...

Endometriumkanker is de meest voorkomende gynaecologische kanker - met dien verstande dat borstkanker niet als dusdanig wordt beschouwd. Al jaren weet men dat het risico van endometriumkanker daalt naarmate een vrouw meer zwangerschappen heeft uitgedragen. Vooral de eerste zwangerschap doet het risico afnemen, verdere zwangerschappen iets minder.In dit verband verwijst men vaak naar de 'unopposed oestrogen hypothesis'. Volgens deze hypothese zou het risico van endometriumkanker afnemen naarmate de vrouw minder menstruele cycli heeft. Tijdens het eerste deel van de cyclus wordt het baarmoederslijmvlies immers blootgesteld aan oestrogenen die niet door progesteron onder controle worden gehouden. De versterkte mitotische activiteit die daardoor optreedt, wordt als verklaring voor het verhoogde risico van kwaadaardige degeneratie naar voren geschoven.Op grond van een aantal gegevens uit de literatuur had de Deense onderzoeksgroep rond Anders Husby twijfels bij deze verklaring. En wat was er dan meer voor de hand liggend dan zwangerschappen met een beperktere impact op het aantal cycli te gaan bekijken? Bijvoorbeeld, zwangerschappen die worden afgebroken door een abortus? Hebben die ook een effect?Husby et al. onderzochten gegevens over alle Deense vrouwen geboren tussen 1935 en 2002. Dat betekent een totaal van zowat 2,3 miljoen vrouwen, die samen bijna 4 miljoen zwangerschappen aanvatten. Goed voor 3,2 miljoen geboorten. In 670.000 gevallen vond een abortus plaats.Tijdens een gemiddelde follow-up van 25 jaar kregen 6.743 vrouwen endometriumkanker. De gegevensanalyse bevestigde het beschermende effect van zwangerschappen, met het gekende verschil tussen de eerste en de volgende zwangerschappen. En toen kwam het antwoord op de onderzoeksvraag: er was geen verschil in beschermend effect tussen voldragen zwangerschappen en zwangerschappen die door een abortus werden afgebroken.Al eerder wees een studie erop dat er meer aan de hand is dan een variatie van het aantal cycli. In deze studie bleek ieder 'zwangerschapsjaar' (een artificieel jaar samengesteld uit 12 maanden zwangerschap) het risico van endometriumkanker met 22% te doen afnemen, terwijl een jaar minder cycli door een late menarche of een vroege menopauze maar rond de 8% reductie tot stand bracht. Het aantal cycli blijkt dus wel op sommige vlakken relevant te zijn, maar bij de zwangerschap heeft een ander mechanisme de bovenhand.Husby et al. zoeken het bij de snelle stijging van progesteron tijdens de eerste weken na de bevruchting. De waarden pieken op dat ogenblik driemaal hoger dan het uitgangsniveau, terwijl oestrogeenwaarden maar matig toenemen. De Denen vinden ondersteuning voor deze hypothese bij een ander onderzoek, waaruit het beschermende effect van het progesteron-IUD naar voren komt: bij vrouwen die dat ooit gebruikten, bedroeg het risico van endometriumkanker maar 22% van wat men optekende bij vrouwen die nooit een progesteron-IUD gebruikten.Een hele reeks studies wijst op het gunstige effect van behandeling met progesteron op endometriumkanker en het voorstadium endometriumhyperplasie. Het team beschouwt zijn resultaten als een uitgangspunt voor verder onderzoek naar de preventie van endometriumkanker.