten van de balie en andere risicovolle oppervlakken, plexiglas op de balies, werken met mondmaskers en met handschoenen. De barometer peilde eveneens naar het fysieke en geestelijke welbevinden van het apothekerscorps. "Aanvankelijk schommelde dat voor beide rond 6/10, verre van fenomenaal dus. Zowat 15% scoorde zelfs onder 5/10. Intussen is het welbevinden wat gestagneerd tot 7/10, terwijl je toch aan 8 à 9 zou moeten geraken om van een gezonde toestand te spreken."Bij aanvang kampten ook zes op de tien van de apothekers met angstgevoelens. Tommelein: "Dat is nu wel wat geminderd, maar de angst is wel nog steeds aanwezig. Zeker geen situatie die lang vol te houden is." Uit de studie blijkt dat nog steeds bijna een derde van de apothekers voor angstgevoelens hoger dan vijf scoort, op een schaal van nul tot tien. En dat brengt ons naar de vraag of de apothekers nu voldoende voorbereid zijn op de eventuele tweede golf van de epidemie? "Er vallen twee aspecten te onderscheiden. Je hebt enerzijds het zuiver technische, het logistieke gedeelte. Ik denk dat elke apotheker nu wel weet hoe het moet: plexischerm installeren, maskers in voorraad hebben, correct dweilen en desinfecteren... Het tweede aspect is het welbevinden. In welke mate zijn onze apothekers in staat om deze zomer te recupereren om zo een tweede golf op te vangen? Want die zal wellicht voor meer werk zorgen, door al de uitgestelde zorg nu. Daar maak ik me meer zorgen over dan over het louter organisatorische."De cijfers bevestigen dat. "Uit de bevraging blijkt dat de apothekers met slechts weinig moed een tweede golf tegemoet zien. Organisatorisch lijken de meeste apotheken het wel nog te zien zitten, maar mentaal en fysiek geeft maar liefst 23% aan zich niet voldoende weerbaar te voelen om dit op te vangen." Een trend die tijdens de lockdown nog gegroeid is en die zeker navolging verdient, is het nauwere contact tussen apothekers en artsen, vertelt Tommelein desgevraagd. "Voor mensen die op chronische medicatie staan en die stabiel zijn, hebben we nu gezien dat bepaalde artscontacten niet per se nodig zijn. Duidelijke telefonische afspraken tussen arts en apotheker in combinatie met een elektronisch voorschrift kunnen maken dat wij die geneesmiddelen voor een langere periode kunnen afleveren. Dat hebben we de afgelopen maanden willens nillens ondervonden. Maatschappelijk en economisch gezien lijkt mij dat zeer zinvol. En het haalt ook enige werkbelasting weg bij de huisarts."