...

Olivier De Coster, anesthesist-algoloog in het pijncentrum AZ Delta, vertelt er ons meer over. Zona wordt veroorzaakt door het varicella-zostervirus, hetzelfde virus dat de windpokken veroorzaakt tijdens de kindertijd. Dat virus blijft latent opgeslagen in de zenuwwortels waardoor de meerderheid van de volwassen bevolking drager is. Wanneer de cellulaire immuniteit achteruitgaat naarmate de leeftijd vordert of bij gebruik van immuunonderdrukkende geneesmiddelen kan het virus opnieuw opflakkeren en ontwikkelt er zich herpes zoster, ook zona of gordelroos genoemd. De grote meerderheid van de patiënten met zona zijn inderdaad ouder dan 60-70 jaar. Waar de incidentie van zona in de normale bevolking 3,4/1.000 bedraagt, is die boven de 75 jaar 9,7/1.000. Geschat wordt dat ongeveer 20% van de bevolking ooit zona krijgt. Bij zona wordt het volledige dermatoom, het huidgebied van de zenuw, aangetast door het virus. Zona uit zich als een bandvormige uitslag met blaasjes die jeuken en gaat gepaard met een stekende en brandende pijn. Meestal beperkt zona zich tot één dermatoom op de thorax of in het aangezicht. Een acute zona gaat meestal over na één à twee weken en de behandeling heeft vooral als doel om het aantal dagen ziektelast te verminderen. Een uitzondering is de zogenaamde zona ophthalmica waarbij de oogzenuw aangetast is, wat tot blindheid kan leiden. In dat geval dient onmiddellijk behandeld te worden met intraveneuze aciclovir. 10-15% van de mensen die een zona krijgt, ontwikkelt achteraf postherpetische neuralgie (PHN). Daarbij blijft na het verdwijnen van de blaasjes een hevige zenuwpijn bestaan. PHN kan een behoorlijk invaliderende ziekte zijn, die zeker bij ouderen de levenskwaliteit erg kan verminderen. De pijn bij PHN in het gebied van het dermatoom kan enorm hevig zijn. Er is sprake van hyperpathie en allodynie, waarbij de patiënten geen aanraking van de huid of kleding meer kunnen verdragen. Maar ook dysesthesie komt vaak voor met spontane continue pijn en prikkelingen. Als gevolg van PHN kan de slaapkwaliteit naar beneden gaan, de levenskwaliteit afnemen en geraken patiënten soms in sociaal isolement. Hoe langer de PHN duurt, hoe moeilijker het wordt om deze te behandelen. Het is daarom van groot belang om PHN zo snel mogelijk aan te pakken. Maar ook dan is behandeling niet altijd even succesvol en er zijn ook nadelen aan verbonden. Behandelingen met tricyclische antidepressiva zoals amitriptyline of anti-epileptica zoals gabapentine of pregabaline werken wel voor neuralgie, maar veroorzaken vrij veel bijwerkingen zoals slaperigheid en duizeligheid. Zeker bij ouderen is dat te vermijden, want het risico op vallen en breuken vergroot. Opiaten kunnen gebruikt worden, maar zijn controversieel, omwille van het verslavingsrisico. Andere behandelingsmogelijkheden zijn lidocaïnepleisters, maar ook die werken niet bij iedereen. Ook met capsaïcinecrème (8%) kunnen soms goede resultaten bekomen worden, maar de behandeling is vrij duur en wordt enkel terugbetaald wanneer gebruikt in een pijncentrum. In de meest ernstige gevallen kan er ook overwogen worden om de pijn in het huidgebied van het aangetaste dermatoom te veminderen door een wortelblokkade uit te voeren. Dat kan via een transforaminale steroïden-injectie of via opwarming van de zenuw (PRF: pulsed radiofrequency). Dat kan ook in de subacute fase nuttig zijn. Als niets helpt, moet er soms gegrepen worden naar neurostimulatie, maar dat is erg duur en niet terugbetaald. Omwille van de ernst en de impact op de levenskwaliteit meent dr. De Coster dat het erg belangrijk is om in te zetten op het voorkomen van PHN. En preventie is mogelijk. Sinds geruime tijd bestaat er een levend verzwakt vaccin tegen herpes zoster (1). Reeds in 2017 bracht de HGR een advies uit om vaccinatie tegen herpes zoster met dit vaccin in overweging te nemen voor alle personen tussen 65 en 79 jaar (2). Sinds eind 2020 is er een tweede geadjuvanteerd recombinant eiwitvaccin ter beschikking (3). Verwacht wordt dat de HGR met de komst van het nieuwe vaccin ook een herzien advies zal uitbrengen. Bij oudere patiënten, vanaf de leeftijd van 50-60 jaar, meent dr. De Coster dat de huisarts best overweegt om te vaccineren om het optreden van zona en bijgevolg ook PHN te voorkomen. Als een oudere patiënt toch zona krijgt, is het erg belangrijk dat de huisarts snel behandelt met orale antivirale middelen, waardoor de kans op PHN daalt. De pijn dient ook doeltreffend behandeld te worden want zeer veel pijn tijdens een actieve zona blijkt de kans op PHN te vergroten. De pijn kan behandeld worden met NSAID's of met een zwak opiaat zoals tramadol. Ook moet overwogen worden om vrij snel te starten met lage dosissen pregabaline of gabapentine. Dr. De Coster wijst er nog op dat de lidocaïnepleisters niet gebruikt mogen worden als er nog blaasjes aanwezig zijn. Belangrijk is vooral om niet te aarzelen om de patiënt snel door te sturen naar een pijncentrum bij vrees dat er een evolutie naar PHN is. 1. https://www.ema.europa.eu/en/documents/product-information/zostavax-epar-product-information_nl.pdf 2. https://www.health.belgium.be/sites/default/files/uploads/fields/fpshealth_theme_file/9209_hgr_advies_zonaa5_pdt.pdf 3. https://www.ema.europa.eu/en/documents/product-information/shingrix-epar-product-information_nl.pdf