...

Zware benen zijn geen vrijblijvende klacht. Ze wijzen op het bestaan van functionele en microanatomische afwijkingen van de bloedvaatjes in de huid. Door dat symptoom te behandelen kan men ook de mogelijke gevolgen op langere termijn voorkomen, namelijk staseangiodermatitis, lipodermatosclerose, witte atrofie en ulcus cruris", schrijven prof. Piérard et coll. in de Revue médicale de Liège. Patiënten met een chronische veneuze ziekte kunnen allerhande symptomen en tal van klinische tekenen vertonen. Ze klagen vaak over pijn: schietende, brandende pijn of spierkrampen, over het algemeen 's nachts. Andere frequente klachten zijn zware, vermoeide, gezwollen benen, vooral 's avonds, en jeuk aan de huid. Al die symptomen verergeren bij lang rechtstaan. De kenmerkende klinische tekenen zijn verwijde aders, spataders en zwelling van het onderste gedeelte van het been, hoofdzakelijk de voet en de enkel. In een verder gevorderd stadium kunnen huidafwijkingen optreden: bruine verkleuring, witte verkleuring, littekens van scheurtjes in de opperhuid en veneus ulcus. Acute complicaties zijn oppervlakkige en/of diepe veneuze trombose. Soms kan een verwijde oppervlakkige ader bloeden, vooral als de huid zeer dun is. De prevalentie van chronische veneuze ziekte in de westerse landen is hoog en zal allicht nog stijgen gezien de vergrijzing van de bevolking, de epidemie van overgewicht en de sedentariteit. Volgens een peiling, die Belgische en Luxemburgse huisartsen in 2013 hebben uitgevoerd bij 6.009 patiënten (gemiddelde leeftijd 53,4 jaar), is de prevalentie van chronische veneuze ziekte (klasse C1-C6, CEAP-classificatie) hoog (61,3%). Maar volgens de artsen had slechts 45,9% van de patiënten die de peiling hebben beantwoord, een chronische veneuze ziekte. De leeftijd en het vrouwelijke geslacht correleerden met een hogere klasse. Patiënten in klasse C3-C6 hadden significant meer pijn, een opgeblazen en brandend gevoel, nachtelijke krampen, jeuk en tintelingen in de benen. De patiënten die regelmatig lichaamsbeweging namen en geen familiaire voorgeschiedenis hadden, zaten in een lagere C-klasse. Een hoge BMI, de leeftijd, het vrouwelijke geslacht, familiaire antecedenten, een voorgeschiedenis van tromboflebitis en een hogere C-klasse correleer- den met een slechtere levenskwaliteit. Een hoge BMI, weinig lichaamsbeweging, het aantal zwangerschappen, een familiaire voorgeschiedenis van chronische veneuze ziekte en de leeftijd correleerden met een ernstigere ziekte. De levenskwaliteit verminderde bij het verschijnen van de eerste symptomen, die overigens bij 10,4% van de patiënten productiviteitsverlies veroorzaakten. Die studie is uitgevoerd in het kader van het Vein Consult Program, een grootschalige epidemiologische prospectieve internationale studie ondersteund door de International Union of Phlebology, die een betere kijk wil krijgen op de wereldwijde prevalentie van chronische veneuze ziekte. De ernst van de ziekte stijgt met de leeftijd. Pijn, zwaartegevoel, vermoeidheid en spierpijn komen vaker voor bij patiënten jonger dan 65 jaar. 65-plussers daarentegen vertonen vaker symptomen en tekenen van een ernstigere chronische veneuze ziekte zoals zwelling, verkleuring van de huid en veneus ulcus. Een veneuze ziekte wordt gekenmerkt door afwijkingen van de veneuze retour die leiden tot veneuze hypertensie. Zonder behandeling kan dat leiden tot chronische veneuze insufficiëntie met oedeem en huidafwijkingen gaande tot ulceratie (C3 tot C6). De leeftijd, erfelijkheid, het geslacht, een grote lichaamslengte en zwangerschap zijn risicofactoren voor chronische veneuze ziekte, waar niets aan kan worden gedaan. Maar er zijn ook risico- factoren, waar wel iets aan kan worden gedaan, zoals de werkomstandigheden, overgewicht en een sedentair leven. Wat de erfelijkheid betreft: een patiënt van wie beide ouders spataders hebben, loopt 90% kans een chronische veneuze ziekte te ontwikkelen. Als één van de ouders is aangetast, bedraagt de kans 47% en als geen van beide is aangetast, is dat maar 20%. Volgens de meeste studies is de prevalentie hoger bij vrouwen. Bij mannen wordt de prevalentie waarschijnlijk echter onderschat wegens een rekruteringsbias. Mannen zijn nu goed voor meer dan 15% van de consultaties wegens chronische veneuze ziekte. Een 30-tal jaar geleden was dat nauwelijks 5%. Een zwangerschap verhoogt het risico op ontwikkeling van spataders. Het risico op spataders en chronische veneuze insufficiëntie stijgt met het aantal zwangerschappen, met name als gevolg van druk van de zwangere baarmoeder op de vena cava inferior. Lang staan, zitten of niet bewegen, zware gewichten dragen en werken bij hoge temperatuur werken het verschijnen van varices in de hand. Ook overgewicht en obesitas correleren met een hogere prevalentie van chronische veneuze ziekte en chronische veneuze insufficiëntie. Sommige auteurs trekken die link echter in twijfel aangezien overgewicht correleert met een sedentair leven en veel zwaarlijvige mensen tekenen van chronische veneuze insufficiëntie ontwikkelen zonder enig bewijs van veneuze reflux. Zware benen zijn een belangrijk symptoom, maar met goede gewoontes kan je dat risico flink verkleinen.