De Antwerpse apotheker Louis Van Neck (1853-1917) blijkt een van de pioniers geweest te zijn van de fotografie in ons land. Ook op zijn actief: een reisverslag over de oorlog van de Boeren in het toenmalige Zuid-Afrika. Intrigerende elementen voor een boeiend verhaal, leek het. Een proeve van onderzoek.
...
Louis Van Neck (of 'Vanneck') werd op 10 januari 1853 geboren in Sint-Jans-Molenbeek als zoon van Corneille Jan Vanneck en Marie Louise Prégaldino, lezen we in zijn overlijdensakte die in het archief van het Antwerpse Fotomuseum (FOMU) bewaard wordt. Nadere details over zijn herkomst ontbreken. Het blijkt een constante: het bronnenmateriaal om de biografische puzzel over Louis Van Neck te leggen, blijkt een gruyèrekaas met gaten... Wat wel duidelijk is: Louis Van Neck heeft in het begin van de jaren 1870 zijn studies afgerond in de scheikunde en apothekerij. En vanaf 1879 opende hij een apotheek in Klapdorp 10 in Antwerpen (waar tot voor kort nog een apotheek was gevestigd). Naast de apotheek richtte hij er ook een handel in chemicaliën op. Dat wordt bevestigd door de Ratinckx- adresboeken die een overzicht bieden van wie waar in Antwerpen een handelsactiviteit heeft ontplooid. In het jaarboek van 1882 en 1890 staat hij op dit Klapdorpadres vermeld als 'pharmacien-droguiste'. In de archieven van de Antwerpse Apothekersvereniging KAVA is echter geen spoor te vinden over Louis Van Neck, zo blijkt. Uit de Ratinckxboeken valt wel af te leiden dat Van Neck werkte met gerants om zijn zaak open te houden. In de literatuur wordt de jonge apotheker omschreven als iemand 'met een ruime belangstelling voor fotografie'. Dat komt al snel tot uiting: in de collectie van het Antwerpse MAS bewaart men archieffoto's met de initialen 'L.V.N.'. Het gaat om stadsgezichten uit het laatste kwart van de 19de en begin 20ste eeuw, tussen 1875 en 1909. Ook in het Felixarchief leidt de zoekterm'Van Neck/Vanneck' ons naar foto's van 'faits divers'. Maar de apotheker wierp zich blijkbaar ook op als documentalist van de Wereldexpo van 1894 op 't Zuid. 's Mans hobby kreeg echter al snel een professionele dimensie. De apotheker had niet enkel een grote belangstelling voor het technische aspect van de fotografie, hij had naar verluidt ook oog voor innovatie. De constructie van fotografieproducten ontwikkelde zich als een parallelle activiteit naast de apothekerij, lezen we in een bijdrage in het Nederlandse fotografietijdschrift Fotografica. 'Fotochemicaliën, gevoelige platen, lenzen, camera's: het was allemaal te koop in Klapdorp. Volgens Fotografica startte Van Neck al in 1886 met de uitgave van een eigen catalogus waarin een breed scala aan fotografische producten uit het buitenland werd aangeprezen. In die catalogus duiken echter ook 'eigen' producten op. Die liet hij maken, mogelijks door de broers Draye uit Merksem. "Die catalogus zal uitgroeien tot een respectabel boekwerk", luidt het. Daarnaast verkocht de apotheker-fotograaf in Klapdorp ook precisie-instrumenten: verrekijkers, microscopen, telescopen. Hij opende zelfs bijhuizen. Een advertentie uit Le Soir van 1889 verwijst naar een Brussels filiaal van Van Neck, vlakbij het huidige Stripmuseum. Ook in Namen vonden we referenties naar een Van Neck-dépendance. Dat de veelzijdige apotheker-fotograaf uiteindelijk lid werd van de Association belge de Photographie is dus niet verwonderlijk. De op dat ogenblik jonge dertiger werpt zich op als een van de meest actieve leden van de Antwerpse afdeling, klinkt het. Van Necks lidmaatschap (vanaf 1885-86) duurde goed twee decennia. Maar na 1895 blijkt dat engagement op een laag pitje te staan. Zoals gezegd, verkocht Louis Van Neck ook 'eigen producten'. In de beginjaren van de fotografie werd soepel omgesprongen met patenten en werden uitvindingen soms met een eigen logo of label nagemaakt. Een van die Van Neckproducten (ook in de