...

Oxytocine, het hormoon van het geluk, het orgasme, monogamie, moederliefde en hechting, zou tal van heilzame effecten hebben. Het wordt als neusspray verkocht als wondermiddel tegen stress en angst, om het zelfvertrouwen op te krikken... en om autisme en schizofrenie te behandelen. De groep van prof. Olivier Corneille en prof. Moïra Mikolajczak van het 'Institut de recherche en sciences psychologiques' (IPSY) van de UCLouvain heeft de literatuur over intranasaal gebruik van oxytocine doorgenomen. Hun conclusies zijn meedogenloos: "80-100% van de uitgevoerde studies is onvoldoende krachtig: het aantal proefpersonen was te laag om betrouwbare conclusies te kunnen trekken; 91% van de artikels rapporteert minstens één significant effect, maar slechts 12% zou echt gecontroleerd zijn; van geen enkel onderzoek werden de gegevens vrijgegeven, dus weinig of geen transparantie." 1 Oxytocine is een hormoon met een perifere (baarmoeder, borstklier) en intracerebrale werking. Oxytocine werkt als neurotransmitter en speelt een rol bij emoties en het gedrag. "In 2005 werd een nieuwe manier voor toediening van oxytocine voorgesteld: via de neus. Volgens die studie hadden mensen die met zo'n puff werden behandeld, meer vertrouwen in anderen. Het is een zeer 'sexy' onderwerp, dat een enorme vlucht heeft genomen. Er is inderdaad zeer veel onderzoek verricht naar de effecten van oxytocine op ons sociale leven", zegt Adrien Mierop, postdoctorandus aan het IPSY. In 2012 heeft de Koninklijke Academie voor geneeskunde van België het effect van gebruik van oxytocine op de sociale relaties onder de loep genomen. Dat hormoon werd immers voorgesteld als een nieuwe mogelijke target bij de behandeling van geestesziekten zoals autisme, angst en schizofrenie. De resultaten werden echter niet door klinische studies bevestigd. "Veel studies waren uitgevoerd zonder controlegroep en bij een klein aantal patiënten."2 Het is inmiddels duidelijk geworden dat toediening van oxytocine via de neus niet altijd dezelfde effecten zou hebben. "Volgens sommige vorsers is het complexer dan dat en zouden de effecten van oxytocine kunnen afhangen van persoonlijkheidstrekken, het geslacht, de context enz." Daarop is een tweede golf studies gevolgd die stellen dat het effect van oxytocine afhangt van meerdere factoren. "We hebben daarom onderzocht of de resultaten beter zouden kunnen worden voorspeld als rekening werd gehouden met de individuele en contextuele factoren die in de literatuur worden aangehaald. Maar zelfs dan blijken de resultaten niet robuust te zijn. Rekening houdende met die complexiteit blijken de vermeende effecten van oxytocine intranasaal overroepen te zijn", vindt de psycholoog. De vorsers van de UCLouvain stellen zich dan ook vragen over de legitimiteit van het onderzoeksveld: "Het is een zeer vruchtbaar onderzoeksterrein, maar er is discussie over de toegepaste onderzoeksmethoden. We leven nu eenmaal in een tijd dat er zeer snel en veel wordt gepubliceerd. Zodra een vorser een enigszins sympathiek effect waarneemt, probeert hij het meteen te publiceren zonder dat te controleren bij een groter aantal proefpersonen bijvoorbeeld en zonder het te valideren." "De onderzoeksmethoden laten te wensen over, maar, en dat is echt een groot probleem, zijn ook niet transparant. De vorsers beschrijven vaak niet op voorhand hun hypothesen en het effect dat ze willen onderzoeken. Zo kunnen ze achteraf een mooi verhaaltje vertellen, theorieën die hun gegevens retrospectief bevestigen. Dat staat compleet haaks op een wetenschappelijke aanpak. Bovendien stellen ze hun gegevens niet ter beschikking. Ze kunnen dus niet worden gecontroleerd." In de ongeveer 100 wetenschappelijke artikels die de groep heeft uitgepluisd, werden meer dan 900 effecten aangehaald. "Het meest waarschijnlijke scenario is dat 3-10% van de studies robuust is, maar het is onmogelijk uit te maken welke studies dat zijn. Sommige effecten worden vaak vermeld in de literatuur (effect op angst bijvoorbeeld). Alle studies die een poging hebben ondernomen om die effecten te reproduceren, zijn echter met een sisser afgelopen. We bevinden ons dus in een mijnenveld. Van alles wat er is gepubliceerd, weerstaat nagenoeg niets de toets van een empirisch onderzoek. We kunnen die literatuur dus niet vertrouwen. Het zou best kunnen dat alle waargenomen effecten een placebo-effect zijn", verklaart hij. "Het onderzoek is veel te explorerend. Volgens mij is een meer confirmerende aanpak wenselijk", aldus Adrien Mierop. "En wel om minstens drie redenen. Ten eerste, er zijn zoveel artikels die beweren dat het werkt, dat researchteams daar onderzoek naar gaan doen en fondsen verwerven. Wat een verlies van tijd en geld! Ten tweede, dat is ook belangrijk voor goedgelovige mensen, die zich op dat wondermiddel storten hoewel er geen enkel bewijs is dat het werkt. En tot slot, als je vaststelt dat het geen enkele zin heeft een neusspray van oxytocine te geven aan niet-geselecteerde mensen, kan je je ernstig afvragen of het dan überhaupt enig effect zal hebben bij patiënten."