...

De geneeskunde is doordrongen van het idee 'normaal'. Wat niet normaal is dient behandeld te worden. Te hoge of te lage bloeddruk, te veel of te weinig gewicht kan nog in getallen uitgedrukt worden, maar het wordt penibel als we normaal of abnormaal gedrag willen onderscheiden, denk aan geestelijke gezondheid of seksuele beleving. Historica Sarah Chaney, onderzoeker aan het Londense Centre for the History of Emotions, gaat op zoek naar de geschiedenis van wat normaal genoemd werd en wordt. Normaal begon (met dank aan de Belg Quetelet) als een statistisch begrip, een wiskundige benadering van de variatie in de werkelijkheid, die aanvankelijk alleen in de natuurwetenschappen werd gebruikt. De wiskundige norm werd gaandeweg doorgetrokken naar een sociale of ethische norm, een misleidende stap van 'zo is het' naar 'zo hoort het'. Dit normatieve begrip van wat normaal is heeft grote potentie om mensen van elkaar te vervreemden en wie afwijkt te stigmatiseren en uit te sluiten. Chaney verkent de vele aspecten van dit problematische begrip op het kruispunt van geneeskunde, biologie, sociologie en filosofie met als conclusie: 'normale mensen' bestaan niet, variëteit is normaler dan het gemiddelde.