...

Een kwart van de bevolking denkt allergisch te zijn voor bepaalde voedingsmiddelen, maar in feite vertoont maar 2-4% een echte voedselallergie. Het is een frequente aandoening, die echter toch wordt overschat, aldus dr. Maud Deschampheleire, pneumologe en allergologe aan het CHR Citadelle (Luik) op het 10de Congrès de Médecine et nutrition van de Société belge des médecins nutritionnistes (SBMN). De frequentste allergenen in de voeding bij volwassenen zijn Rosaceae (27,3%), latexfruit (kiwi, banaan, avocado,... 23%), schermbloemen (selderij, venkel, wortelen,... 17,5%), schaalvruchten (16%) en pindanootjes (10%). De frequentste oorzaken van voedselallergie bij kinderen zijn allergie voor eieren (51%) en koemelk (16%) (die vormen van allergie kunnen verdwijnen), pindanootjes (40%) en schaalvruchten (6%) (die laatste vormen houden lang aan). En dan niet te vergeten anafylactische shock bij het starten met vis (7%). We moeten een onderscheid maken tussen echte allergie en intoxicatie, pseudovoedselallergie, (inname van grote hoeveelheden voedingsmiddelen die veel histamine en/of tyramine bevatten of stoffen die histamine vrijzetten), voedselintolerantie (lactose en andere) en niet-allergische overgevoeligheid voor gluten. Maud Deschampheleire ging in op het begrip "tolerantie". "Waarschijnlijk was het fout kinderen met wat eczeem een uitgebreid restrictiedieet op te leggen. De mondbodem en het spijsverteringskanaal blijken immers tolerantie op te wekken. Als je de patiënt verbiedt bepaalde voedingsmiddelen te eten, stijgt de kans dat hij allergisch gaat worden. Lactose-intolerantie (door lactasedeficiëntie) is niet synoniem met allergie voor koemelkeiwitten. Het vermijden van zuivelproducten kan catastrofaal worden bij een kind, dat op termijn allergisch zou kunnen worden voor melk." "Een consultatie allergologie neemt veel tijd in beslag. Ik dring er bij de patiënten op aan een voedselagenda mee te brengen en de etiketten waarop de allergenen staan vermeld. Ook huisartsen, voedingsspecialisten en diëtisten kunnen daarbij helpen." Bepaling van specifieke IgE is nuttig, maar weinig gevoelig of specifiek. "Een overgevoelige patiënt hoeft bovendien geen symptomen te hebben, aldus nog dr. Deschampheleire. Een orale provocatietest blijft de gouden standaard om een allergie te bevestigen en de getolereerde hoeveelheid te bepalen. Dieetrestrictie is enkel geïndiceerd als ze gewettigd is. Daarna moet je de patiënten opnieuw evalueren. Voor kinderen werden desensibilisatieschema's (pindanootjes, koemelk, eieren) opgesteld en schema's waarbij bepaalde voedingsmiddelen opnieuw worden ingevoerd om de tolerantie te verhogen. De patiënt moet om de 6-12 maanden opnieuw worden geëvalueerd. De laatste jaren werden recombinante allergenen ontwikkeld, allergenen gemaakt door middel van genetische manipulatie. Met die recombinante allergenen kunnen de patiënten beter worden geëvalueerd: door de verschillende allergiserende componenten van één enkel allergeen te testen, kan je een preciezere diagnose stellen, kruisreacties voorspellen en fout positieve reacties uitsluiten. Allergie voor fruit en groenten kan het gevolg zijn van overgevoeligheid voor meerdere eiwitten, vooral PR10 (Betv1), profilines (Betv2), LTP... Betv1 is een belangrijk allergeen (> 50% van de allergische patiënten). Betv1 is een verdedigingseiwit dat in planten zit (wortelen, appelen, hazelnoten...). Het is temperatuurgevoelig en wordt vernietigd in de maag. "Er zijn gevallen van shock beschreven na gastric bypass. Dus opletten bij atopische patiënten bij wie die operatie wordt overwogen", verwittigt ze. Profilines zijn minder belangrijke allergenen, die bestand zijn tegen speeksel, maar vernietigd worden in de maag en gedeeltelijk bestand zijn tegen koken/bakken. Profilines kunnen een syndroom van mondallergie en spijsverteringsstoornissen veroorzaken bij inname van fruit en groenten zonder Betv1 (aubergines, banaan, meloen...). "LTP zijn stabiele plantaardige panallergenen, die bestand zijn tegen hitte en proteolyse door pepsine. Ze worden dus niet afgebroken bij koken/bakken en ook niet tijdens de vertering. LTP zitten in alle planten behalve in de wortels: fruit, droog fruit, groenten, graangewassen (gerst, rijst, tarwe) en in wijn, bier, sap...", zei de allergologe. Het sensibiliseringsprofiel is complex en in 30% van de gevallen spelen andere factoren mee (alcohol, NSAID's, enzovoort). De specialiste vestigde de aandacht op de sensibiliserende werking van cannabis, dat een LTP (Can s3) bevat: "Niet zelden zien we mensen van 20 tot 30 jaar wegens een shock na inname van perziken, bananen... Er zijn ook gevallen beschreven bij kinderen van wie de ouders cannabis rookten. Bij de anamnese polsen we nu altijd naar het gebruik van cannabis." Dr. Deschampheleire gaf enkele voorbeelden van het gebruik van recombinante allergenen. "Dergelijke allergenen zijn zeer nuttig bij kinderen die allergisch zijn voor eieren. Kinderen die overgevoelig zijn voor ovomucoïd (hittebestendig, zeer allergiserend), zullen veel sterker reageren op eieren, zelfs gekookte/gebakken eieren. Kinderen die enkel overgevoelig zijn voor ovalbumine (proteïne in wit van het ei, die gevoelig is voor warmte), kunnen reageren op rauwe of licht gekookte/gebakken eieren. Bij die kinderen kunnen eieren gemakkelijker opnieuw worden ingevoerd. Met recombinante versies van de allergenen in tarwe kan je nagaan of de patiënt risico loopt op anafylaxie bij inspanning (omega-5-gliadine). Allergie voor rood vlees kan een late anafylactische reactie veroorzaken en is te wijten aan alfa-gal. In de Verenigde Staten zijn gevallen beschreven na een tekenbeet."