...

Het KB 80 vormt nog steeds de basis voor de werking van de Orde. "Die werking concentreerde zich in het nabije verleden hoofdzakelijk op het bewaken van de eer en (geloof)waardigheid van het beroep", zegt prof. Laekeman. "De autoriteit van de Orde werd traditioneel niet in vraag gesteld. Onze leden kwamen eigenlijk liefst zo weinig mogelijk in contact met ons. De voorbije 15 jaar veranderde het farmaceutische landschap evenwel drastisch. Dat stelde en stelt de Orde voor belangrijke uitdagingen." De Orde der Apothekers communiceerde aanvankelijk spaarzaam naar collega's en naar de buitenwereld, gaat Laekeman verder. "De communicatie bestond voornamelijk uit het per post verzenden van deontologische en wettelijke voorschriften en het jaarboek met de disciplinaire sancties. De professoren Willy Baeyens en Jeanine Fontaine drongen als toenmalige voorzitters aan op de creatie van een website voor de Orde. Dat was een belangrijke stap naar een meer intense communicatie met leden en patiënten." De druk van de commercialisering binnen de sector nam zo'n tien jaar geleden zienderogen toe. Prof. Laekeman: "Belangrijk is dat je dan als Orde de rangen sluit. Uit de contacten met de provinciale raden vingen we sterke signalen op: 'hier is iets aan het gebeuren'. Dan rijst uiteraard de vraag hoe we daar als Orde mee moeten omgaan. De druk vanuit het veld was groot. We hebben toen als Orde initiatieven genomen en zo zijn we in een jarenlange juridische discussie terecht gekomen. Op topniveau kan je gerust zeggen, met de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) aan de andere kant van de tafel." Directeur Rien Marinus: "De mededinging is heilig, zo hebben we zelf moeten ondervinden. We hebben het belang daarvan onderschat. De gesprekken verliepen in de begin- fase moeilijk. We hebben echt respect moeten afdwingen." Gedane zaken nemen evenwel geen keer. "De schrik zat er in. Huizenhoge boetes plaatsten de Orde voor een quasi onmogelijke opdracht", zegt prof. Laekeman. "Ondanks deze dreigende situatie en de hoge advocatenkosten, hebben onze leden daar weinig of niets van gemerkt. Wat een grote verdienste is van het fantastische team hier, dat de handen in elkaar sloeg en naar de BMA trok om te argumenteren over het onderscheid tussen geneesmiddelen voor zelfmedicatie en andere producten, zoals pakweg parfum of een vitaminensnoepje." "De BMA maakte dat onderscheid aanvankelijk niet, in het kader van het vrije ondernemingschap", gaat mevrouw Marinus verder. "We zijn twee tot drie jaar juridisch bezig geweest om voor dat onderscheid te ijveren en te pleiten. Waardoor andere taken van de Orde op een lager pitje kwamen te staan." Zoals gestipuleerd staat in KB 80, heeft de Orde een wettelijke opdracht, waaronder het bijhouden en actualiseren van de code van farmaceutische plichtenleer. "De BMA legde ons wat dat betreft een deadline op: op 1 januari 2020 moest de bijgewerkte code een feit zijn." Het resultaat is een 'geliberaliseerde' code. Rien Marinus: "Sinds mei 2018 staat in het wetboek economisch recht dat een apotheek een onderneming is, daar waar dat voordien eerder onduidelijk was. Tegelijk is het de taak van de Orde om het handelskarakter van de apotheek te vrijwaren. Voor de BMA gaan handel drijven en ondernemen hand in hand. Na een tijd werden de gesprekken constructiever langs beide kanten. Er kwam begrip voor het feit dat in ons land apothekers nog altijd het monopolie hebben inzake de aflevering van geneesmiddelen. Geleidelijk aan zagen we ons in de discussies groeien, ook al zaten we op de beklaagdenbank. Uiteindelijk hebben we van elkaar geleerd." In de nieuwe code zijn de essentiële punten dezelfde gebleven, maar er is meer vrijheid op gebied van publiciteit en commerciële praktijken. "Aan de hand van drie tools - de code, de gecommentarieerde code en de beslissingsboom - kan een apotheker nu in eerste instantie nakijken of zijn plannen inzake publiciteit toegelaten zijn. De Orde kan steeds advies geven over dergelijke initiatieven, wat