...

De huidige wereldwijde verspreiding van corona is slechts de laatste paragraaf van een tienduizenden jaar oude verhaal van ziektekiemen die met de migrerende groepen mensen meereisden.Pest, lepra, syfilis, tuberculose, malaria en tyfus zijn maar enkele van de infectieziekten die de geschiedenis van de mensheid hebben bepaald. In de eerste 100 jaar van de kolonisatie van Amerika stierf misschien wel 95 procent van de oorspronkelijke bevolking aan Europese infecties. Met de terugreis van Columbus kwam Treponema pallidum mee en trok als een dodelijke golf door Europa. In 50 jaar tijd stierven rond de 16 miljoen mensen aan het onbehandelbaar woekerende venerische venijn.Hoe deze en andere micro-organismen meeliften met macro-organismen zoals de mens en welke dodelijke besmettingsgolven de graven vulden, is een van de centrale thema's in De reis van onze genen, waarin paleogeneticus Johannes Krause en wetenschapsjournalist Thomas Trappe de geschiedenis van de mens(heid), in haar interactie met klimaat, ecosystemen en culturen, reconstrueren aan de hand van eeuwen- en vaak oeroud DNA. Krause is directeur van het Max Planck Instituut voor Menselijke Geschiedenis in Jena. Hij identificeerde een voorheen onbekende mensensoort, de Denisova, aan de hand van DNA geïsoleerd uit een 70.000 jaar oud vingerkootje van een zesjarig meisje, gevonden in een Siberische grot. Krause werkte als beginnend paleogeneticus bij Svante Pääbo. Dat was de biochemicus/arts die in 1984 eigenhandig deze nieuwe discipline in gang trok toen hij DNA uit een Egyptische mummie extraheerde.De paleogentica leverde de empirische feiten voor een nieuwe geschiedschrijving van onze soort. Pääbo en Krause ontcijferden onder andere het genoom van de neaderthalers en veranderden zo onze kijk op die veronderstelde primitieve mensachtigen en hun verwantschap met Homo sapiens. De bewoners van het Neanderdal en omstreken zijn slechts enkele van de vele personages in het epische verhaal van De reis van onze genen.Wie meer over de Neanderthaler wil weten kan terecht bij de Franse paleoantropologe Silvana Condemi en wetenschapsjournalist François Savatier. In hun Wie vermoordde de neanderthaler? geven ze een sympathieke beschrijving van 300.000 jaar geschiedenis van een verwante menselijke soort. Het interessante boek wordt ontsierd door de misplaatste vertaling van de oorspronkelijke titel Néandertal, mon frère die trefzeker de boodschap van het verhaal weergeeft. De uitgeverij heeft het boek als een misdaadmysterie willen verpakken terwijl het helemaal geen ' whodunit' is die de achterflap belooft, mee gesuggereerd door de ingeslagen schedel op de cover. Je vraagt je af of de marketingmensen de boeken die ze verkopen zelf wel gelezen hebben. Die tendentieuze verpakking doet echter niets af aan deze voortreffelijke introductie tot een apart hoofdstuk in de archeoantropologie. De neaderthalers waren al 10.000 jaar opgegaan in de immigranten uit het Oosten, toen een nieuw hoofdstuk begon. Er leefden 24.000 jaar geleden misschien maar 100.000 mensen in West- en Midden-Europa. Groepjes jager-verzamelaars trokken rond en leefden ver van elkaar waardoor besmettelijke ziekten niet of nauwelijks voorkwamen. Dat veranderde toen de boeren vanuit het Nabije Oosten de vruchtbare vlakten binnentrokken. Ze sliepen met hun dieren onder één dak wat nog andere gasten aantrok zoals ratten, vlooien en luizen. Zo vonden de eerste zoönoses hun voedingsbodem, in een dankzij de landbouw gestaag toenemende populatie. Die kreeg een steeds lichtere huidskleur. De jager-verzamelaars hadden een donkere en dikkere huid maar kregen genoeg vitamine D binnen door het eten van vlees en vis. Nadat ze zich vermengden met de nieuw aangekomen akkerbouwers stond vooral plantaardig voedsel op hun menu. Hun huid verbleekte omdat ze alleen zo voldoende vitamine D uit het zonlicht konden produceren.Krause en Trappe rijgen dit soort wetenswaardige bevindingen aan elkaar tot een heldere en meeslepende vertelling die 600.000 jaar overspant en veel verklaart van de wereld in 2020. Onze genen, lichamen, ziekten, talen en culturen zijn historische mengelingen ontstaan in gestage migratiegolven. De uitwisseling, verdringing, strijd, samenwerking, lief en leed die daarmee gepaard gingen maken ons tot de mensen die we nu zijn.