FOMU-collectie) was een soort reflexcamera avant la lettre, de Ultime. In hoeverre Louis Van Neck deze reflexcamera zelf heeft bedacht, is niet duidelijk. Misschien was het wel een wereldprimeur, opperen kenners. Op de Engelse markt en in de VS is het toestel als 'Van Neck camera' verkocht. Een mededeling in het Antwerpse Handelsblad van 1899 zet het succesverhaal op de helling. "Een groot handelspand op Klapdorp 10 wordt 'als gevolg van een faillissement' verkocht." Het bericht roept vragen op: we zijn immers niet op indicaties gestoten dat Van Neck financiële problemen had. Integendeel: in het voorjaar 1898 werd het productaanbod bij Van Neck nog 'het meest volledige voor projections lumineuses' genoemd. Zowel voor als in de jaren na 1900 duikt zijn naam bovendien op als filmvertoner. Al in 1896 beschikte Van Neck over een projectie-apparaat waarmee hij films ging vertonen, onder meer voor de Antwerpse Studiekring voor Fotografische en Wetenschappelijke Studiën en op vraag van de Antwerpse gouverneur. Vanaf 1902 zette hij openbare filmvoorstellingen op in zijn thuisstad. Er is nog een opmerkelijk feit in 's mans biografie. In 1901 verscheen een boekje, geïllustreerd met foto's van hemzelf, getiteld Een noodlottige oorlog in het land der Boeren: een bundel nota's en indrukken door mr. Louis Van Neck: apotheker, hoofd der Belgische ambulancie, naar Transvaal gezonden in 1899-1900. In de universiteitsbibliotheek van de KU Leuven konden we het consulteren. Het is bekend dat de oorlog van de Zuid-Afrikaanse Boeren tegen de Britten in de Lage Landen op heel wat sympathie kon rekenen. In diverse Europese landen ontstonden steuncomités en werd medische hulp gestuurd naar Zuid-Afrika. In Antwerpen blijkt de heer Van Neck een van de gangmakers van het lokale comité geweest te zijn. De missie met vrijwilligers uit Nederland en België vertrok eind 1899 met rugdekking van het Belgische Rode Kruis. Apotheker Louis Van Neck was belast met de logistieke uitrusting van de (medische) vrijwilligers. Die buitenlandse inbreng werd geen succes. De Boeren werden stelselmatig in het nauw gedreven en delven uiteindelijk het onderspit. Louis Van Neck noemt het een "moeilijke zending die zelfverloochening vereischte". In het eerste decennium van de 20ste eeuw stopt Louis Van Neck als apotheker. In 1907 liet hij zijn zaak over aan ene meneer Reykens, maar die stootte de fotografie-activiteiten van zijn voorganger vrij snel af. Louis Van Neck was vóór zijn Zuid-Afrikareis zoals gezegd al betrokken bij openlucht-filmvertoningen. Die vertoningen evolueerden stilaan naar indoor filmzalen/bioscopen. In de nadagen van zijn farmaciecarrière duikt zijn naam op als directeur van de Phono Cinema op de De Keyserlei, filiaal van de Belgische Pathégroep. Maar na 1912 verdwijnt onze protagonist totaal van de radar. Is hij reeds voor zijn 60ste op pensioen gegaan, heeft hij nog andere activiteiten beoefend of...? Op die vraag moeten we helaas het antwoord schuldig blijven. Vast staat dat Louis Van Neck op 10 september 1917 overlijdt. Hij blijkt dan te wonen in de Koepoortstraat, vlak tegenover Klapdorp. Blijkens de overlijdensakte wordt het nieuws gemeld door een nicht en een buurman, niet door zijn echtgenote. Dat is vreemd, want in zijn Zuid-Afrikaboekje vermeldt hij terloops dat hij een vrouw en dochtertje heeft. Een summiere nota in het FOMU-archief vermeldt dat 'er geen doodsbrieven zijn verzonden' en dat de man ter aarde is besteld op het Kiels kerkhof. Dat is in het interbellum gesupprimeerd en als park heraangelegd. Onze apotheker is dus, letterlijk, verdwenen... Op de vraag 'hoe zag de protagonist van dit verhaal eruit?' hebben we wel een antwoord gevonden. Op de allerlaatste bladzijde van zijn Zuid-Afrikaboekje ontdekken we een foto van een modieus uitgedoste man met een ringbaardje en een hoed. Een veertiger blikt zelfverzekerd in de camera.