ook geregeld gebeurt." De Orde leverde inspanningen inzake transparantie, benadrukt het duo. "Zo is het jaarverslag nu publiek consulteerbaar en worden alle tuchtbeslissingen aan de leden gecommuniceerd op de website", haalt Rien Marinus aan. "We zouden verwachten dat er met de nieuwe code minder klachten binnenkomen. De statistieken geven ons eigenaardig genoeg een ander beeld. Sinds de coronapandemie is het aantal klachten door patiënten fel toegenomen. Patiënten stellen steeds hogere eisen aan de dienstverlening. Toch kunnen we stellen dat onze apothekers het uitstekend doen, gezien de brede en nog aangroeiende waaier aan diensten die ze verlenen." Bij de inschrijving van pas afgestudeerde apothekers speelt de website ook een dienende rol. Inschrijven kan nu volledig online gebeuren. Het delen van de nodige info tussen universiteiten, FOD Volksgezondheid en Orde, vergemakkelijkt het elektronisch registreren van pas afgestudeerde jonge collega's. De provinciale raden behandelen vervolgens de inschrijvingen. Aangaande de inzet van farmaceutisch experten in de vaccinatiecentra nam de Orde een belangrijke beslissing. Gert Laekeman: "Aangezien het hier wel degelijk gaat om artsenijbereidkunde, was het voor de gepensioneerde apothekers en niet ingeschreven collega's aangewezen dat ze zich (opnieuw) bij de Orde zouden registreren. Die collega's hebben wij de mogelijkheid geboden om dat gratis te doen. Op die manier was hun verantwoordelijkheid als apotheker - farmaceutisch expert in de centra voor iedereen duidelijk." Ook in het geval de noodplannen toch nog in werking zouden treden, zal een gelijkaardige procedure gelden. De nieuwe rol van de apotheker als vaccinator krijgt de steun van de Orde. "Wij staan immers achter ieder initiatief waarbij de apothekers als zorgverstrekkers functioneren. Wij ijveren er dus voor om de handelingen die ze verrichten te laten erkennen en betalen. Dat draagt bij tot de officiële positionering van de apotheker, als kwalitatief hoogstaande professionele verstrekker van zorg." Gert Laekeman: "Onze leden moeten in een goede fysieke en mentale conditie verkeren. We hebben al meegemaakt dat apothekers sancties opgelegd krijgen omdat ze door hun situatie - problemen binnen het gezin, financiële moeilijkheden, een handicap - de wettelijke en deontologische regels niet meer respecteren. Dat is heel spijtig, maar net daarom is het belangrijk dat deze mensen worden opgevangen in een structuur die volledig losstaat van de Orde. Het zou nogal potsierlijk zijn dat een apotheker bij ons komt aankloppen voor mentale ondersteuning nadat die persoon van ons een sanctie heeft gekregen. Wij hebben er ook geen zaken mee wie er in de put zit." "Voor de artsen functioneert Arts in Nood. Het is wenselijk dat ook apothekers op dit forum een beroep kunnen doen. De Orde staat positief tegenover dergelijke vorm van ondersteuning, maar het behoort niet tot de opdracht van de Orde om de dienstverlening zelf te organiseren", aldus prof. Laekeman. Dat neemt niet weg dat de Orde kan helpen om de continuïteit van zorg mee te verzekeren bij acute collectieve noodsituaties. De Orde droeg bijvoorbeeld bij aan het solidariteitsfonds voor getroffen collega's na de overstromingsramp vorige zomer in Wallonië. Er staan nog meer projecten op stapel, zoals het overmatig gebruik van geneesmiddelen, met name opiaten. Apothekers kunnen daarbij zeker en vast een preventieve en sturende rol spelen, op voorwaarde wel dat ze toegang krijgen tot de nodige informatie, met name over de voorschrijvers. "Het probleem is nijpend, met momenteel meer dan 8.000 patiënten die dagelijks meer dan een dubbele dagdosis innemen van narcotische analgetica. We moeten zoeken naar middelen om die patiënten te helpen, zonder hen te stigmatiseren." De Orde stelt hulpmiddelen ter beschikking via de website en volgt met belangstelling interdisciplinaire onderzoeksprojecten in de universitaire ziekenhuizen van Gent en Luik in samenwerking met de universitaire faculteiten aldaar.