...

Het idee achter de studie is het herbestemmen van bestaande behandelingen, wat een stuk sneller kan gaan dan het ontwerpen van een molecule vertrekkende van vrijwel niets. Als een arts vaststelt dat zijn (gehospitaliseerde) patiënt in aanmerking komt voor deelname aan de Solidarity-studie, kan hij de betrokkene inschrijven via een platform van de WGO, met vermelding van een aantal patiëntgegevens. Hij geeft aan over welke van de onderzochte moleculen het ziekenhuis beschikt. Het platform van de WGO zal de patiënt randomiseren naar één van de beschikbare opties. De arts sluit de deelname van zijn patiënt af met aangifte van de datum van ontslag of overlijden, de hospitalisatieduur en het feit of de patiënt al dan niet beademing heeft gekregen. De selectie van de WGO omvat: Remdesivir. Dit middel remt een belangrijk viraal enzym, RNA-afhankelijke RNA-polymerase. Het werd vorig jaar getest tijdens de ebola-epidemie in Congo, maar had geen effect. In vitro remt het de replicatie van SARS-CoV-1 en MERS. Intussen zijn een paar casussen opgedoken van patiënten in kritieke toestand die het na toediening van remdesivir snel beter maakten. Een troef van dit middel is de goede tolerantie, ook bij hoge dosissen. Chloroquine/hydroxychloroquine. Ongetwijfeld de meest controversiële van de uitgeteste behandelingen. Effect op virussen is alleen in vitro aangetoond. Zo toonde prof. Marc Van Ranst in 2004 in vitro een effect van chloroquine aan op SARS-CoV-1. Een Franse onderzoeksgroep meldde onlangs gunstige resultaten bij patiënten met Covid-19, maar de studie was niet gerandomiseerd. Vooral in Frankrijk woedt het debat. Een commentaar op een Franse nieuwssite dd. 25 maart schrijft dat de Franse wetenschappelijke gemeenschap kan worden opgesplitst in 'chloroquinards' en 'anti-chloroquinards'. VS-president Donald Trump deed zijn duit in het zakje, toen hij chloroquine/hydroxychloroquine op een persconferentie als een game changer bestempelde. Ook in China lopen studies, maar de WGO oordeelde op 20 maart dat er te weinig gegevens bekend zijn om daaruit al was het maar voorlopige conclusies te trekken. Hydroxychloroquine wordt bij ons als anti-inflammatoir middel ingezet bij patiënten met reumatoïde artritis en lupus erythematodes. Het middel verlaagt ook de pH in de endosomen, die voor sommige virussen de ingangspoort naar de cel vormen. De WGO was oorspronkelijk niet van plan chloroquine/hydroxychloroquine in de Solidarity-studie op te nemen, maar deed het uiteindelijk toch onder invloed van de wereldwijde belangstelling voor het duo. De Belgische gezondheidsoverheden bevelen momenteel chloroquine/hydroxychloroquine aan als eerstelijnsmedicatie bij zwaar zieke patiënten. Lopinavir/ritonavir. Dit middel wordt sinds 2000 gebruikt bij de behandeling van patiënten met een hiv-infectie. Lopinavir en ritonavir zijn proteaseremmers. Ritonavir remt de afbraak van lopinavir. Resultaten bij patiënten met SARS en MERS zijn tegenstrijdig. Een eerste gerandomiseerde, open studie bij patiënten met Covid-19 viel teleurstellend uit.Lopinavir/ritonavir zal in de Solidarity-studie worden getest als dusdanig, of in combinatie met interferon-bèta. De Solidarity-studie verloopt niet dubbelblind, maar dat is het stukje wetenschappelijke rigueur dat de WGO zich verplicht ziet in te ruilen tegen snelheid.