...

Atopisch eczeem is een veel voorkomende chronisch recidiverende huidontsteking die bij zo'n 95% onder de leeftijd van 5 jaar begint. Ongeveer 15-20% van de kinderen < 14 jaar krijgt ermee te maken, maar op de leeftijd van 15 jaar heeft 75% geen eczeem meer2. Echter 1-3% van de volwassenen lijdt aan AE3.AE heeft geen eenduidige specifieke oorzaak, maar wellicht liggen genetische en/of omgevingsfactoren aan de basis. Het optreden en persisteren van AE op jonge leeftijd is geassocieerd met genetische defecten in het huidbarrière-eiwit filaggrine, waardoor de huid minder goed water kan vasthouden en sneller uitdroogt. Bepaalde stoffen kunnen zo makkelijker doordringen en ontstekingen veroorzaken. Ook zijn er afwijkingen in het immuunsysteem, waardoor men vatbaarder is voor deze aandoening2. Vaak is er ook sprake van een (familiale) voorgeschiedenis van atopische aandoeningen (AE, hooikoorts, astma en voedselallergie bij kinderen)3. Omgevingsfactoren zoals zweet, warmte, schuimende zeep en shampoo, schoonmaakmiddelen en ruwe kleding kunnen het AE verergeren4. Soms spelen ook allergische reacties (o.a. huisstofmijt, pollen, huisdieren en voeding) een rol in het uitlokken van symptomen2.Voor de diagnosestelling is de anamnese en het lichamelijk onderzoek erg belangrijk. Jeuk vormt het hoofdcriterium. Globaal wordt het meest gebruik gemaakt van de Hanifin en Rajka criteria5.Typerende symptomen zijn naast hevige jeuk, ook roodheid, huidschilfering en verdikking van de huid. De lokalisatie van het eczeem is tevens leeftijdsgebonden, waar voornamelijk het gelaat en de behaarde hoofdhuid zijn aangedaan bij kinderen < 2 jaar, verplaatst dit naar de knieholten, elleboogplooien en op de enkels en polsen bij kinderen > 2 jaar.De ernst en omvang kunnen erg variëren, met klachtenvrije periodes afgewisseld door acute opstoten (exacerbaties). Bovendien kunnen er bacteriële, virale en fungale complicaties optreden (die superinfecties veroorzaken). Om de ernst van het AE te bepalen, kan de Three-Item-Severity (TIS) score een praktisch hulpmiddel zijn4.PreventieHet basisprincipe omvat het zoveel mogelijk vermijden van uitlokkende factoren, zoals wollen kledij, huidirritantia, stress, UV-straling en voedsel- en aeroallergenen. Daarnaast is het aangewezen om geen heet water te gebruiken, en een bad of douche zo kort mogelijk te houden. Ongeparfumeerde badoliën zouden op het einde van een bad gebruikt moeten worden. Antiseptica zoals natriumhypochloriet aan het bad toevoegen (60 ml in een halfvol bad), geeft een significante verlaging in de intensiteit van AE. Topicale emolliëntia zouden direct na het wassen moeten aangebracht. Men moet bovendien opletten om de huid niet droog te wrijven, maar zachtjes te deppen6.EmolliëntiaEmolliëntia vormen de basis van de behandeling van eczeem. De intensiteit van het eczeem verlaagt met een grotere hoeveelheid van aangebrachte emolliëntia7. Aangewezen wordt om hydrofiele emolliëntia (e.g. 5% ureum) tweemaal daags over heel het lichaam aan te brengen (min. 500 gr per week voor volwassenen). Ureum mag echter niet gebruikt worden bij kinderen < 3 jaar. Daarnaast is het afgeraden om pure olieproducten, zoals kokos- en olijfolie, te gebruiken, omdat deze de huid verdrogen.Belangrijk is om patiënten te informeren dat het gebruik van enkel emolliëntia, zonder een toereikende topicale anti-inflammatoire behandeling, een significante risico op de verspreiding van bacteriële en virale infecties met zich meebrengt.' Wet-wrapping' wordt soms in acute gevallen gebruikt, waarbij eerst een hydraterende crème wordt aangebracht om dan af te dekken met nat verband, dat verkoelend en jeuk-verzachtend werkt. Het verbetert bovendien het effect van geneesmiddelen6.Topicale anti-inflammatoire therapieTopicale middelen moeten steeds op een gehydrateerde huid aangebracht worden en enkel op plaatsen van inflammatie. Topicale corticosteroïden (TCS) vormen de belangrijkste optie, voornamelijk in de acute fase. Lichaamsplaatsen met een hogere steroïdenresorptie-index (oogleden, genitalia) vragen om een klasse 1 of 2 TCS.Naast de traditionele strategie (enkel behandelen bij een opstoot), is er nu een nieuwe behandelingsstrategie. Bij een proactieve aanpak wordt er om de 2 à 3 dagen TCS aangebracht en verlaagt zo het aantal exarcebaties. De meeste patiënten kunnen op die manier hun symptomen op lange termijn goed onder controle houden. Dezelfde strategie kan ook worden gebruikt met de niet-steroïde zalf 0,1% tacrolimus.Bovendien zijn tacrolimus en pimecrolimus ook effectief tegen jeuk en mogen deze ook bij kinderen gebruikt worden in het aangezicht, oogleden en genitalia6.Andere optiesSoms zijn antimicrobiële behandelingen nodig (antiseptica, antimycotica, topicale en systemische antibiotica). Voor zeer ernstige gevallen van AE kan de dermatoloog immuunsuppressiva nodig achten. Wat betreft antihistaminica, hebben deze geen effect op het eczeem, maar kunnen de jeuk verminderen6.Recent zijn nog nieuwe geneesmiddelen ontwikkeld voor de behandeling van AE (o.a. dupilumab), en worden verscheidene biologicals onderzocht.Als apotheker kan je zeker een rol spelen in de begeleiding van een patiënt met AE. Het is belangrijk de patiënt goed te informeren over de uitlokkende factoren, het belang van veelvuldig gebruik van emolliëntia, maar ook over het belang van TCS. De risico's zijn immers relatief beperkt. De vingertip-eenheid kan bovendien voor patiënten makkelijker zijn om de juiste hoeveelheid aan te brengen TCS te begrijpen. De NICE-richtlijnen voor AE kunnen hierbij nuttig zijn8.Het is daarnaast belangrijk om een geschikt indifferent middel te vinden op individuele basis. Tevens zijn duurdere producten daarom niet effectiever dan goedkopere. Tenslotte kunnen apothekers patiënten ook aanmoedigen tot zelfmanagement6.